Schrijfopdracht Reize door het Apenland

Schrijfopdracht Reize door het Apenland
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schrijfopdracht Reize door het Apenland

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt een (politiek) thema kritisch bekijken;
  • Je weet de inhoud en boodschap van Reize door het Aapenland;
  • Je kent de theorie van een imaginair reisverhaal;
  • Je kunt een standpunt formuleren bij een onderwerp;
  • Je kunt argumenten formuleren bij jouw standpunt;
  • Je kunt een tegenargument en weerlegging formuleren bij jouw standpunt;
  • Je kunt bronnen gebruiken om de juiste informatie te vinden voor jouw betoog;
  • Je kunt taalgebruik en inhoud afstemmen op het publiek;


Slide 2 - Tekstslide

Komende lessen (week 19)
Les 1: Apenland bespreken en schrijfopdracht uitleggen
Les 2: inleiding en slot schrijven (LessonUp)
Les 3: stelling bepalen en middenstuk schrijven (klad)
Les 4: feedback geven en voorbereiden op schrijfopdracht

17 mei: je maakt de schrijfopdracht Apenland in de les

Slide 3 - Tekstslide

Reize door het Apenland

  • Imaginair reisverhaal
  • Satire


Moraal: politieke toestand in de 18e eeuw (satire) 

--> Volg niet blindelings wat de (politieke) leiders zeggen, maar gebruik je verstand 

(ratio - verlichting)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Imaginaire reisverhalen
  • Verzonnen reisverhaal.
  • De lezer leerde over bijvoorbeeld politiek, omgangsvormen, andere culturen. 
  • Vaak satirisch van aard. 
  • Kritiek op de maatschappij.
  • Utopie of dystopie.

Slide 6 - Tekstslide

Verscheen in 
een roerige tijd
  • Patriotten keerden zich tegen de volgens hen onbekwame stadhouder prins Willem V. --> Welk getal?
  • Strijd tussen de (prinsgezinde) orangisten en de (democratische) patriotten.

Slide 7 - Tekstslide

Reize door het Apenland
J.A. Schasz (ps. Gerrit Paape)
- 1788
- Apen willen op mensen lijken.
- Apen hebben (willekeurige) nummers als namen.
- Kritiek op de politieke machthebbers.
- Schasz drijft de spot met het schijnpatriottisme en de verdeeldheid onder de patriotten. 

Slide 8 - Tekstslide

De boodschap van de auteur is aan twee groepen mensen gericht. Welke?
A
De leiders van het land en de burgers.
B
De patriotten en de orangisten.
C
De leiders, de burgers en de samenleving
D
De patriotten, mannen en de samenleving

Slide 9 - Quizvraag

De boodschap uit dit verhaal?
Voor de leiders: Denk goed na of de maatregelen die je wilt invoeren ook echt de effecten hebben waar je op uit bent. Bedenk of wel echt het belang van de burger voorop staat.
Voor de burgers: Volg niet klakkeloos de leiders, blijf altijd zelf nadenken 
Voor de burgers: Eer wat je hebt, eer je vrouw, ga niet vreemd.
Voor de samenleving: Wees niet bloeddorstig, maar gebruik uw verstand.

Slide 10 - Tekstslide

Betoog
Op welke manier kun je Een reis door het Apenland koppelen aan de huidige situatie in de politiek en maatschappij? 
  • Bedenk meerdere situaties;
  • Zoek betrouwbare bronnen etc.

Wie zou Schasz kunnen bedoelen wanneer het Apenland in deze tijd geschreven zou hebben?

Slide 11 - Tekstslide

Betoog
Wat weet je al?
(zie volgende dia)

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je over een betoog?

Slide 13 - Woordweb

Schrijfopdracht Apenland
Je gaat oefenen met het middenstuk van een betoog schrijven. 
  • Je publiek bestaat uit leeftijdsgenoten; 
  • De lengte is 250-300 woorden;
  • Maak voor jezelf een schrijfplan (zie volgende pagina); 
  • In het middenstuk bespreek je je twee argumenten, één tegenargument en de bijbehorende weerlegging;
  • Zorg dat elke alinea één deelonderwerp bevat;
  • Gebruik signaalwoorden;
  • Schrijf je standpunt boven je betoog.


Slide 14 - Tekstslide

Mogelijke onderwerpen
  1. Polarisatie in Reize door het Aapenland en de huidige maatschappij/wereld
  2. Nepnieuws in Reize door het Aapenland en de huidige maatschappij/wereld
  3. Politiek in Reize door het Aapenland en de huidige maatschappij/wereld
  4. Reize door het Aapenland als waarschuwing voor de huidige maatschappij/wereld
  5. De actualiteit van Reize door het Aapenland
  6. Een ander onderwerp dat te maken heeft met Reize door het Aapenland en de huidige maatschappij/wereld
  7. Relaties/man-vrouwverhoudingen


Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Lees de opdracht nog eens goed door. Welk onderwerp vind jij het meest interessant?

Ga nadenken over een stelling. Wat wil de schrijver van Apenland volgens jou met zijn verhaal duidelijk maken? Koppel het aan de huidige maatschappij.

Schrijf je stelling (mening) op en ga op zoek naar bronnen die deze stelling onderbouwen.


Slide 16 - Tekstslide

Welke stelling (mening) heb je gekozen?

Slide 17 - Woordweb

Les 2/3: inleiding en slot schrijven
Hierover gaat de toets.

Slide 18 - Tekstslide

Schrijfopdracht
  • Je beheerst de theorie, zodat je deze kan toepassen en er vragen over kan beantwoorden.
  • Je kan een goede, creatieve inleiding schrijven waarbij je voldoet aan de schrijfeisen.
  • Je kan een goed en creatief slot schrijven waarbij je voldoet aan de schrijfeisen. 
  • Je krijgt een (deels) ingevuld bouwplan, waarop je de rest van je tekst kan baseren.

De nakijkcommissie is op de hoogte van de schrijfeisen en kan aan de hand van een vooraf gekregen nakijkmodel de teksten kritisch nakijken en goede feedback leveren.

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet hoe een inleiding is opgebouwd en kunt een pakkende inleiding schrijven.
  • Je weet hoe een slot is opgebouwd en kunt een goed slot schrijven.


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welke eisen zag je in de inleiding terug?

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Welke eisen heeft het slot?

Slide 25 - Woordweb

Slide 26 - Tekstslide

Tips
Sluit je slot goed aan op de inleiding?
  • Als je je tekst begon met een hoofdvraag, dan verwacht ik nu een antwoord.
  • Als je begon met een probleem, dan verwacht ik nu een oplossing.
  • Et cetera
Uitsmijter: informatief, origineel, passend bij de tekst.
  • Staat vast aan de rest van het slot
  • Maak je verhaal mooi rond: verwijs naar inleiding, titel en/of kern
  • Grappig of om over na te denken: gebruik beeldspraak of stijlfiguren
  • ‘Wees jezelf. Er zijn al zoveel anderen.’
  • ‘Het kalf is al verdronken. Waarom dempen we die put niet?’
  • Geen clichés, zoals ‘De tijd zal het leren.'


Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 1 (15 minuten)
  1. Lees de instructie op je blad.
  2. Schrijf in LessonUp een inleiding.
  3. We kijken naar de verschillende inleidingen. Wat gaat goed en wat kan beter?

Slide 28 - Tekstslide

Schrijf hier je inleiding. Houd rekening met de eisen (zie werkblad).

Slide 29 - Open vraag

Opdracht 2 (15 minuten)
  1. Lees de instructie op je blad.
  2. Schrijf in LessonUp een slot.
  3. We kijken naar de verschillende inleidingen. Wat gaat goed en wat kan beter?

Slide 30 - Tekstslide

Schrijf hier je slot (houd rekening met de eisen op je werkblad).

Slide 31 - Open vraag

Les 3

Stelling bepalen en middenstuk schrijven (klad)

Iedereen schrijft de eerste versie van zijn middenstuk (want belangrijke oefening).
Zie opdracht.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Les 4
Elkaar feedback geven met behulp van het commentaarmodel

Dit commentaarmodel gaat de nakijkcommissie uiteindelijk gebruiken om de (anonieme) teksten na te kijken.
Verdere les: extra schrijftips. 

Slide 36 - Tekstslide