Les 7

Les 7
Leerjaar 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 7
Leerjaar 2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Terugblik op 'De nieren' 
- Uitleg basisstof 6 'afweer'
- Bespreken van de opdrachten 'nieren' 
- Zelf aan de slag!
- Afmaken 'opdracht bloedsomloop'

Slide 2 - Tekstslide

Nieren
Twee stuks (boonvormig)

liggen in de buikholte 

Organen die de afvalstoffen uit het bloed halen

Maken urine

Slide 3 - Tekstslide

bloedvaten
Aanvoerend: nierslagader
veel zuurstof en afvalstoffen

Afvoerend: nierader, weinig zuurstof en minder afvalstoffen

Slide 4 - Tekstslide

Ligging van de blaas

Slide 5 - Tekstslide

Blaas
  • Tijdelijke opvang urine
  • Urine verlaat de blaas via de urinebuis.


Urine kan verschillend van kleur zijn
Ochtend- urine = vaak donkerder van kleur

Slide 6 - Tekstslide

Bij welk stelsel horen de nieren?
A
Ademhalingsstelsel
B
Voortplantingsstelsel
C
Uitscheidingsstelsel
D
Bloedvatenstelsel

Slide 7 - Quizvraag

1
2
3
4
Blaas
nieren
Urinebuis
Urineleider

Slide 8 - Sleepvraag

Hoe heet het bloedvat dat NAAR de nier toestroomt?
A
nierader
B
nierslagader

Slide 9 - Quizvraag

De nierader loopt van de nier in de richting van de onderste holle ader
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Blaas
Urineleider
Nier
Urinebuis

Slide 11 - Sleepvraag

Wat doen de nieren?
A
Afvalstoffen uit het bloed halen
B
Zuurstof aan het bloed toevoegen
C
Voedingstoffen aan het bloed toevoegen

Slide 12 - Quizvraag

Hoe krijgen de nieren
zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de aorta
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten

Slide 13 - Quizvraag

Je nieren halen water en afvalstoffen uit je bloed. Hoe heet de vloeistof die je nieren maken?
A
Urine
B
Co2
C
Bloedplasma
D
Nierplasma

Slide 14 - Quizvraag

Afweer

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen

Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt van een ziekte

Je kunt beschrijven hoe je immuun wordt door een inenting 

Slide 16 - Tekstslide

Een aantal ziekteverwekkers

Slide 17 - Tekstslide

De slijmvliezen in de luchtwegen
De slijmvliezen in je neus houden kleine stofjes en ziekteverwekkers tegen. 

Trilharen verplaatsen het slijm naar de keelholte, waar het wordt ingeslikt.

Slide 18 - Tekstslide

Zoutzuur in maagsap
In je maag worden de bacteriën gedood door zoutzuur (een stof in het maagsap).

Ook bacteriën die met je voedsel zijn meegekomen, worden door het zoutzuur gedood.

Slide 19 - Tekstslide

Infectie
Als het ziekteverwekkers toch lukt om je lichaam binnen te komen, heb je een infectie.

Ziekteverwekkers zijn vaak virussen, bacteriën en/of schimmels


Slide 20 - Tekstslide


Onschadelijk maken van de  ziekteverwekker


Door insluiting
Of door antistoffen
(De antistof plakt vast aan de ziekteverwekker)




Iedere antistof past maar op 1 ziekteverwekker

Je bloed vervoert de antistoffen





Slide 21 - Tekstslide

immuniteit
1. Ziekteverwekker komt lichaam binnen.. 
2. Witte bloedcel maakt antistoffen
3. Antistoffen binden zich aan de ziekteverwekker
4. Ziekteverwekker wordt onschadelijk gemaakt
 
Deze antistoffen blijven  nog een tijdje aanwezig in het bloed. Bovendien ‘onthouden’ de witte bloedcellen hoe ze deze antistoffen moeten maken.

Slide 22 - Tekstslide

Immuun worden
Natuurlijke immuniteit

Door zelf afweerstoffen te maken word je niet meer ziek door dezelfde ziekteverwekkers.


Kunstmatige immuniteit

Ook na inenting met verzwakte of dode ziekteverwekkers word je immuun.

Slide 23 - Tekstslide

Bespreken
Maken opdracht 1 t/m 7 van basisstof 5
bladzijde 202 t/m 205

Slide 24 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Bloedsomloop afmaken
Huiswerk: Opdracht 1 t/m 6
basisstof 6, afweer
bladzijde 207 t/m 211

Toets thema 4: leren basisstof 1 t/m 6 + 8 (online)
maandag 12 februari




Slide 25 - Tekstslide