Woordsoorten

Leerdoelen
Woordsoorten benoemen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Woordsoorten benoemen

Slide 1 - Tekstslide

Woordsoorten
- Lidwoorden
- Zelfstandige naamwoorden
- Werkwoorden
- Bijvoeglijke naamwoorden
- Voorzetsels

Slide 2 - Tekstslide

Lidwoord

Slide 3 - Woordweb

Zelfstandignaamwoord

Slide 4 - Tekstslide

Het zelfstandig naamwoord

  • Het zelfstandig naamwoord is een woord voor iets of iemand (Dieren, mensen, dingen en plaatsen)
  • Bij een zelfstandignaamwoord hoort een lidwoord
  • Het zelfstandig naamwoord kun je meestal in het meervoud zetten

Slide 5 - Tekstslide

Werkwoord

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoord (ww)
Een werkwoord is een woordsoort.
De afkorting van werkwoord is ww.

In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.

Een werkwoord zegt 
- wat iets of iemand doet,
- wat iets of iemand overkomt
wat er is gebeurd.


Voorbeelden van werkwoorden: 

Lopen             Zijn
Fietsen           Leren
Rennen          Eten
Koken             Voetballen

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijk 
naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.


Slide 9 - Tekstslide

Voorzetsel

Slide 10 - Tekstslide

Het voorzetsel
Een voorzetsel staat vaak voor een zelfstandig naamwoord. Voorzetsels zijn onder andere:


Slide 11 - Tekstslide

Een zelfstandignaamwoord is:
A
Woorden die aangeven dat je iets doet
B
woorden van mensen, dieren, planten, dingen en eigen namen.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Zegt iets over de persoonsvorm
B
De, het, een
C
Hetzelfde als een voorzetsel
D
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quizvraag