Test Jezelf voor SE1 Nederland en Indonesië

Test Jezelf 
SE1 Nederland en Indonesië
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Test Jezelf 
SE1 Nederland en Indonesië

Slide 1 - Tekstslide

Nederland en Indonesië

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent VOC?
A
Vreedzame Oostindische Compagnie
B
Verenigde Oostindische Compagnie
C
Verenigde Westindische Compagnie
D
Vreedzame Westindische Compagnie

Slide 3 - Quizvraag

Waar handelde de VOC in?
A
Specerijen
B
Wapens
C
Vis
D
Wijn

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent handelsmonopolie
A
Ga naar de gevangenis en betaal 50 gulden
B
Een ziekte die meegenomen werd op handelsschepen
C
Eén stad waar veel gehandeld wordt
D
Dat één bedrijf of land alle handel in een product in handen heeft

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent modern imperialisme?
A
Europese landen willen zoveel mogelijk land veroveren (imperium)
B
een rijk Europees land
C
Een kolonie
D
Een moderne samenleving

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent KNIL?
A
Koninklijk Nationaal Indisch Leger
B
Koninklijk Nederlands Indisch Leger
C
Koninklijk Nationaal Imperisch Leger
D
Koninklijk Nederlands Imperisch Leger

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent pacificatie?
A
politieke stroming
B
een vredesverdrag
C
de naam voor het veroveren van gebied in Indonesie
D
een witte duif

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent indirect bestuur?
A
bestuur waarbij je direct gedeporteerd werd bij een overtreding
B
bestuur waarbij je niet direct werd aangesproken door gezagshebbers
C
bestuur waarbij je direct werd aangesproken door gezagshebbers
D
Bestuur waarbij inheemse bestuurders aangestuurd werden door Nederlanders

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent indo's?
A
Inheemse Indische bevolking
B
Nederlanders die in Indie gewoond hebben
C
Mensen van Indisch en Nederlands bloed
D
Indonesiërs

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent nationalisme?
A
Trots zijn op je koloniën
B
Trots zijn op je eigen land
C
Trots zijn op je regering
D
Trots zijn op jezelf

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent ethische politiek?Politiek die ervan uitging dat...
A
Nederland voor ontwikkeling moest zorgen in de koloniën
B
Nederland meer winst moest maken in de koloniën
C
de inheemse bewoners meer onderwijs moesten krijgen in ethiek
D
de inheemse bewoners zich mer moesten aanpassen aan de Nederlanders

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent Volksraad?
A
Een adviesraad waarin Nederlanders zaten
B
Een adviesraad waarin leden van inheemse bevolking zaten
C
Een adviesraad waarin Nederlanders en leden van inheemse bevolking zaten
D
Een adviesraad waarin plantagehouders zaten

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent PNI?
A
Partei Nasional Intern
B
Partei Nasional Inheems
C
Partei Kommunis Nasional
D
Partei Nasional Indonesia

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent interneren?
A
Opsluiten in kampen om mensen te vernietigen
B
Opsluiten in kampen om mensen laten door te voeren
C
Opsluiten in kampen om mensen werk te laten doen
D
Opsluiten in kampen om mensen buiten de samenleving te houden

Slide 15 - Quizvraag

Wat was de hoofdreden Japan om Indonesië te bezetten?
A
Mensen onderdrukken
B
Europeanen onderdrukken
C
Grondstoffen in te pikken
D
De Japanse cultuur op te leggen

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn troostmeisjes?
A
Vrouwen die de Japanse soldaten moeten troosten
B
Vrouwen die als prostituee ingezet worden voor Japanse soldaten
C
Vrouwen die de Nederlandse soldaten moeten troosten
D
Vrouwen die voor de kinderen van Japanse soldaten moesten zorgen

Slide 17 - Quizvraag

Hoe reageerde Soekarno op de overgave van de Japanners?

Slide 18 - Open vraag

Wat zijn pemoeda's?

Slide 19 - Open vraag

Wat zijn politionele acties?
A
Ingrijpen van de Indische politie in Nederlands-Indie
B
Inzetten van het KNIL en het Nederlandse leger tegen de Indische nationalisten
C
Ingrijpen van de Nederlandse politie in Nederlands-Indie
D
Inzetten van politieke maatregelen in Nederlands-Indie

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een guerilla oorlog?
A
Kleine groepen strijders doen korte aanvallen vanuit de jungle
B
Dorpsbewoners die Nederlandse soldaten aanvallen
C
Indonesische soldaten die Nederlandse soldaten aanvallen
D
Oorlogsvoering door het KNIL

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een oorlogsmisdaad?
A
Daden die bij oorlog horen
B
Daden die hun effect missen
C
Misdaden die alleen in oorlog wel mogen
D
Misdaden die ook in oorlog niet geoorloofd zijn (bijv. marteling)

Slide 22 - Quizvraag

Wat is soevereiniteit?
A
De vrijheid om zelfstandig het eigen land te kunnen besturen
B
Het recht om zelf, maar met hulp van een Europees land, het eigen land te kunnen besturen

Slide 23 - Quizvraag