2k - 1.4.2.
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bij welke hoogte begint
Hoog-Nederland?
Hoog-Nederland?
A
Bij -1 m NAP
B
Bij 0 m NAP
C
Bij +1 m NAP
D
Bij +2 m NAP
Slide 2 - Quizvraag
NAP betekent
A
Nieuw Amsterdams Portret
B
Normaal Amsterdams Peil
C
Noord Amsterdams Peil
D
Nieuw Amsterdams Peil
Slide 3 - Quizvraag
Wat meet het NAP?
Slide 4 - Open vraag
Wat betekent het woord bodemgebruik?
A
Het bewaren van Klei
B
Het maken van een schilderij van landschap
C
Het gebruik van de grond: Wonen, Landbouw
D
Landschap
Slide 5 - Quizvraag
welk landschap zie je op de foto?
A
Duinlandschap
B
Laagveenlandschap
C
Zeekleilandschap
Slide 6 - Quizvraag
Welke drie provincies zijn er getroffen tijdens de watersnoodramp?
Slide 7 - Open vraag
"De grote stenen van hunebedden zijn een bewijs van de ijstijd"
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Welk landschap zie je op de foto?
A
Lösslandschap
B
Hoogveenlandschap
C
Rivierkleilandschap
D
Zandlandschap
Slide 9 - Quizvraag
Welk beroep hadden de eerste bewoners van Nederland?
A
Jagers
B
Verzamelaars
C
Boeren/ Akkerbouwers
Slide 10 - Quizvraag
wat betekent het begrip "mergel" ?
A
een mengsel van klei en modder
B
een mengsel van zand en veen
C
een verpulvering van schelpen en botten
D
Löslandschap
Slide 11 - Quizvraag
Veen is ontstaan door:
A
drooglegging van het moeras
B
een verhoging van de zeespiegel
C
het samenkomen van dode plantenresten onder water
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een stuwwal?
Slide 13 - Open vraag
Wat zijn hoogtecijfers en hoogtelijnen?
A
Hieraan kun je zien hoe hoog een bepaald gebied is.
B
Lijnen op een kaart die punten met dezelfde hoogte met elkaar verbinden.
C
Hieraan kun je zien hoe hoog een bepaald gebouw is.
D
Getallen op een kaart die aangeven hoeveel m een gebied boven NAP is.
