20. Juni / uitslag schrijftoets

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programma

• uitslag schrijftoets
• Teksten lezen?
• Morgen sluiten we af met een pubquiz

Schrijftoets

Goed gemaakt: geen enkele onvoldoende!

Topklasje

Beoordelingsformulier

Tussen 25 - 50 woorden: geen beoordeling in het groen (dus max 4 punten voor elk onderdeel te behalen)

Boodschap: heb je aan alle punten voldaan, gebruik Nederlandse of buitenlandse woorden, verteld vanuit 2040

Woordenschat: juist gebruik van Duitse woorden

Spelling: 

Grammatica werkwoorden

Grammatica anders en naamvallen

Zinsbouw

Opvallende zaken

- Opdracht: meeste goed gelezen en aan alle punten voldaan

- veel spelfouten

- wie geht's Ihnen (niet: wie gehts es dir)

- Als je mij terugmailt gebruik je de beleefdheidsvorm: Wie geht es Ihnen (niet dir)

- afsluitende zin: Ich hoffe , dass Sie mir schnell zurückschreiben

- Groet: Viele/Liebe Grüße, mit freundlichen Grüßen

(Gruß is niet goed)

Wat ging goed, wat niet?

Bekijken en reflecteren

Leestoets - 28 juni

• 11 teksten, groot en klein
  
• 33 vragen, 39 punten
  
• 100 minuten

Voorbereiding

Leren:

Alle woorden Duits-Nederlands van de hoofdstukken 1-6

Doen:

• Lees alle teksten van de hoofstukken 1 t/m 6, de delen D en H.
• Lees de teksten in je boek, markeer, onderstreep, zoek moeilijke woorden op en zet de betekenis erbij.
  
• Liever actualiteit lezen? Ga naar https://www.zdf.de/kinder/logo en pluis de teksten uit.
  

Maken:

• Maak de bijbehorende opdrachten van de methodeteksten online.
• Gebruik bij het maken van de opdrachten de leesstrategieën (zie hiervoor ook de les in Lessonup).

Tot nu toe behandeld

• teksten gelezen
• opdrachten gemaakt
• gebruik woordenboek geoefend
• leesstrategieën behandeld
• signaalwoorden behandeld en geoefend
• infinitief behandeld

Veel gebruikte woorden in opgaven

Schrijf over en zoek op.

1 Absatz

2 Grund

3 erwähnen

4 Aussage

5 übereinstimmen

6 Unterschied

Veel gebruikte woorden in opgaven

1 Absatz

2 Grund

3 erwähnen

4 Aussage

5 übereinstimmen

6 Unterschied

1 alinea

2 reden

3 noemen, vermelden

4 uitspraak

5 overeenkomen

6 verschil

An die Arbeit

Lesen und Aufgaben machen: Europa hat gewählt

Mache die Aufgaben 1 und 3

www.zdf.de

Wat heb je nog nodig om teksten te kunnen begrijpen?

Ik vond Duits dit jaar

1. leuk
2. niet leuk
3. gaat wel
4. was okay

Ik ga Duits kiezen

1. ja
2. nee
3. Ik twijfel nog