De zeven eigenschappen: gewoonte 1 - Wees proactief

De zeven eigenschappen.
Je gaat kennismaken  met  de 7 gewoonten van Stephen Covey.
Deze zijn binnen Agora ook erg van belang voor je persoonlijke ontwikkeling. 
Met de 7 gewoonten leer je om jouw
 eigenheid, persoonlijke kracht en talent in te zetten om verbinding met anderen te maken. 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De zeven eigenschappen.
Je gaat kennismaken  met  de 7 gewoonten van Stephen Covey.
Deze zijn binnen Agora ook erg van belang voor je persoonlijke ontwikkeling. 
Met de 7 gewoonten leer je om jouw
 eigenheid, persoonlijke kracht en talent in te zetten om verbinding met anderen te maken. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

kort de 7 eigenschappen benoemen. Het begint bij de wortels van de boom. Zonder wortels kan de boom niet goed groeien en stevig staan.  hier staan de 3 gewoontes die voor ieder voor zich van belang zijn.

Als dat staat kan je door met gewoonte 4-6. Waarin het Samen(werken) belangrijk wordt. Je bent namelijk nooit alleen, (denk aan samenwerken met leerlingen/collega's/ je gezin/ en rest van maatschappij)

7 is de reflectie en het goed voor je zelf zorgen. Ben je nog goed bezig, heb je de gewoontes nog goed vast
Gewoonte 1
Wees proactief 



- De regie nemen
- de cirkel van betrokkenheid
- verschil proactief en reactief
- ROT momenten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wees proactief
Je neemt de regie in eigen handen.

De omstandigheden kan je niet bepalen,
wel hoe je er mee omgaat. 

Wie proactief heeft meer controle,
voelt zich zelfverzekerder en krijgt
meer invloed.  

Slide 4 - Tekstslide

Je maakt bewuste keuzes en neemt daar
de verantwoordelijkheid over.

Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?
tot: 1.51

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

hoe meer je keuzes maakt in de cirkel van invloed en hoe meer je dingen uit de cirkel van betrokkenheid 'accepteert' (in plaats van er boos om te worden)  vergroot (gevoelsmatig) je cirkel van invloed en het gevoel dat je zelf de controle hebt. 
Wat je de afgelopen dagen (on)bewust hebt gedaan of gedacht wat in jouw cirkel van invloed zit. Noem 2 dingen

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar heb jij je druk/boos/bezorgd om gemaakt de laatste tijd, maar wat in de cirkel van betrokkenheid zit. Noem twee dingen.

Slide 8 - Open vraag

Hoe kijk je nu naar deze dingen?
wat zou je nu doen?
Pro actief versus reactief
Je weet nu waar je invloed op hebt. 
één daarvan is  HOE je reageert.

Doe de test en check hoe jij reageert, hierin is geen goed of fout. 

Slide 9 - Tekstslide

Elke dag hebben we wel honderd kansen om te kiezen hoe we reageren;  proactief ( vooruitziend) of reactief (reagerend). Je hebt invloed op HOE je reageert.
 Kom er in de volgende quiz achter wat jouw eerste reactie is. 
Hoe zou jij reageren?
1
A
Haar de huid vol schelden en daarna wegstormen
B
Haar ermee confronteren en vertellen hoe je je voelt
C
Haar vergeven
D
Haar buitensluiten, dat deed ze ook bij jou.

Slide 10 - Quizvraag

Speel het geluidsfragment af.. De proactieve manier van reageren is antwoord B en C. Reactief is A en D. Reactieve mensen handelen vanuit impuls. Proactieve mensen denken eerst, voordat ze handelen. 
Hoe zou jij reageren?
2
A
Klagen over de oneerlijkheid van deze beslissing.
B
Gewoon hard blijven werken.
C
Vragen waarom de nieuwe op za mag werken en jij niet.
D
De kantjes ervan aflopen op je werk.

Slide 11 - Quizvraag

Reactieve antwoorden zijn A en D. Proactief B en C. Reactieve mensen zijn net al een blikje frisdrank. Als het leven ze een beetje door elkaar schudt, bouwt de druk op en ontploffen ze. Proactieve mensen zijn als water. Je kunt schudden wat je wilt, maar er gebeurt niets. Ze zijn kalm, rustig en hebben alles onder controle.  
Pro actief versus reactief
Je weet nu waar je invloed op hebt. 
één daarvan is  HOE je reageert.
Proactief: Je denkt eerst na over het effect van je reactie en hoe het bijdraagt aan waar je invloed op hebt. (je houdt controle)
Reactief: Je eerste impuls, het overkomt mij, je laat je leiden door de situatie. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pro actief
Reactief
Ik zal het proberen
Zo zit ik nu eenmaal in elkaar
Ik zal het doen
Ik kan het veel beter
Ik moet wel
Ik kies ervoor
Ik kan het niet
Er moet een manier zijn

Slide 13 - Sleepvraag

Bij reactief taalgebruik leg je de verantwoordelijkheid buiten jezelf. Bij proactief taalgebruik laat je zien dat je zelf verantwoordelijk bent voor je keuzes. Ben je pro actief heb je de houding=het lukt. Reactieve houding=het lukt niet.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

ROT momenten
  • Rust
  • Overzicht 
  • Tijd

Wie Proactief is neemt  Rust,  zorgt dat hij Overzicht heeft en neemt de Tijd dit overzicht te houden. 
Je stelt je zelf vragen, waar ben ik mee bezig, en klopt dit nog. ligt mijn focus nog goed?

Slide 16 - Tekstslide

Wie niet proactief is, heeft nooit tijd, heeft slecht overzicht en ervaart al helemaal geen rust. (ervaart sneller stress)
Stilte moment

Het stilte moment is dus een bewuste keuze, zowel om tot rust (overzicht en tijd) te komen.
Maar het is ook goed voor het aanslingeren van je creativiteit.
Je gunt je hersenen pauze.
Dit is een proactieve keuze om even voor jezelf te zorgen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT
Spreek elkaar aan op reactieve uitspraken en help er proactieve uitspraken van te maken.
Ik moet..  Je maakt me..  Waarom doen ze niet..  Ik kan niet...
Ik wil..  ik voel me..  ik ga dit doen..  ik kan wel...
Schrijf elke dag 1 situatie op waarin je van reactief naar proactief bent gegaan, of in een keer bewust proactief hebt gehandeld. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies