H5.3 les 4 Gemiddelde reactiesnelheid berekenen

H5.3 Reacties in beweging
 Gemiddelde reactiesnelheid berekenen
4VWO  NOVA H5.3
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5.3 Reacties in beweging
 Gemiddelde reactiesnelheid berekenen
4VWO  NOVA H5.3

Slide 1 - Tekstslide

H5.3 gemiddelde  reactiesnelheid
Deze les:
  • uitleg gemiddelde reactiesnelheid berekenen 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel H5.3
  • je kunt de gemiddelde snelheid van een reactie berekenen
- over een interval
- over de gehele reactie



Slide 3 - Tekstslide

reactiesnelheid berekenen
Bij een experiment kun je meten hoe de concentratie van een stof verandert in de tijd. 

Uit deze diagrammen kun je de reactiesnelheid op 1 tijdstip of de gemiddelde reactiesnelheid van de gehele reactie berekenen

Slide 4 - Tekstslide

Eenheid (noteer en leer)
De reactiesnelheid wordt uitgedrukt als
"het aantal mol stof dat per Liter in 1 seconde verdwijnt"
en heeft als eenheid "mol per Liter per seconde":
molL1s1

Slide 5 - Tekstslide

grafiek
Als je in een grafiek de verandering van de concentratie (y-as) uitzet tegen de tijd (x-as), dan is de helling van de grafiek gelijk aan de reactiesnelheid

Slide 6 - Tekstslide

Reactiesnelheid = de helling van een grafiek

Slide 7 - Tekstslide

De reactiesnelheid kan op verschillende manieren worden gevraagd. Hier zie je manier 1:

Slide 8 - Tekstslide

De reactiesnelheid kan op verschillende manieren worden gevraagd. Hier zie je manier 2:

Slide 9 - Tekstslide

De reactiesnelheid kan op verschillende manieren worden gevraagd. Hier zie je manier 2:
let op: HIER is de reactie al gestopt!

Slide 10 - Tekstslide

We bekijken de berekening aan de hand van de vorming van ammoniak uit waterstof en stikstof
VOORBEELD

Slide 11 - Tekstslide

eerlijk vergelijken
Een reactie verloopt maar met één snelheid. Maar in de grafiek hiernaast zie je dat de grafiek voor elke stof een andere helling heeft. Dat komt door de molverhouding waarin de stoffen reageren: waterstof verdwijnt 3x zo snel als ammoniak ontstaat.

Slide 12 - Tekstslide

Daarom moet je bij het berekenen van de reactiesnelheid rekening houden met de molverhouding. Je berekent de snelheid per 1 mol stof. Je deelt dus door de coëfficiënt.
VOORBEELD

Slide 13 - Tekstslide

Omzettingstabel gebruiken: 
het BOE-schema
beginstof 1
beginstof 2
product
Begin
0 mol
Omzetting
Eind
Concentraties beginstoffen zijn altijd gegeven en van 1 stof moet de eindconcentratie bekend zijn

Slide 14 - Tekstslide

Eigen werk
Leer de reactiesnelheid bepalen uit een grafiek ( interval of hele reactie)
Oefen dit door middel van opgaven   3, 4 en 5
(Je kunt de uitleg herhalen met het filmpje uit deze les)

Slide 15 - Tekstslide

HW 3 April
Leren Paragraaf 5.3 en maken opdrachten 3, 4 en 5

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De reactiesnelheid kan op verschillende manieren worden gevraagd. Hier zie je manier 2:

Slide 18 - Tekstslide

Omzettingstabel gebruiken: 
het BOE-schema
beginstof 1
beginstof 2
product
Begin
Omzetting
Eind

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld: In een vat van 2,0 L wordt 12 mol CO met 12 mol O2 gedaan. Na 10 min is er 6 mol O2 over. Wat is [CO2] na 10 min? 
1. Reactievergelijking
2. BOE-schema




3. concentratie berekenen
Begin
Omzetting
Eind

Slide 20 - Tekstslide

Voorbeeld: In een vat van 2,0 L wordt 12 mol CO met 12 mol O2 gedaan. Na 30 min is de reactie afgelopen. Er is nog 2 mol O2 over. Bereken de gemiddelde reactiesnelheid van de reactie.
1. Reactievergelijking
2. BOE-schema



3. concentratie berekenen
4. reactiesnelheid berekenen
Begin
Omzetting
Eind

Slide 21 - Tekstslide