8.3 Gevolgen sociale ongelijkheid





8.3 Gevolgen sociale ongelijkheid
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les





8.3 Gevolgen sociale ongelijkheid

Slide 1 - Tekstslide



sociale ongelijkheid




Positietoewijzing & verwerving


Self-fulfilling prophecy


Cultuurelementen (5)




Theorie van pluralisme & machtselitetheorie


Democratisering


2 elementen van socialisatie



Gezag


Rationalisering
Leg de volgende begrippen/personen uit
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Nu:
Start met het exact leren van de kernconcepten:
1. Identiteit
2. Socialisatie
3. Sociale ongelijkheid
4. Samenwerking
5. Ideologie
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Maatschappelijke positie
Onderwijskansen
Cultuur & vrije tijd
Politieke participatie
Gezondheid

Slide 5 - Tekstslide

3. gevolgen sociale ongelijkheid
  • Onderwijs: kinderen met hoogopgeleide ouders presteren beter op school dan van laagopgeleide ouders.
  • Cultuur & vrije tijd: elitecultuur & massacultuur. Doelbewust op zoek naar verschillen om te onderscheiden.

Slide 6 - Tekstslide

  • Politiek: mensen met een hoge opleiding, participeren meer in de politiek:
    - electorale politieke participatie: stemmen, maar ook posters ophangen, lid zijn van pol partij.
    - niet electorale politieke participatie: contact zoeken met politici, demonstreren.

Slide 7 - Tekstslide

  • Instrumentele visie: Participatie is een middel om besluiten te nemen. Geen doel. Politici hebben verstand van zaken. Participatie alleen een probleem als wetgeving in het nadeel is.
  • Ontwikkelingsvisie: Participatie is een doel, maakt democratie sterker. 

Slide 8 - Tekstslide

  • Gezondheid: levensverwachting hoogste inkomensklasse is hoger door:
    1. kennis: preventie beter, kennen ziektes beter
    2. Levensstijl: kennis (en geld) maakt gezond leven makkelijker
    3. Gedrag: meer sport, minder roken in hoogste klassen.
    4. Communicatievaardigheden: meer kennis van hun rechten (second opinion) en beter de taal van de arts spreken.

Slide 9 - Tekstslide

Nu:
Onder de 5.0: maak tekstverkenners 1-2+6

Tussen 5.0 en 6.5: tekstverkenner 6.

Boven 6,5: huiswerk is facultatief.
Nakijken is onderdeel van huiswerk maken!!

Slide 10 - Tekstslide

Nu:
Start met het exact leren van de kernconcepten:
1. Identiteit
2. Socialisatie
3. Sociale ongelijkheid
4. Samenwerking
5. Ideologie
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

  • Sociale uitsluiting (generaties lang in laagste sociale laag bewegen). Is sprake van bij twee of meer bestandsdelen:
  1. Beperkte sociale en politieke participatie: politiek + bv vrijwilligerswerk.
  2. beperkte normatieve integratie
  3. niet goed kunnen voorzien in elementaire levensbehoeften, tekort aan materiële goederen
  4. geringe toegang tot sociale grondrechten

Slide 12 - Tekstslide

2. beperkte normatieve integratie: conflict oplossen (zeggen wat je denkt, of sociaal wenselijk?) & humor. Cultureel kapitaal.
3. niet goed kunnen voorzien in elementaire levensbehoeften, tekort aan materiële goederen: financiële problemen. Ook op vakantie gaan is norm, en bijzonder als dit niet gaat.

Slide 13 - Tekstslide

4. geringe toegang tot sociale grondrechten: weten waar je recht op hebt, financiële ondersteuning (toeslagen) maar ook andere hulp.

Slide 14 - Tekstslide

Maatschappelijke verschillen die kunnen leiden tot conflict:
  • Gender
  • Generaties
  • Klasse
  • Etniciteit
  • Sociaal-culturele verschillen.
  • Hoe los je deze verschillen op? Harmoniemodel of conflictmodel 

Slide 15 - Tekstslide

Soorten gevolgen van maatschappelijke conflict:
  • Macroniveau: meer of minder sociale cohesie : niveau van politiek & wetgeving.
  • Mesoniveau: meer of minder sociale cohesie : binnen of tussen de groep.
  • Sociale verandering op landelijk niveau evt via revolutie.
  • Machtsevenwicht = blokkade

Slide 16 - Tekstslide

Nu:
Onder de 5.0: maak tekstverkenners 1-6 opdracht 13

Tussen 5.0 en 6.5: maak opdracht tekstverkenner 6 + opdracht 13 

Boven 6,5: huiswerk is facultatief.
Nakijken is onderdeel van huiswerk maken!!

Slide 17 - Tekstslide