8.3.2

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan!
'Mensen met geld snappen niet wat armoede is – en toch gaan zij over de oplossingen'. Dat schrijft politicoloog 'S Jongers. Hij omschrijft daarmee dat een kleine groep invloedrijke mensen de beslissingen neemt. Dat noemen we ook wel de 1)... De andere theorie noemen we de 2)...

Als je veel geld en bezit hebt dan noemen we dat 3)... kapitaal. Mensen die opgroeien in armoede en weinig van dit kapitaal bezitten kunnen moeilijker hun positie veranderen. Zij hebben door externe factoren te maken met 4)... terwijl het voor mensen hoger op de 5)... veel makkelijker is om hun positie zelf te verbeteren. Dat noemen we ook wel 6)... 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§8.3 De gevolgen van sociale ongelijkheid
• Je kent de gevolgen van sociale ongelijkheid op micro en macroniveau.
• Je kent de verschillende componenten van sociale uitsluiting en kunt ze toepassen in een onderzoek.
  • Je herhaalt (zelfstandig) de volgende begrippen: (niet)electorale participatie/ harmonie, conflictmodel/ instrumentele, ontwikkelingsvisie).

Slide 3 - Tekstslide

Pagina 153
Gebieden waarop ongelijkheid ontstaat 


  1. Onderwijs
  2. Cultuur en vrije tijd 
  3. Politiek (instrumentele, ontwikkelingsvisie)
  4. Gezondheid  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale uitsluiting: 4 componenten

  • Beperkte sociale en politieke participatie
  • Beperkte normatieve integratie
  • Niet voorzien in elementaire levensbehoeften
  • Geringe toegang tot sociale grondrechten 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Beperkte sociale en politieke participatie

  • Minder politieke participatie
(zowel rondom verkiezingen/ electorale,
als buiten verkiezingen om/ niet electorale).
  • Minder sociale participatie ( minder vaak lid van een sportclub, vereniging. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beperkte normatieve integratie
  • De normen in de onderklasse komen niet overeen met de normen van het merendeel van de samenleving (bijvoorbeeld een andere houding ten opzichte van werk). 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slecht voorzien in elementaire levensbehoeften

  • Mensen hebben te weinig financiële middelen om rond te kunnen komen (kunnen dus niet voldoende boodschappen kopen). 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geringe toegang tot sociale grondrechten 

  • Mensen weten niet dat zij toegang hebben tot sociale grondrechten of waar ze hulp kunnen krijgen (onderwijs, huisvesting, gezondheidszorg en veiligheid).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijke verschillen kunnen leiden tot sociale uitsluiting en conflicten.
Gevolgen van conflicten:

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • Lees de verschillende profielschetsen.
  • Beantwoord de vragen op het werkblad.

  • Klaar? Maak de tekstverkenners, 12 en 13 van 8.3
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak
  • Lezen 8.3
  • Maken tekstverkenners, opdracht 12 en opdracht 13
  • Samenvatten dichtgedrukte woorden!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies