Kunststromingen

Kunststromingen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kunststromingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kunststromingen ken je?
Meerdere antwoorden mogelijk

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Barok 1600-1750
Niet ontstaan maar bepaald (bijv Katholieke Kerk)
Vaak in opdracht (portretten) kon aanzien vergroten 
Kenmerken:
Sterk contrast licht/donker (Claire-Obscure)
Realistisch
Asymmetrie

Slide 3 - Tekstslide

Bepaald: De Katholieke Kerk raakte volgelingen kwijt aan het Protestantisme. De Paus gaf opdracht om kunst te maken dat de populariteit vergrootte van de Katholieke Kerk door met kunst twijfel weg te nemen.
Portretten: Rembrandt schilderde bijvoorbeeld veel in opdracht van adel (voorzag in levensonderhoud)

Voorbeelden
Rembrandt          Vermeer
Rubens

Slide 4 - Tekstslide

Rembrandt portret Maria Trip (adel)
Vermeer - Meisje met de Parel
Rubens - Kindermoord te Bethlehem
De Romantiek 1790-1850
Een (anti-)reactie op de verlichting en industriële revolutie: 
'De wereld is niet maakbaar' was de kritiek
Gaat over subjectieve ervaring, emotie, spontaniteit, intuïtief
Ook kan het doorslaan naar de 
Zwarte Romantiek (gruwelijkheden, lust, lijden)
Een heel diverse beweging in de kunst

Slide 5 - Tekstslide

De verlichting (18e eeuw) is de eeuw van de Rede. Intellectuelen zoeken meer licht in de duisternis, kennis en geluk. 

Voorbeelden
                                Caspar David Friedrich
                                                         Andreas Schelfhout 
                                                 Adèle Kindt

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realisme 1830-1875
Ontstaan rond 1820
Reactie op Romantische stroming (verbeelding, idealiseren)
Nu juist schilderen naar de werkelijkheid
Vaak grove penstreken 
Voorstellingen veel natuur en platteland

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
                             Gustave Courbet 
                                                                        Théodore Rousseau

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kunststroom spreekt je het meest aan en waarom?
Barok, Romantiek of Realisme?

Slide 9 - Open vraag

Achtergrond is uit de Renaissaince, laat middeleeuwen 1270-1500
Afbeelding is de geboorte van Venus door Sandro Botticelli
Impressionisme 1875-1910
Introductie Fotografie, het moment in detail vast te leggen
Ook olieverf in de tube werd uitgevonden, Plein-air mogelijk
Eerste moderne kunststroming
Moment wordt vastgelegd weinig details, vluchtig 
spelen met lichtinval
Experimenteren en afzetten tegen geïndustrialiseerde orde

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
Claude Monet
Vincent van Gogh
George Breitner

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JUGEND STILL & ART Nouveau 1880-1914
Zelfde, Art Nouveau is de naam buiten Duitsland
Reactie op vormvervagende Impressionisme
Omarmt technologie en vind je veel in gebruiksvoorwerpen
(glas, meubels, gebouwen, sieraden maar ook schilderijen)
Belle Epoque (betekent mooie tijd, welvaart)
WOI maakte er een einde aan

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
                                                                  Gustav Klimt
                                       Metroingangen Parijs

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies