les 10 - abolitionisme

Thema 4
Het slavernijverleden van Nederland
Abolitionisme
Les 9
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 4
Het slavernijverleden van Nederland
Abolitionisme
Les 9

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er onder dit vlak?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
  1. Inleiding (algedaan)
  2. Hoofdvraag
  3. Uitleg
  4. Opdracht
  5. Nabespreking
  6. Afsluiting

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdvraag
Waarom kreeg abolitionisme weinig voet aan de grond in Nederland?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
  • Door gebruik te maken van het verstand maken mensen een einde aan de 'duisternis' van domheid, bijgeloof en onverdraagzaamheid.

    Slide 14 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies


    De Verlichting
    vanaf ±1700


    • optimisme (alle problemen oplossen met logisch nadenken = beter leven)
    • verspreiden van kennis (verstand kun je alleen gebruiken als je kennis hebt)
    • vrijheid (vrijheid om te kunnen denken wat je wilt)
    • gelijkheid (alle mensen worden gelijk geboren, maar door achtergrond en opvoeding wordt status bepaald)

    Slide 15 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    In discussiegenootschappen sprak men over hoe deze idealen uitgevoerd konden worden.

    Slide 16 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Conclusie:
    slavernij gaat niet samen met Verlichting

    Slide 17 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

     In plaats van je te richten op het ontbreken van een verbod in de Bijbel, moet je je richten op de ‘Geest des Christendoms’. Die geest laat zich wat Beets betreft goed samenvatten in het gebod je naaste lief te hebben (Leviticus 19:18), en een ander niet aan te doen wat je zelf niet zou willen (de gulden regel, Mattheüs 7:12/Lucas 6:31). Op basis daarvan móét je wel concluderen dat slavernij niet past in een christelijke samenleving.
    (1857) 
    Ook binnen de protestantse kerk groeide het bezwaar tegen de slavernij
    DomineeNicolaas Beets

    Slide 18 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    In de 18e eeuw ontstonden er bewegingen die ijverden voor de afschaffing van de slavernij. Eerst in Frankrijk en Engeland. Later ook in andere landen. 

    Slide 19 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    De abolitionisten gingen campagne voeren om hun standpunt over te brengen. 

    Slide 20 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Opdracht
    Maar in Nederland hadden de abolitionisten maar zeer beperkt succes. Hoe kan dat?

    Stelling: Nederland verdiende te veel aan de slavernij om het op te willen geven. 


    Stelling: Nederland verdiende te veel aan de slavernij om het op te willen geven. 

    Slide 21 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Opdracht
    Stelling: Nederland verdiende te veel aan de slavernij om het op te willen geven. 
    Wat zegt Emmer, wat zeggen Fatah-Black/van Rossum? 





    Waar
    Niet waar
    Lees stuk 9 (blz. 101-102) en zoek zo veel mogelijk argumenten voor beide kanten. 

    Slide 22 - Tekstslide

    waar:
    - niet alleen directe opbrengst maar ook de kosten bepalen de economische impact

    niet waar: (Emmer)
    - 1636: handel buiten europa was max 10%, max 2% atlantische handel, maar 30 van de 4000 schepen: slavernij, 1000-2000 werkzaam op de 44500.
    - 1800: maar 3% nationaal inkomen

    Nabespreken
    Fatah-Black / Van Rossum
    Emmer
    niet alleen directe opbrengst maar ook de kosten bepalen de economische impact
    .
    .
    .
    .

    1636: handel buiten Europa was max 10%, max 2% atlantische handel, maar 30 van de 4000 schepen: slavernij, 1000-2000
    1800: 3% van nationaal inkomen

    Slide 23 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Stelling: Nederland verdiende te veel aan de slavernij om het op te willen geven. 
    beargumenteer, na aanleiding van dat wat je net hebt gelezen én wat de afgelopen weken voorbij is gekomen, wat jij vindt. 

    Slide 24 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Hoofdvraag
    Waarom kreeg abolitionisme weinig voet aan de grond in Nederland?

    Slide 25 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Afsluiting
    • Wat heb je vandaag geleerd?
    • Zijn er nog vragen?

    Huiswerk
    lees stuk 9 (blz. 101-102)
    Maak vraag 33 t/m 37 (blz 84, verwerking) 

    Slide 26 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies