Grammatica hoofdstuk 5 en 6 havo


Grammatica 
Hoofdstuk 5 en6



Welkom
havo 1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Grammatica 
Hoofdstuk 5 en6



Welkom
havo 1

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- Weekprogramma + weektaak en TOETS noteren!
- Uitleg + werken aan weektaak
- Afsluiten met Quizizz



Wat leer je deze week?
Het meewerkend voorwerp herkennen en benoemen.
De bijwoordelijke bepaling herkennen en benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Weekprogramma 
Les 1 : Deel A&B les, uitleg planning en theorie EN BOEKDOOS INLEVEREN
Les 2 : Deel A&B weektaak afmaken thuis en in de klas.
Les 3 : Deel A&B weektaak afmaken thuis en in de klas.

Weektaak noteren: uiterlijk vrijdag 21 mei inleveren via Teams bij opdrachten OF in de les aan mij laten zien en direct laten aftekenen.
H3: opdr. 1&3 blz. 88-89 + groene theorie lezen
H4: opdr. 2, 3, 4 blz. 118-119 + groene theorie lezen

H5: opdr. 1, 2 & 4 blz. 148-149 + groene theorie lezen
H6: opdr. 1 & 3  blz. 178-179 + groene theorie lezen


weektaak 17
weektaak 20

Slide 3 - Tekstslide

SO grammatica
H1B: maandag 31 mei groep B,  dinsdag 1 juni 8.30 uur groep A

H1C: maandag 31 mei groep B, dinsdag 1 juni 8.30 uur groep A

A1A: dinsdag 1 juni 2e uur groep A, woensdag 2 juni 4e uur groep B

Slide 4 - Tekstslide

Grammatica: zinsontleding
1. Persoonsvorm = PV
Zinsdelen
2. Onderwerp = OW
3. Werkwoordelijk gezegde = WG 
4. Lijdend voorwerp = LV
5. Meewerkend voorwerp = MV
6. Bijwoordelijke bepaling = BWB
                We sluiten deze periode af met een SO grammatica hoofdstuk 1 t/m 6.

Slide 5 - Tekstslide

Maak een zin
OW - PV/WG - LV - rest WG


Prezi uitleg meewerkend voorwerp en bijwoordelijke bepaling

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag met je weektaak!
Weektaak noteren: uiterlijk vrijdag 21 mei inleveren via Teams bij opdrachten OF in de les aan mij laten zien en direct laten aftekenen.

H3: opdr. 1&3 blz. 88-89 + groene theorie lezen
H4: opdr. 2, 3, 4 blz. 118-119 + groene theorie lezen


H5: opdr. 1, 2 & 4 blz. 148-149 + groene theorie lezen
H6: opdr. 1 & 3 blz. 178-179 + groene theorie lezen

Slide 7 - Tekstslide

Welk woord in de zin is de persoonsvorm?:
Het Vondelpark in Amsterdam werd gistermiddag gesloten.

Slide 8 - Woordweb

Op welke manieren kun je de persoonsvorm van een zin vinden? Er zijn 3 manieren!

Slide 9 - Woordweb

Persoonsvorm
1. Is altijd één van de werkwoorden. (doe-woorden)

Hoe vind je de persoonsvorm?
1. Maak van de zin een vraag: Het werkwoord dat vooraan komt is de PV.
2. Verander de tijd: tegenwoordige tijd wordt verleden tijd of andersom. Het werkwoord dat verandert is de PV.
3. Verander het getal: enkelvoud wordt meervoud of andersom. Het werkwoord dat verandert is de PV.

Slide 10 - Tekstslide

Persoonsvorm
Vorig jaar / heb / ik  / voor alle leerlingen / het schoolfeest / georganiseerd. 


  1.  Heb ik vorig jaar voor alle leerlingen het schoolfeest georganiseerd? (vraagzin)
  2.  Vorig jaar had ik voor alle leerlingen het schoolfeest georganiseerd. (tijd)
  3.  Vorig jaar hadden we voor alle leerlingen het schoolfeest georganiseerd. (getal)


Slide 11 - Tekstslide

Is deze zin goed verdeeld in zinsdelen?
Vandaag / starten we / met / grammatica.
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Is deze zin goed verdeeld in zinsdelen?Dit weekend / vroeg / hij haar / verkering.
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Zinsdelen
1. Voor de persoonsvorm mag maar 1 zinsdeel staan!!
2. Alle zinsdelen samen die je VOOR de persoonsvorm kunt zetten horen bij elkaar. 

Voorbeeld:
Alle leerlingen /  hebben / de toets / goed / gemaakt.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Binnenkort wordt de prijs van de Jonge Jury uitgereikt.
A
de prijs
B
de Jonge Jury
C
wordt
D
Binnenkort

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Waren zij in de pauze naar de Albert Heijn gefietst?
A
zij
B
Albert Heijn
C
gefietst
D
waren

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het onderwerp in de zin?

Binnenkort wordt de prijs van de Jonge Jury uitgereikt.
A
de prijs van de Jonge Jury
B
de Jonge Jury
C
wordt
D
Binnenkort

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het onderwerp in de zin?

Waren zij in de pauze naar de Albert Heijn gefietst?
A
zij
B
Albert Heijn
C
gefietst
D
waren

Slide 18 - Quizvraag

Onderwerp OW
1. Vrijwel elke zin heeft een onderwerp.

1. Stel de vraag: WIE/WAT+PERSOONSVORM?
Het Vondelpark werd gistermiddag gesloten.
WIE/WAT werd? --> het Vondelpark in Amsterdam = OW.

2. Verander de persoonsvorm van getal. Het zinsdeel dat MEE VERANDERT is het ow.
Het Vondelpark werden gistermiddag gesloten. 
De parken werden gistermiddag gesloten.

Slide 19 - Tekstslide

Hoeveel weet jij al van de theorie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Aan de slag met je weektaak!
Weektaak noteren: uiterlijk vrijdag 23 april inleveren via Teams bij opdrachten OF in de les aan mij laten zien en direct laten aftekenen.

H1: opdr. 2 &3 blz. 28-29 + groene theorie lezen
H2: opdr. 1&3 blz. 58-59 + groene theorie lezen



Slide 21 - Tekstslide