1. Vrijwel elke zin heeft een onderwerp.
1. Stel de vraag: WIE/WAT+PERSOONSVORM?
Het Vondelpark werd gistermiddag gesloten.
WIE/WAT werd? --> het Vondelpark in Amsterdam = OW.
2. Verander de persoonsvorm van getal. Het zinsdeel dat MEE VERANDERT is het ow
.
Het Vondelpark werden gistermiddag gesloten.
De parken werden gistermiddag gesloten.