lrj.1 BI 3.2 toets Thema 5 Stevigheid en beweging KB
1 / 23
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bij een goede zithouding is de hoek tussen je bovenbenen en je onderbenen op zijn minst 90 graden.
A
juist
B
onjuist
Slide 2 - Quizvraag
De beenderen van een oudere bevatten meer lijmstof dan de beenderen van een kind.
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Een spierscheuring kan optreden bij te sterke inspanning
A
juist
B
onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Een spier zit met pezen aan beenderen vast
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Pezen kunnen zich samentrekken
A
juist
B
onjuist
Slide 6 - Quizvraag
De persoon in afbeelding 1 tilt op de goede manier een zwaar voorwerp op
A
juist
B
onjuist
Slide 7 - Quizvraag
De borstkas beschermt de darmen
A
juist
B
onjuist
Slide 8 - Quizvraag
De heupbeenderen vormen samen met de lendenwervels de bekkengordel.
A
juist
B
onjuist
Slide 9 - Quizvraag
De vingerkootjes zijn met elkaar verbonden door gewrichten
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Spier P begint zich samen te trekken.
Welk gewricht beweegt als gevolg hiervan? En zal het gewricht zich buigen of strekken?
Welk gewricht beweegt als gevolg hiervan? En zal het gewricht zich buigen of strekken?
A
De enkel beweegt; het gewricht zal zich buigen.
B
De enkel beweegt; het gewricht zal zich strekken
C
De knie beweegt; het gewricht zal zich buigen
D
De knie beweegt; het gewricht zal zich strekken
Slide 11 - Quizvraag
Welk nummer geeft de handwortelbeentjes aan?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
Slide 12 - Quizvraag
Welke beenderen vormen samen de schoudergordel?
A
Het borstbeen en schouderbladen
B
Schouderbladen en halswervels
C
De schouderbladen en sleutelbeenderen
D
Het borstbeen en sleutelbeenderen
Slide 13 - Quizvraag
Aan welke wervels zitten de ribben vast?
A
halswervels
B
borstwervels
C
lendewervels
Slide 14 - Quizvraag
Welke 4 functies heeft het skelet? Noem er minimaal 2
Slide 15 - Open vraag
Bij welke van deze beenverbindingen is geen beweging mogelijk?
A
nummer 1
B
nummer 2
C
nummer 3
Slide 16 - Quizvraag
Met welk nummer is de meniscus aangegeven?
A
nummer 1
B
nummer 2
C
nummer 3
D
nummer 4
Slide 17 - Quizvraag
Bij een voetbalknie kunnen de kruisbanden ook scheuren. Als de kruisbanden niet zijn beschadigd, maar uitgerekt, van welk type blessure is dan sprake?
A
een kneuzing
B
een ontsteking
C
een spierscheuring
D
een verzwikking
Slide 18 - Quizvraag
Noem een kenmerk van kraakbeen
Slide 19 - Open vraag
Welk deel van het skelet heeft een dubbele-S-vorm?
Slide 20 - Open vraag
Kijk naar het skelet. Benoem de botten die aangegeven zijn met nummer:
2, 4, 8, 10, 16, 18
2, 4, 8, 10, 16, 18
Slide 21 - Open vraag
Wat zijn de twee functies van het gewrichtskapsel?
A
De botten op z’n plaats houden en soepel bewegen
B
De botten op z’n plaats houden en gewrichtssmeer maken
C
Gewrichtssmeer maken en soepel bewegen
D
Het heeft maar 1 functie
Slide 22 - Quizvraag
Noteer de juiste nummers achter de namen.
– gewrichtskapsel ………….
– gewrichtskogel …………..
– gewrichtssmeer …………...
– kraakbeenlaagje ………….
– gewrichtskapsel ………….
– gewrichtskogel …………..
– gewrichtssmeer …………...
– kraakbeenlaagje ………….
