Keuzes
• Welke keuzes heb je gemaakt?
• Met welke bedoeling heb je zo gehandeld?
• Wat is daarin belangrijk?
• Welke afweging heb je gemaakt?
• Wat zegt het protocol/ het plan over deze situatie? Welke afspraken zijn in het team gemaakt over deze situatie?
• Welke theorie heb je toegepast in deze situatie?
• Welke visie heeft de instelling / bedrijf hierop?
• Welke analyse heb je gemaakt in deze situatie?
• Welke conclusie(s) heb je getrokken?
• Welke oplossingen of verbetervoorstellen heb jij gegeven?
• Wat maakt dat je hiervoor gekozen hebt