Basisstof 4 De organen voor vertering

Basisstof 4 De organen voor vertering
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 4 De organen voor vertering

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoelen
Uitleg thema 2.3
Van mond tot kont kaartjes
Aan de slag!  



Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk 2.4
Vrijdag 27 oktober, 1e uur

Lezen va blz. 104
Maken: opdrachten 1 t/m 9
      


timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...

.... aan de hand van kaartjes tenminste 5 delen van het verteringsstelsel in de goede volgorde leggen van mond tot kont.
.... de functies en kenmerken van tenminste 3 delen van het verteringsstelsel noemen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Verteringsstelsel
De vetering begint bij de mond en eindigt bij de kont.

De route van het voedsel is als volgt: 

mondholte-slokdarm-maag-twaalfvingerige darm- dunne darm-dikke darm- endeldarm- anus.

Slide 6 - Tekstslide

Verteringsproducten
De voedingsstoffen die in voedingsmiddelen zitten moeten eerst beschikbaar gemaakt worden zodat deze in het bloed opgenomen kan worden.

De voedingsmiddelen worden in het verteringsstelsel omgezet in verteringsproducten.

Slide 7 - Tekstslide

mondholte
Vertering start in de mond.
in de mond liggen speekselklieren die een enzym uitscheiden-> speeksel
speeksel verteerd zetmeel.

De tong duwt het eten de slokdarm in. Het strotklepje sluit de luchtpijp af bij het doorslikken.

Slide 8 - Tekstslide

maag
De maag is constant in beweging door het samentrekken van de kringspieren en lengtespieren in de wand van de maag. 
De kringspier aan het einde van de maag (maagportier) laat af en toe voedsel uit de maag naar de twaalfvingerige darm. De maag dient daarom als een tijdelijke opslag plaats. 

In de wand van de maag zitten maagsapklieren deze produceren maagsap. Maagsap bestaat uit water, zoutzuur en enzymen. Maagsap breekt eiwitten af en doodt bacteriën . 

Slide 9 - Tekstslide

Twaalfvingerige darm
Na de maag komt de voedsel brei terecht in de twaalfvingerige darm.

De lever en de alvleesklier zijn verbonden aan de twaalfvingerige darm.

Na de twaalfvingerige darm komt het eten terecht in de dunne darm.

Slide 10 - Tekstslide

lever
De lever produceert gal.

Het gemaakte gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas

Via de galbuis komt het gal in de twaalfvingerige darm. 

Slide 11 - Tekstslide

gal
Gal emulgeert vetten.

Vet lost niet op in water maar vormen juist grote vetdruppels. 

Gal breekt de grote druppels af in kleinere druppels zodat ze makkelijk verteert worden.

Slide 12 - Tekstslide

alvleesklier
De alvleesklier produceert alvleessap (enzym).

Alvleessap breekt eiwitten, koolhydraten en vetten af.

Slide 13 - Tekstslide

Dunne darm
De dunne darm is ongeveer 6 meter lang.
In de darmwand zitten darmsapklieren die darmsap (enzym) maken. Deze verteren eiwitten, koolhydraten en vetten. 

De wand van de dunne darm is ook sterk geplooid --> Darmplooien. In deze plooien zitten uitstulpingen-> darmvlokken
In de darmvlokken zitten bloedvaten en de wand hiervan is heel dun. 

In de dunne darm wordt water en de verteringsproducten opgenomen in het bloed.

Slide 14 - Tekstslide

Blinde darm
De overgang van de dunne darm naar de dikke darm noemen we de blinde darm.

Bij een blinde darm ontsteking is het wormvormige aanhangsel ontstoken. deze heeft geen functie.

Slide 15 - Tekstslide

Dikke darm
De dikke darm is 1,5 meter lang

In de dikke darm wordt het laatste beetje vocht opgenomen.

Na de dikke darm wordt de voedsel brei die we nu ontlasting noemen tijdelijk opgeslagen in de endeldarm waarna het doorgaan van de anus. het lichaam verlaat.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

ff checkenmet de torso

Slide 18 - Tekstslide

Van mond tot kont
Wat?  Begrippenkaartjes uit enveloppe 1 op volgorde van mond tot kont leggen.
Hoe?  In groepjes van 3 of 4. Verdeel de 14 kaartjes onderling, iedere leerling legt tenminste 3 kaartjes op de juiste plaats. Je helpt elkaar. 
Afspraak: De enveloppen en de kaartjes worden heel en netjes ingeleverd na gebruik. 
Hulp?  Vragen aan de docent.
Tijd?  5 minuten
Uitkomst, wat doen we ermee? Na 5 minuten bespreken we klassikaal de antwoorden. Groepjes krijgen random de beurt om hun antwoord uit te leggen.
Klaar? Wacht even rustig tot de andere groepjes klaar zijn. 
               



timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Van mond tot kont
Wat?  Begrippenkaartjes uit enveloppe 2 op volgorde van mond tot kont leggen.
Hoe?  In dezelfde groepjes. Verdeel de 18 kaartjes onderling, iedere leerling legt tenminste 4 kaartjes op de juiste plaats naast of tussen de kaartjes welke er al liggen. Je helpt elkaar. 
Hulp?  Vragen aan de docent.
Tijd?  5 minuten
Uitkomst, wat doen we ermee? Na 5 minuten bespreken we klassikaal de antwoorden;  Door eerst elk groepje met de klok mee door te draaien. Groepjes krijgen random de beurt om het antwoord op die tafel uit te leggen.
Klaar? Laat de kaartjes liggen wacht rustig op je plek of maak in je boek va blz. 99 opdrachten: 1-2-3-4-6-7-8-9-10
Afspraak: De enveloppen en de kaartjes worden heel en netjes ingeleverd na gebruik. 
               



timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag! Thema 2.4
Wat?   Lezen va blz. 99, maken opdrachten 1-2-3-4-6-7-8-9-10
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  10 minuten
Uitkomst, wat doen we ermee? 5 minuten voor het einde van de les bespreken we klassikaal de belangrijkste vragen. Ik wijs iemand random aan.
Klaar? Maak online de test-je-zelf thema 2.4
               



timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide