Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H2b 13.2. K6 E + F
Will
kom
men!
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Will
kom
men!
Slide 1 - Tekstslide
Programm Montag 13.2.
Lesen
Wörterbuch
Sprechen
Jullie weten wanneer je de 4de naamval gebruikt.
Jullie kunnen een tekst over school lezen.
Slide 2 - Tekstslide
die Schule
Slide 3 - Tekstslide
die Fälle (naamvallen)
Slide 4 - Tekstslide
Voorzetsels met de 4de naamval
Präpositionen mit Akkusativ
Slide 5 - Tekstslide
Welke voorzetsels
met de 4de naamval zijn er?
Slide 6 - Woordweb
Saskia hat
für
sie ein Geschenk gekauft.
De vierde naamval komt altijd na deze voorzetsels:
durch
door
um
om
für
voor
bis
tot
gegen
tegen
ohne
zonder
Slide 7 - Tekstslide
Vertaal de voorzetsels
door
voor
tegen
zonder
om
tot
durch
für
gegen
ohne
um
bis
Slide 8 - Sleepvraag
Personalpronomen
Slide 9 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord
4e
naamval
1e naamval:
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er
sie es
wir ihr
sie Sie
4e naamval:
mij jou hem haar het ons jullie hun/hen u
mich
dich ihn
sie es
uns euch
sie Sie
Slide 10 - Tekstslide
4de naamval
mich
dich
ihn
uns
euch
sie
sie
es
Sie
ons
jou
haar
jullie
het
hem
hen
mij
u
Slide 11 - Sleepvraag
Ontleden
Slide 12 - Tekstslide
Der Spieler fängt den Ball.
De speler vangt de bal.
Slide 13 - Tekstslide
Gezegde
Der Spieler
fängt
den Ball.
De speler
vangt
de bal.
werkwoord in zin ->
fängt
/
vangt
Slide 14 - Tekstslide
Onderwerp
Der Spieler
fängt den Ball.
De speler
vangt
de bal.
Wer fängt? ->
der Spieler
Wie vangt?
Slide 15 - Tekstslide
Leidend voorwerp
Der Spieler fängt
den Ball
.
De speler vangt
de bal.
Was fängt der Spieler? ->
den Ball
Wat vangt de speler?
Slide 16 - Tekstslide
Hij/Hem Regel
Der Spieler
fängt
den Ball.
De speler
vangt
de bal.
de speler ->
hij
= onderwerp
de bal ->
hem
= lijdend voorwerp
Slide 17 - Tekstslide
Naamvallen
Der Spieler fängt
den Ball.
Der Spieler = onderwerp ->
1de naamval
den
Ball = lijdend voorwerp ->
4de naamval
Slide 18 - Tekstslide
persoonlijke voornaamwoorden
Der Spieler
fängt
den Ball.
Der Spieler -> er
Er
fängt den Ball.
1de
der Ball -> ihn Er fängt
ihn.
4de
Slide 19 - Tekstslide
Ontleed de volgende zinnen.
gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
Das Kind
bestellt
einen Hamburger.
Geld.
Die Mutter
hat
Die Mutter
bezahlt
den Hamburger
Wer
isst
ihn?
Den Hamburger
isst
das Kind.
Slide 20 - Sleepvraag
Fragen zur Hausaufgabe?
Slide 21 - Tekstslide
Sehen
Buch Seite 26
Aufgabe 20
Slide 22 - Tekstslide
Sehen
Seite 26
Aufgabe 21
Logo
Slide 23 - Tekstslide
Hausaufgaben für Donnerstag 16.2.
Lernen: Wörterliste G
Machen: Kapitel 6, S. 27, Aufg F 23 im Buch
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Üben 4de
Übung 1
Übung 2
Übung 3
Übung 4
Übung 5
Slide 27 - Tekstslide
Wörterliste D/F
Gang Fenster
2 0
Slide 28 - Tekstslide
Toll!
Jullie weten welke voorzetsels bij de vierde naamval horen.
Jullie kunnen over school praten.
Slide 29 - Tekstslide
Toets
Slide 30 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
G2b 20.2. K6 E+F
Februari 2023
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H2b 9.2. K6 D + E ontleden
Februari 2023
- Les met
32 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
H2b 25.5. wh voorzetsels + ontleden
Mei 2023
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
MW blok 8 Wann Akkusativ
Mei 2023
- Les met
50 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
K2 les 2 grammatik + lezen
Oktober 2024
- Les met
18 slides
Duits
Secondary Education
3 havo Kapitel 2 5 les DU 4
30 dagen geleden
- Les met
26 slides
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU3 L1
Oktober 2024
- Les met
26 slides
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU4 L1
Oktober 2024
- Les met
20 slides
Duits
Secondary Education