Toets prep m2 H3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo lwoo, k, g, mavo
• Leerjaar 2

Welcome!

What are we going to do today?

- Practice grammar for the test

- Watch NewsRound

- Living memory

Wat is de juiste woord volgorde?

1. wie-doet-wat-waar-wanneer
2. wie-wanneer-doet-waar-wat
3. wanneer-waar-wie-wat-doet
4. doet-waar-wanneer-wat-wie

Woordvolgorde

Wie-doet-wat-waar-wanneer

He watched a funny film at home this weekend

He = wie

watched = doet

a funny film = wat

at home = waar

this weekend = wanneer

see / party / you / Tom's / last Friday / didn't / at / I

tried / before / you / this / have / ever

weekend / out / I / go / last / didn't

Word Order

What is the correct word order?

1. You there went last Monday.
2. You there last Monday went.
3. You went last Monday there.
4. You went there last Monday.

Word Order

What is the correct word order?

1. Danny went to school yesterday.
2. Went Danny to school yesterday.
3. To school went Danny yesterday.
4. Danny to school went yesterday.

Word Order

to

tomorrow

they

skiing

go

want

wie

doet

wat

waar

wanneer

Word Order

Carolyn

right now

her dog

in the park

is walking

Word Order

my

is

movie

Harry Potter

favourite

Bijvoegelijk naamwoord

ook wel adjectives genoemd

zeggen iets over het zelfstandig naamwoord (mensen dieren plaatsen dingen)

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Make a sentence using the adjective: pink

Make a sentence using the adjective: cute

Make a sentence using the adjective: long

Present perfect

Stap 1

have/has

zie tabel hiernaast >

Stap 2

Kijk of het woord in het derde rijtje staat

ja? gebruik dat woord

Stap 2

staat het woord niet in het rijtje?

+(e)d zie tabel hiernaast

bij woorden met 'y' gebruik je

 -ied

Graham______ (live) in London since the summer of 2010.

We ____ never ____ (to be) to that restaurant.

I _____ (to live) in Duiven since 2001

Raj _____ just ____ (to go)out to the market.

We ______ (work) on our idea for 3 years.

My brothers and I ____ (to leave) the building.

www.bbc.co.uk

Memory

Twee mensen gaan naar de gang.

De rest van de klas krijgt een woord.

De twee mensen komen terug van de gang. 

Om de beurt proberen zij de juiste setjes te maken.

Elke keer kies je dus twee klasgenoten, en probeer je de juiste woorden (regular en irregular verbs) aan elkaar te koppelen.