In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
10.1 Opgroeien
Slide 1 - Tekstslide
Opbouw van de les
Introductie ✓
Voorkennis: plaatjes
Theorie: interactieve les
Vragen uit boek
Quizvragen
Vooruitblik
Slide 2 - Tekstslide
Jongens of meisjes?
Slide 3 - Tekstslide
Hoe heet deze hormoonklier?
Slide 4 - Tekstslide
Aan het eind van deze les weet je...
Welke levensfasen er zijn
Hoe lichamelijke veranderingen ontstaan
Waardoor je zo hard groeit in de pubertijd
Slide 5 - Tekstslide
Welke levensfasen zijn er?
Iedere levensfase verandering = ontwikkeling
Lichamelijke ontwikkeling: verandering van het lichaam, je wordt: (1) langer en zwaarder, (2) meer spiermassa, (3) kraakbeen wordt bot (4) structuur van je huid verandert
Geestelijke ontwikkeling: je verstand (hersenen) verandert, bijvoorbeeld een baby leert gezichten herkennen of een volwassene kan voor zichzelf koken
Slide 6 - Tekstslide
Hoort het bij lichamelijke of geestelijke ontwikkeling?
De baby herkent zijn oma.
A
Geestelijk
B
Lichamelijk
Slide 7 - Quizvraag
Zet onderstaande begrippen in de juiste volgorde van jong naar oud: schoolkind - volwassene - baby - puber - kleuter - adolescent - peuter - oudere
Slide 8 - Open vraag
Lichamelijke verandering
Lichamelijke verandering ontstaat door hormonen (regelstoffen die berichten doorgeven)
Hormonen worden gemaakt in hormoonklieren zoals de hypofyse
Een van de hormonen is groeihormoon waardoor je groeit in de puberteit
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Hormoonklier
Hypofyse
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Hoe noemen we de hormoonklier die ervoor zorgt dat je verandert tijdens de puberteit?
Slide 13 - Open vraag
Via wat komen hormonen bij je organen?
Slide 14 - Open vraag
Groei tijdens Puberteit
Hypofyse maakt groeihormoon, komt in bloed en het bot reageert
Groei door celdeling (elke cel wordt twee cellen) en celgroei (groter worden van cellen)
Groei vindt plaats in groeischijven
Slide 15 - Tekstslide
Groeischijf
"Platte lagen kraakbeen met kraakbeencellen die snel delen en groeien."
Slide 16 - Tekstslide
Groeispurt
Slide 17 - Woordweb
Groeispurt & Stoppen
"Fase waarin extra veel groeihormoon wordt aangemaakt in de puberteit. In deze periode groei je sneller"
Duurt langer bij jongens of meisjes?
Komt eerder bij jongens of meisjes?
Groei stopt als kraakbeen verandert in bot (verkalkt)
Slide 18 - Tekstslide
Wat is een groeischijf?
A
Een gewricht waardoor je ledematen kunnen scharnieren
B
Een laagje kraakbeen dat snel afbreekt, volzuigt met bloed en dan uitzet
C
Een fase in je leven waarin extra veel groeihormoon wordt aangemaakt waardoor je sneller groeit
D
Platte lagen kraakbeen met kraakbeencellen die snel delen en groeien.
Slide 19 - Quizvraag
Mannen gemiddeld langer dan vrouwen, want:
De groei gaat sneller
De groeispurt gaat langerdoor
Bij jongens begint de groeispurt later ->
Jongens zijn dus al meer gegroeid als de groeispurt begint
Slide 20 - Tekstslide
Opbouw van de les
Introductie ✓
Voorkennis: plaatjes ✓
Theorie: interactieve les ✓
Vragen uit boek
Quizvragen
Vooruitblik
Slide 21 - Tekstslide
Opdrachten
Opdrachten 10.1 (p. 189 uit het werkboek)
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoel 1: Welke levensfasen bestaan er?
Slide 23 - Open vraag
Leerdoel 2: Hoe ontstaan alle veranderingen in de puberteit?
Slide 24 - Open vraag
Leerdoel 3: Waardoor groei je zo hard in de puberteit?
Slide 25 - Open vraag
De punten quiz
Aan het einde van elke les 3 vragen
Beantwoord door op juiste plek te gaan staan
Als jullie 80% goed hebben > verassing
Traktatie of Gastles Gabs Wildebras
Slide 26 - Tekstslide
1) Verandering in de bouw van een organisme noemen we...
A) Ontkieming
B) Ontwikkeling
C) Wijziging
D) Aanpassing
Slide 27 - Tekstslide
2) Wat is jouw volgende levensfase?
A) Oudere
B) Kind
C) Adolscent
D) Volwassene
Slide 28 - Tekstslide
3) Wat is geen rede dat mannen langer zijn?
A) De groei gaat sneller
B) De groeispurt begint eerder
C) De groeispurt gaat langer door
D) Bij jongens begint de groeispurt later
Slide 29 - Tekstslide
1) Verandering in de bouw van een organisme noemen we...