4.2 Wat valt er te kiezen?

4.2 Wat valt er te kiezen?
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

4.2 Wat valt er te kiezen?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Klas GL4B dinsdag 19 november
Wat gaan we deze les doen?

  1. Hopelijk hebben jullie een mooie en leerzame stageweek achter de rug. 
  2. Toets bespreken (kort). Superresultaten! 7,4 gemiddeld. Hopelijk gaan we dit volhouden.
  3. Huiswerk:  par. 4.1 af in het werkboek + schema links/rechts 
  4. Actualiteit: foto uit Den Haag. Wat was er aan de hand vorige week?
  5. Uitleg 4.2 Wat valt er te kiezen?
  6. Vul je schema aan tijdens de uitleg! (uitdeelversie heb ik ook voor de liefhebbers)
  7. Schema links/midden/rechts bespreken
  8. Aan de slag!
  9. Huiswerk: vrijdag 22 november maken par. 4.2 in het werkboek (blz. 82 t/m 85)
  10. Huiswerk: dinsdag 17 december toets Politiek (par. 4.1 t/m 4.6). 
       (Dit is de week voor de kerstvakantie)


Slide 3 - Tekstslide

Toets bespreken

Slide 4 - Tekstslide

Actualiteit: nieuws uit Den Haag
Wie is dit op de foto? 

Welke functie heeft ze?

En waarom was ze even heel groot nieuws in Nederland?

Hoe is de situatie nu?

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen 
  • je kunt uitleggen wat een politieke stroming is
  • je kunt de kenmerken (waarden) benoemen van de drie bekendste politieke stromingen
  • je kunt het verschil beschrijven tussen linkse, rechtse en middenpartijen
  • Je hebt je schema compleet aan het einde van deze les


Slide 6 - Tekstslide

Visie op de samenleving
  • Hoe willen we dat de samenleving eruitziet?
  • Hoe erg vinden we het als er grote verschillen zijn tussen arm en rijk?
  • Welke zaken moet de overheid regelen en welke niet?

Politieke partijen zijn opgericht vanuit een politieke stroming met daarbij behorende normen en waarden.


Slide 7 - Tekstslide

Politieke partijen
Waarden = Ideaalbeeld of principe dat voor jou belangrijk is en dat je graag wilt bereiken voor de wereld. Hoe wil je dat de samenleving eruit ziet? Hoe wil je dat burgers met elkaar omgaan?


Politieke partijen=  een groep mensen met dezelfde ideeën over de manier waarop onze samenleving het beste bestuurd kan worden. Dit zetten ze in hun partijprogramma of standpunten.

Slide 8 - Tekstslide

Politieke stromingen
De meeste partijen horen bij een politieke stroming. Binnen zo’n stroming zijn mensen het eens over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het best met elkaar kunnen
samenleven.

De drie bekendste stromingen zijn:
• Liberalisme
• Sociaal-democratie
• Christen-democratie

Slide 9 - Tekstslide

Liberalisme

Slide 10 - Tekstslide

Sociaal-democratie

Slide 11 - Tekstslide

Christen-democratie

Slide 12 - Tekstslide

Links, midden, rechts

Slide 13 - Tekstslide

Links, midden, rechts

Slide 14 - Tekstslide

Bron 2 verduidelijking geven

VRAAG:
Wat betekenen de woorden actief en passief?

Slide 15 - Tekstslide

Populisme

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag!
1. Nakijken 4.1 met nakijkblad
2. Schema aanvullen/vergelijken
3. Maken 4.2 in het werkboek

Je mag een muziekje opzetten voor jezelf als dit je helpt.

Huiswerk: vr. 22 november maken par. 4.2 in het werkboek (blz. 82 t/m 85)
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Op je 18e verjaardag 10.000 euro!?
  • vul het schema links/midden/rechts in met behulp van je tekstboek blz. 40 en 41
  • lees het artikel 'op je 18e verjaardag 10.000 euro?'
  • bekijk de link boven het artikel
  • maak nu de vragen bij de tekst (onder de tekst)
  • noteer je antwoorden in je schrift of in Word 

Slide 21 - Tekstslide

vragen + antwoorden artikel
1. Wat is solidariteit? Saamhorigheid, iets voor een ander over hebben:  “het besef bij elkaar te horen en elkaar te moeten steunen”. 
2. Waarom past dit idee bij een linkse partij zoals GroenLinks?
Iedereen gelijke kansen geven/gelijkheid/welvaart eerlijk verdelen
3. Denk je dat dit bijdraagt aan het gelijkheidsideaal? Leg uit.
Ja, want je kunt met 10.000 euro een goede investering doen, iedereen een vliegende start laten maken het maakt uit waar je geboren bent. Nee, want de kinderen van welvarende ouders ontvangen dit ook.
4. Wat vind jij van dit idee? Eigen antwoord.

Slide 22 - Tekstslide

nog even een herhalingsfilmpje...

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

bekijk de foto.
Gaat dit over actief
of passief kiesrecht?
A
Dit is ACTIEF kiesrecht
B
Dit is PASSIEF kiesrecht

Slide 25 - Quizvraag

Een linkse politieke partij wil zo veel mogelijk de …………………….. helpen.
A
rijke mensen
B
middenpartijen
C
rechtse partijen
D
kwetsbare mensen

Slide 26 - Quizvraag

De SP is de meest rechtse partij van de huidige Tweede Kamer
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 27 - Quizvraag

Forum voor democratie is een rechtse partij en is conservatief
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 28 - Quizvraag

“Wie hard werkt, mag ook veel verdienen.”

Deze uitspraak hoort vooral bij:

A
links
B
rechts
C
midden
D
links en rechts

Slide 29 - Quizvraag

De PVV vindt de ISLAM een bedreiging voor ons land.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 30 - Quizvraag

D66 is tegen abortus (=afbreken zwangerschap) en euthanasie (=levensbeëindiging)
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 31 - Quizvraag

De SGP en ChristenUnie zijn tegen abortus (=afbreken zwangerschap) en euthanasie (=levensbeëindiging)
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 32 - Quizvraag

Welke partij zet zich vooral in voor mensen met een migratieachtergrond?
A
DENK
B
VVD
C
PVV
D
SP

Slide 33 - Quizvraag

Welke partijen kunnen
het makkelijkst
compromissen sluiten?
A
Middenpartijen
B
Rechtse partijen
C
Linkse partijen
D
Zowel links als rechts

Slide 34 - Quizvraag