6 Trouw aan de heer

Paragraaf 6 Trouw aan de heer

Lesdoel= Hoe werkte het leenstelsel ?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 6 Trouw aan de heer

Lesdoel= Hoe werkte het leenstelsel ?

Slide 1 - Tekstslide


Het Frankische Rijk
751-870



  • Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
  • De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.  
  • In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video


Het leenstelsel

  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten

  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.

Slide 5 - Tekstslide

Bestuur
  • Leenstelsel
  • Geen geld voor soldaten, dus:
  • In plaats van geld, land lenen aan legeraanvoerders
  • Zij krijgen: land + opbrengst land
  • Koning krijgt: trouw (eed) + soldaten
  • Leenmannen werden de adel
  • Bv. ridders, graven, hertog

Slide 6 - Tekstslide

Paragraaf 6 Trouw aan de heer

Lesdoel= Hoe werkte het leenstelsel ?

Slide 7 - Tekstslide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
AANT = De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht ontdekkingsplaat
  • Bekijk ontdekkingsplaat 4.6  in je boek en online
  • Lees de tekstjes en bekijk het filmpje 
  • Schrijf minstens 5 kenmerken op van het leenstelsel die te zien/lezen zijn op de ontdekkingsplaat.

  • Overleg rustig met je buurman/vrouw
  • Zo bespreken --> iedereen moet wat kunnen noemen. 
timer
7:00

Slide 9 - Tekstslide


Het Frankische Rijk valt uiteen

  • Het rijk werd na de dood van Karel de Grote en zijn zoon Lodewijk de Vrome steeds meer verdeeld en verdeeld en verdeeld...
  • De edelen die deze gebieden bestuurden, 'vergaten soms maar even' dat zij dit gebied offcieel nog steeds in leen hadden van hun leenheer!

  • Of ze leenden het weer verder uit aan achterleenmannen...

Slide 10 - Tekstslide

familie Capet
- Op welke manier heeft deze familie de macht naar zich toe getrokken.
- Rond het jaar 1000 zijn de nakomelingen van Karel de Grote hun macht definitief kwijt.

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk....
  • Maak de mindmap af
  • Lees, maak en leer par 6
  • Bekijk de filmpjes op lessonup
  • begin met het voorbereiden van de toets = hdst Vorsten, monikken en boeren par 1 t/m 6
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

leenstelsel
- In de volgende filmpjes wordt het leenstelsel verder uitgelegd. Iedere keer op een andere manier. Kijk zelf welk filmpje het beste bij jou past.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Bonifatius was erg belangrijk bij de verspreiding van het christendom?
A
waar, want hij heeft veel mensen bekeerd
B
niet waar, de Friezen waren te machtig
C
waar, hij heeft een klooster gesticht
D
niet waar, dat was Willibrord

Slide 18 - Quizvraag

Wat was Willibrord?
A
ridder
B
monnik
C
Leenheer
D
koning

Slide 19 - Quizvraag

Wat was de hoogste stand?
A
Geestelijkheid
B
Adel
C
Boeren
D
de priesters

Slide 20 - Quizvraag

Wat was de taak van de adel
A
Bidden
B
Voor voedsel zorgen
C
Beschermen van het volk
D
Het land besturen

Slide 21 - Quizvraag

Heidenen zijn...
A
Mensen die in God geloven
B
Mensen die Jezus volgde
C
Mensen die geloven in natuurgoden
D
tegenstanders van de moslims

Slide 22 - Quizvraag

Een Germaanse god is...
A
Clovis
B
Donar
C
Jupiter
D
Juno

Slide 23 - Quizvraag

Iemand die heidenen bekeerd noemen we een...
A
Paus
B
Monnik
C
Non
D
Missionaris

Slide 24 - Quizvraag

De Middeleeuwen begon en eindigde in...
A
400 - 1400
B
500 - 1453
C
500 - 1500
D
500 - 1600

Slide 25 - Quizvraag

Het Romeinse Rijk werd opgesplitst in het jaar
A
400
B
395
C
476
D
622

Slide 26 - Quizvraag

Een reden voor het uiteenvallen van het Romeinse Rijk is...
A
Te weinig belasting inkomsten
B
Ruzie over de opvolging van de keizers
C
Het leger was te klein
D
A, B en C zijn goed

Slide 27 - Quizvraag

Domein bestond uit
A
Woeste grond
B
land gebruikt door heer
C
Land gebruikt door horigen
D
A, B en C zijn juist

Slide 28 - Quizvraag

Herendiensten
A
Zijn werkzaamheden verricht door de heer
B
Zijn werkzaamheden verricht door een vrije boer
C
Zijn werkzaamheden verricht door een horige

Slide 29 - Quizvraag

Hoe kan je een horige het beste omschrijven?
A
slaaf
B
hulpje
C
werknemer
D
simpele boer

Slide 30 - Quizvraag

Welk Germaans volk moest als laatste bekeerd worden tot het christendom?
A
bataven
B
friezen
C
tubanten
D
franken

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.

Slide 32 - Quizvraag

Laatste vraag.......uit welke stam komt Karel de Grote?
A
De Moren
B
De Franken
C
De Longobarden
D
De Saksen

Slide 33 - Quizvraag