Examenvragen

leerdoelen
  • hoe pak je open- en meerkeuzevragen aan
  • leesstrategieen toepassen
  • functies inleiding en slot
  • hoofdgedachte bepalen
  • tekstverbanden en signaalwoorden
  • tekstdoel
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

leerdoelen
  • hoe pak je open- en meerkeuzevragen aan
  • leesstrategieen toepassen
  • functies inleiding en slot
  • hoofdgedachte bepalen
  • tekstverbanden en signaalwoorden
  • tekstdoel

Slide 1 - Tekstslide

hoe pak jij een leestekst met vragen aan?

Slide 2 - Woordweb

Vind jij verkennend lezen belangrijk?
A
ja
B
nee

Slide 3 - Quizvraag

Hoe pak jij meerkeuzevragen meestal aan?

Slide 4 - Woordweb

Stappenplan meerkeuze
  • Lees de vraag en formuleer het antwoord. Kijk of jouw antwoord er tussen staat.
  • Staat die er niet tussen. Streep dan de antwoorden weg die zeker niet goed zijn.
  • Kijk nog een keer naar de tekst met de overgebleven antwoorden in je achterhoofd.
  • Weet je het nog niet, sla de vraag dan even over.
  • Weet je het nog steeds niet, dan gok je.

Slide 5 - Tekstslide

Bij meerkeuzevragen:
A
is er altijd minimaal één antwoord goed
B
is de eerste antwoordoptie nooit goed
C
is het langste antwoord meestal goed
D
wordt de plek van het juiste antwoord afgewisseld

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

leerdoelen
  • je kunt hoofd- en bijzaken herkennen
  • onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken
  • hoofdzaken ordenen 

Slide 9 - Tekstslide

Je kunt onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken

Slide 10 - Tekstslide

Welke zin is meestal de kernzin van een alinea?
A
de eerste zin
B
de laatste zin
C
de eerste of de laatste zin
D
het tussenkopje

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de kernzin van alinea 1?

tekst: Nederlanders kampioen eieren gooien.
A
De opbrengst van het evenement gaat naar een goed doel.
B
Afgelopen weekend werden voor de zevende keer de internationale Ei-kampioenschappen gehouden?
C
De bijzondere kampioenschappen vinden jaarlijks plaats in Groot - Brittannië.
D
Internationale Ei-kampioenschappen.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de kernzin van alinea 2?
A
Het Nederlandse team werd kampioen.
B
Een onderdeel van de kampioenschappen is het overgooien van rauwe eieren.
C
Nederlanders kampioen eieren gooien.

Slide 13 - Quizvraag

Alle samenvattingsvragen zijn gesloten?
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Je weet wat voor vragen over samenvatten op het examen komen

Slide 15 - Tekstslide

In een samenvatting zet je alleen hoofdzaken
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Maken
Opdracht 4, blz. 158-161

Je mag onderstrepen/markeren in je boek
Antwoorden in je schrift

Slide 17 - Tekstslide