1.3 samenvatten
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer maak jij voor school een samenvatting?
Slide 3 - Woordweb
Wat zet jij in een samenvatting?
A
hoofdzaken
B
bijzaken
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Welke zin is meestal de kernzin van een alinea?
A
de eerste zin
B
de laatste zin
C
de eerste of de laatste zin
D
het tussenkopje
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de kernzin van alinea 1?
tekst: Nederlanders kampioen eieren gooien.
tekst: Nederlanders kampioen eieren gooien.
A
De opbrengst van het evenement gaat naar een goed doel.
B
Afgelopen weekend werden voor de zevende keer de internationale Ei-kampioenschappen gehouden?
C
De bijzondere kampioenschappen vinden jaarlijks plaats in Groot - Brittannië.
D
Internationale Ei-kampioenschappen.
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de kernzin van alinea 2?
A
Het Nederlandse team werd kampioen.
B
Een onderdeel van de kampioenschappen is het overgooien van rauwe eieren.
C
Nederlanders kampioen eieren gooien.
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Alle samenvattingsvragen zijn gesloten?
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quizvraag
In een samenvatting zet je alleen hoofdzaken
A
juist
B
onjuist
