2T: Recap chapter 4

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Recap chapter 4

Vocabulary

If you are home late, your parents will .......(zich afvragen) where you are.

Vertaal naar het Nederlands:
To pay in cash

We have to ....... (het eens zijn) on who will be captain of the team.

Vertaal naar het Engels:
bijna nooit, zelden

Who is the ...... (eigenaar) of this car? It's blocking my drive way!

Vertaal naar het Nederlands:
usually

........ (helaas) I can't go to your birthday party on Sunday.

Vertaal naar het Engels:
korting

You should ..... (vermijden) lying in the sun between 11 am and 3 pm.

Vertaal naar het Engels:
geld terugkrijgen

My flight has a three hour ...... (vertraging), so I will arrive late.

Vertaal naar het Engels:
bonnetje

It was such a ......... (opluchting) when I found my missing cat.

Vertaal naar het Engels:
roltrap

There are ........ (ongeveer) fifty people coming to the party.

Vertaal naar het Engels:
openbaar vervoer

......... (tegenwoordig) almost every family in England has a car.

Vertaal naar het Engels:
retourtje

Plurals: the rules

1. Regel 1: zelfstandig naamwoord: + s: one apple, two apples. 
2. Regel 2: Zelfstandig naamwoord eindigt op een S - klank = + es: 1 watch, 2 watches
3. Regel 3: Zelfstandig naamwoord eindigt op een -o = + es, 1 hero, 2 heroes. 
4. Regel 4A: Zelfstandig naamwoord eindigt op een klinker + Y = +s: 1 toy, 7 toys

Wat zijn klinkers?

Au

Oei

Wat zijn medeklinkers?

Alle andere letters van het alfabet. 

Plurals: the rules

• Regel 4B: Zelfstandig naamwoord eindigt op een medeklinker + Y = -ies: 1 baby, 2 babies. 
• Regel 5: Zelfstandig naamwoord eindigt op een -f of -fe = ves: 1 knife, 2 knives, 1 wolf, 2 wolves. 
• Regel 6: onregelmatige meervouden: uit je hoofd!

Onregelmatige meervouden moet je uit je hoofd leren:

man

woman

child

person

sheep

fish

mice

tooth

foot

Onregelmatige meervouden

man        >  men

woman  >  women

child       >  children

mouse   >  mice

tooth      >  teeth

foot         >  feet

Sommige meervouden moet je uit je hoofd leren:

sheep       >  sheep

fish            >  fish

person      > People

deer          > deer

The future

The plan

• Future; 

1. present simple
2. Will, 
3. to be going to, 

Wanneer gebruik je de de present simple voor iets in de toekomst? 

• tijden volgens een vast schema:
• dienstregeling
• rooster
• reisschema

Hoe vorm je de future met de present simple?

Onderwerp	Hele werkwoord (+ S)	Rest van de zin
The train	arrives	at 12.45 PM.
The plane	departs	at eight o'clock.
Our next class	starts	at 09.45 hours.

Vertaal in het Engels:
De bus vertrekt om 20.00 uur.

In welke zin staat de future met de present simple?

1. They are watching a movie tonight.
2. The train arrives at 3 PM tomorrow.
3. He is meeting his friend after school.
4. She usually walks to work.

The future with will

The future met to be going to

Future to be going to

Onderwerp	vorm van to be	going to	hele werkwoord	rest van de zin
I	am	going to	call	you later this week
You	are	going to	do	your homework tonight
She	is	going to	visit	family in England
We	are	going to	cycle	to school tomorrow
They	are	not going to	invite	a lot of people to their party.

Sleep de juiste persoonvorm naar AM, ARE of IS.

am

is

are

they

 he

 you

   I

 she

  it

we

you

www.ego4u.com

Time left: gimkit