Wissel je antwoorden uit met degene naast je, kijk elkaars antwoorden na en bespreek het met elkaar!
Laatste 15 minuten: klassikaal bespreken van de antwoorden
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vandaag
Herhalingsopdracht paragraaf 2.4
Pak een pen en maak de herhalingsopdracht
Klaar?
Wissel je antwoorden uit met degene naast je, kijk elkaars antwoorden na en bespreek het met elkaar!
Laatste 15 minuten: klassikaal bespreken van de antwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Opdracht 1
Slide 2 - Tekstslide
1.Steenkool. Komt bijna overal in NL voor. Gebruikt voor het opwekken van energie (elektriciteit).
2. Aardgas. Komt vooral voor in het noorden van NL. Gebruikt voor het opwekken van elektriciteit en voor de verwarming
3. Zout. Komt vooral voor in het noorden en oosten van NL. Gebruikt voor productie van chloor en keukenzout.
4. Aardolie. Komt vooral voor in Zuidoost-Drenthe en in delen van Zuid-Holland (zuidwest). Gebruikt om bijvoorbeeld brandstoffen, plastic, verf mee te maken
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 2
Slide 4 - Tekstslide
a.
Reservoirgesteente= het poreuze gesteente waarin zich aardolie en aardgas vanuit het moedergesteente verplaatsen en van waaruit het gewonnen wordt
b.
Moedergesteente= het gesteente waarin aardolie en aardgas zijn ontstaan
Slide 5 - Tekstslide
c.
Het aardgas in Nederland is ontstaan in het moedergesteente en zit opgeslagen in de poriën van het reservoirgesteente. Dit reservoirgesteente is zandsteen.
Het aardgas zit opgeslagen in het zandsteen omdat het niet naar boven kan ontsnappen. Dit komt doordat er boven de zandsteenlaag een ondoordringbare zoutlaag zit die het gas tegenhoudt.
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 3
Slide 7 - Tekstslide
1. Kalksteen. Ontstaandoordat NL vroeger deel uitmaakte van een subtropische zee waar schelpen en skeletjes van micro-organismen zich opstapelden. Dit ging lang door en zo onstonden dikke pakketten die veranderden in kalksteen. Komt voor in Zuid-Limburg. Gebruikt voor bouwstenen, cement en meststoffen.
2. Zand en grind. In NL gekomen door woest stromende rivieren, landijs en wind. Komt voor in delen van midden-, oost, en zuidoost-Nederland. Gebruikt als ophoog- en bouwmateriaal.
3. Klei. In NL terecht gekomen doordat rivieren overstroomden in het Holoceen en het klei daarbij gesedimenteerd werd. Klei komt vooral voor in langs rivieren of in de kustgebieden. Gebruikt voor de productie van bakstenen.
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 4
Slide 9 - Tekstslide
a. In Nederland importeren we delfstoffen uit het buitenland omdat Nederland niet alle delfstoffen zelf in de bodem heeft die het wil winnen en gebruiken voor onder andere het maken van producten.
b. Nederland exporteert zelf ook delfstoffen naar het buitenland omdat de verkoop ervan veel geld oplevert voor ons land. Bijvoorbeeld de verkoop van aardgas.