Van kind tot crimineel

In aanloop van examen Maatschappijkunde
Een onderdeel uit criminaliteit en rechtsstaat

van kind tot crimineel
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

In aanloop van examen Maatschappijkunde
Een onderdeel uit criminaliteit en rechtsstaat

van kind tot crimineel

Slide 1 - Tekstslide

onthouden: een truc om dingen goed te onthouden is door er een verhaal bij te maken (pi-reeks). Dit gaan we ook doen in deze lessen.
Jullie schrijven je eigen verhaal bij ons lijdend voorwerp

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De start. 
Bedenk voor je hoofdpersonage:
- naam
- gezinssamenstelling
- soort huis / straat
- woonplaats

timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

2 minuten
Individuele oorzaken 

  • Gebrekkige opvoeding:aangeleerd gedrag binnen gezin
  • Gedrags- en psychische problemen: verwaarlozing, mishandeling
  • Sterke groepsdruk: hoe reageer je hierop?
  • Problematisch drugsgebruik
  • Persoonlijkheidskenmerken: aangeboren eigenschappen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf je verhaal verder. En verwerk er tenminste 2 individuele oorzaken van criminaliteit in. Maak er dus een verhaal van (geef voorbeelden) anders werkt het niet!
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijke oorzaken
-slechte levensomstandigheden: armoede, werkloosheid
- gebrek aan sociale controle: stad en platteland
- lage pakkans / gelegenheid maakt de dief: zichtbaarheid politie of camera's
- normvervaging: regels hoef je je niet aan te houden
- weinig maatschappelijk bindingen: individualisering
-eens een dief, altijd een dief / etikettering:

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf je verhaal weer verder. En verwerk er tenminste 2 maatschappelijke oorzaken van criminaliteit in. Maak er dus een verhaal van (geef voorbeelden) anders werkt het niet!
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kans op criminaliteit groter
De individuele en maatschappelijke oorzaken, of factoren maken de kans dat iemand de criminaliteit in komt groter.

Als we criminaliteit tegen willen gaan, welke oorzaken kunnen we dan het beste bestrijden?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtredingen en misdrijven

  • Overtredingen
bijv. door rood licht, wildplassen, (iets)te snel rijden (= meestal minder erg)

  • Misdrijven
bijv. vernielingen, diefstal, mishandeling. (= meestal erger)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten criminaliteit


  • Zware criminaliteit: 
moord, inbraak, verkrachting, overvallen, heling, verkoop van hard-drugs (meestal: uitgewerkt plan voor nodig & georganiseerde misdaad)

  • Veelvoorkomende criminaliteit: 
winkeldiefstal, voetbalvandalisme, zinloos geweld, graffiti, zwartrijden 
(meestal: geen uitgewerkt plan voor nodig)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verwerk in je verhaal tenminste 1 criminele handeling die onze hoofdpersoon doet en waarbij hij/zij gepakt wordt door het arrestatieteam.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf verder: welke materiële en immateriële gevolgen heeft onze hoofdpersoon veroorzaakt? 
timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INVOEGEN SCHEMA
RECHTSGANG

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Raadkamer
De raadkamer van de rechtbank kan een bevel tot gevangenhouding van 90 dagen geven. Een raadkamer wordt gevormd door een drietal rechters.
Rechter-Commissaris
Toestemming voor maximaal 14 dagen
2: Officier van Justitie
De OvJ kan dit verlengen met maximaal 2 keer drie dagen
1: Politie
De politie kan een verdachte maximaal 15 uur vastzetten
Voorarrest
Het voorarrest kan maximaal 110 dagen en 15 uur duren

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rechtzaak
  1. De rechter controleert je persoonsgegevens.
  2. De officier leest de aanklacht voor.
  3. De rechter, officier en de advocaat mogen vragen stellen.
  4. Eventuele getuigen mogen hun verhaal doen.
  5. De officier legt uit waarom hij de verdachte schuldig vindt en eist een bepaalde straf.
  6. De advocaat mag de verdachte een laatste keer verdedigen.
  7. De verdachte krijgt het laatste woord voordat de uitspraak komt.
  8. De rechter spreekt het vonnis uit.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten straffen
  • Hoofdstraf (geldboete, gevangenisstraf, taakstraf (werkstraf of leerstraf)
  • Bijkomende straf (bv Rijbewijs inleveren of ontzegging uit beroep)
  • Maatregel : tbs

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van straffen
  • Wraak en vergelding
  • Afschrikking
  • Voorkomen van eigenrichting
  • Resocialisatie
  • Beveiliging van de samenleving

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf verder: het vonnis van de rechter. Verwerk hierin in ieder geval:
Gaat het om een strafbaar feit?
Heeft de verdachte dit feit gepleegd?
Is de verdachte schuldig? 
Welke straf is passend en waarom?
timer
3:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beleid
Met beleid bedoelen we het geheel van ideeën of plannen om iets te bereiken. 

Je voert beleid wanneer je voor langere tijd aandacht geeft aan een probleem met als doel dit probleem te verminderen. 
Effectiviteit
Achteraf wordt gekeken of beleid wel echt heeft gewerkt. Daalt het aantal winkeldiefstallen niet, dan is het beleid voor winkeldiefstal niet effectief (en moet er ander beleid worden bedacht)
Wenselijkheid
Hierbij wordt er gekeken of mensen in de samenleving het wel eens zijn met het beleid. Niet iedereen vond de straf 'enkelband' passend. Dit zou geen echte straf zijn. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eind
Hoe eindigt je verhaal? Gaat je hoofdpersoon het rechte pad op of haalt de staf van de rechter eigenlijk niets uit? Wat is er mis gegaan? En waar kon het beter in het leven van je hoofdpersoon?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies