5.3 Wat betaalt de consument?

5.3 Wat betaalt de consument?
H1 Economie is meer dan geld
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.3 Wat betaalt de consument?
H1 Economie is meer dan geld

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we nog/al?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 5.2
  • Je kunt uitleggen wat de inkoopprijs is?
  • Je kunt met de brutowinstopslag de verkoopprijs berekenen.
  • Je kunt uitleggen hoe je rekening houdt met je concurrenten.
  • Je kunt verschillen noemen tussen fysieke winkels en webshops. 

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 5.2
  • Brutowinstopslag
  • Concurrenten
  • Detaillist
  • Inkoopprijs
  • Verkoopprijs 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 5.3
  • Je kunt uitleggen wat btw is en welke btw-tarieven er zijn.
  • Je kunt uitleggen waarom een winkelier niets aan de btw verdient.
  • Je kunt de consumentenprijs berekenen.
  • Je kunt vanuit de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs. 

Slide 5 - Tekstslide

Btw
  • Btw betekent belasting over de toegevoegde waarde.
  • Het is een belasting die de winkelier moet optellen bij de verkoopprijs.
  • Als je iets koopt, betaal je als consument dus altijd btw.
  • Een andere naam voor btw is omzetbelasting.
  • Voor de meeste producten geldt een btw-tarief van 21%.
  • Voor eten en drinken, boeken en medicijnen betaal je 9% btw.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Consumentenprijs
Als je iets koopt, dan bestaat de prijs uit twee delen.
  • De verkoopprijs
  • De btw
De consument betaalt altijd de prijs inclusief btw, dit noemen we de consumentenprijs.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Van consumentenprijs naar verkoopprijs
Als je wilt weten wat de prijs van een product is zonder btw, dan is het handig om een overzicht te maken van de percentages:
  • Prijs exclusief btw = 100%
  • Btw =                                  21%
  • Consumentenprijs = 121%
Reken vanuit de consumentenprijs altijd eerst terug naar 1%. Dus je deelt door 121, daarna kun je door rekenen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 5.3
  • Btw
  • Consumentenprijs

Slide 18 - Tekstslide

Je kunt nu
  • Je kunt uitleggen wat btw is en welke btw-tarieven er zijn.
  • Je kunt uitleggen waarom een winkelier niets aan de btw verdient.
  • Je kunt de consumentenprijs berekenen.
  • Je kunt vanuit de consumentenprijs terugrekenen naar de verkoopprijs. 

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk!

Maken opdrachten 5.3: 1(k), 2, 4, 5(k), 6, 8(k), 11(k), 12(k), 13, 14(k), 15(k), 16, 17(k), 18(k) en 19
Klaar?
Laten controleren bij de docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  
Laten aftekenen bij de docent, bij goedkeuring:
  • Bezig met een ander vak
  • Lezen


 

timer
25:00

Slide 20 - Tekstslide