H6.1 Scheiding in de industrie HAVO

H6.1 Scheiding in de industrie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6.1 Scheiding in de industrie

Slide 1 - Tekstslide

Is een kopje thee een zuivere stof? (H1.3)
A
Ja
B
Nee, hangt van de thee af
C
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer is iets een zuivere stof? (H1.3)
A
Als er 1 soort atoom in voorkomt
B
Als er 1 soort molecuul in voorkomt
C
Als 1 soort molecuul is opgelost in water

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor soort mengsel is koffie? (H2.1)
A
Suspensie
B
Emulsie
C
Oplossing

Slide 4 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode zie je in de afbeelding?(H2.3)
A
Filtreren
B
Indampen
C
Destilleren
D
Extraheren

Slide 5 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode heb je nodig om van theeblaadjes thee te maken? (H2.2)
A
Filtreren
B
Extraheren
C
Bezinken
D
Destilleren

Slide 6 - Quizvraag

Door het verschil in welke stofeigenschap kun je een mengsel scheiden met bezinken? (H2.2)
A
Deeltjesgrootte
B
Dichtheid
C
Kookpunt
D
Oplosbaarheid

Slide 7 - Quizvraag

Adsorptie
Bij adsorptie hechten sommige stoffen zich wel en andere stoffen zich niet aan het oppervlak van een adsorptiemiddel. De scheiding berust op een verschil in aanhechtingsvermogen.

Bijvoorbeeld met het gebruik van actieve kool kunnen afvalstoffen gebonden worden en zo wordt voorkomen dat deze in het milieu terecht komen.

Slide 8 - Tekstslide

Adsorptie
  • Actieve kool is een speciaal bewerkte vorm van koolstof. 
  • Deze koolstofvorm bevat veel scheuren en poriën, waardoor hij een groot oppervlakte heeft. 
  • In deze scheuren en poriën kunnen andere stoffen gemakkelijk vasthechten.

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Adsorptie en Absorptie
LET OP!
  • Er is een verschil tussen adsorptie en absorptie. Bij adsorptie hechten de
moleculen zich aan de buitenkant van het adsorptiemateriaal. 
  • Bij absorptiedringen de moleculen het materiaal binnen. 
  • Keukenpapier absorbeert dus water 
  • terwijl Norit kleurstoffen in water kan adsorberen.

Slide 11 - Tekstslide

Chromatografie
Om te testen of een bepaald product zuiver genoeg is, kun je gebruikmaken van de scheidingsmethode chromatografie

Er zijn verschillende vormen van
chromatografie, zoals papierchromatografie en gaschromatografie.

Slide 12 - Tekstslide

Chromatografie
  • Scheiden van mengsel van vaste stoffen of vloeistoffen
  • Scheiden op basis van oplosbaarheid en aanhechting.
  • Resultaat noem je een chromatogram.
  • Voorbeeld: kleurstoffen scheiden uit viltstift.

Slide 13 - Tekstslide

Papierchromatografie
  • Breng beetje mengsel aan onderop papier
  • Zet papier rechtop in loopvloeistof
  • Loopvloeistof 'loopt' door papier omhoog en neemt sommige stoffen uit mengsel mee omhoog
  • mobiele fase = vloeistof
  • stationaire fase = papier

Slide 14 - Tekstslide

Papierchromatografie

Slide 15 - Tekstslide

Chromatografie
  • De stof die beste oplost in de loopvloeistof en het minst goed hecht aan het papier, eindigt het hoogst.

  • "Wedstrijd" tussen oplosbaarheid in loopvloeistof en hechting aan papier.

Slide 16 - Tekstslide

Rf-waarde
  • Elke stof heeft bij een bepaalde
    temperatuur en een bepaalde  stationaire fase en loopvloeistof, een Rf-waarde. Daaraan kun je een stof herkennen. 
  • Om de Rf-waarde van een stof te bepalen, meet je op een chromatogram twee afstanden, hiernaast aangegeven met A en B.

Slide 17 - Tekstslide

Rf-waarde
  1. Meet de afstand van het punt
     waar je de kleurstof(fen) hebt  opgebracht tot het midden van het punt waar een kleurstof is blijven steken. (A) 
  2. Meet de afstand van het punt
     waar je de kleurstof(fen) hebt opgebracht tot waar de
     loopvloeistof is opgetrokken. (B) 
  1. De Rf-waarde is A : B.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is geen scheidingsmethode?
A
Destilleren
B
Chromatografie
C
Elektrolyse
D
Adsorbtie

Slide 20 - Quizvraag

Hoe scheid je een mengsel van zand en zout?
A
Bezinken, filtreren en indampen
B
Extraheren en filtreren
C
Extraheren, filtreren en indampen
D
Indampen en filtreren

Slide 21 - Quizvraag

Lucht zuiveren met een afzuigkap is een voorbeeld van
A
filtreren
B
adsorberen
C
absorberen
D
destilleren

Slide 22 - Quizvraag

Als je een suspensie wilt scheiden, dan moet je
A
extraheren
B
filtreren
C
destilleren
D
adsorberen

Slide 23 - Quizvraag

Welke scheidingsmethode gebruik je bij een mengsel van opgeloste kleurstof in vloeistof?
A
Destilleren
B
Extraheren
C
Indampen
D
Adsorberen

Slide 24 - Quizvraag

Waarop is papierchromatografie gebaseerd?
A
Verschil in kookpunt van de componenten
B
Verschil in absorptievermogen van het papier
C
Verschil in de oplosbaarheid van het mengsel in de loopvloeistof
D
Zowel B als C

Slide 25 - Quizvraag

We willen een mengsel van 2 stoffen A en B scheiden dmv papier chromatografie. Stof A lost beter op in de loopvloeistof dan stof B.
Stof B adsorbeert beter dan stof A. Welke stof komt hoger in het chromatogram ? Leg je antwoord uit.

Slide 26 - Open vraag

De scheidingsmethode adsorberen maakt gebruik van de stofeigenschap:
A
Aanhechting
B
Oplosbaarheid
C
Aanhechting + oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 27 - Quizvraag

De scheidingsmethode chromatografie maakt gebruik van de stofeigenschap:
A
Aanhechting
B
Oplosbaarheid
C
Aanhechting + oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 28 - Quizvraag

Welke kleurstof loste het best op in de loopvloeistof? Zie chromatogram.
A
Bruin
B
Oranje
C
Geel
D
Rood

Slide 29 - Quizvraag