De werkwoorden zijn dus niet altijd een koppelwerkwoord. Om zeker te weten of je met een koppelwerkwoord te maken hebt, kun je twee vragen stellen:
1. Is het hoofdwerkwoord in de zin een koppelwerkwoord en kun je
het vervangen door minstens één ander koppelwerkwoord?
> is = het enige werkwoord (dus hoofdwerkwoord)
> is = een vorm van zijn
> Jan is acteur Jan lijkt acteur
kww: is kan vervangen worden door een ander kww (lijkt)