V3 Leesvaardigheid 2 Betrouwbaarheid (deel 2)


Welkom V3T!


Leesvaardigheid 2
(deel 2)
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Welkom V3T!


Leesvaardigheid 2
(deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Huiswerk nakijken
  3. Leerdoelencheck / leerwerkcheck Leesvaardigheid 
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Op welke 4 punten moet je letten als het gaat om de betrouwbaarheid van een tekst?

Slide 4 - Woordweb

Opdracht 1
1 a De opvatting van de Correspondent over nieuws is dat nieuws niet hoort te gaan over het sensationele maar over het fundamentele. In plaats van te kijken naar vluchtige onderwerpen die kortstondig alle media-aandacht opeisen, richt de Correspondent zich juist op structurele ontwikkelingen in de samenleving.

b Bij de Correspondent vinden ze dat het beter is om open te zijn over de standpunten en het wereldbeeld van hun journalisten. Dit doen ze omdat volgens de Correspondent feiten alleen betekenis hebben als ze worden geïnterpreteerd. Iedere interpretatie is gestoeld op bepaalde wereldbeelden en morele overtuigingen. De Correspondent vindt het belangrijk dat de lezer weet welke dat zijn.

c De Correspondent beschermt de privacy van de lezer door alleen gegevens op te slaan waartoe ze wettelijk verplicht zijn of die nodig zijn voor het goed functioneren van het platform (zoals een loginnaam en wachtwoord). Ze verkopen deze informatie niet aan derden. Ze legen uit wat ze met de verkregen gegevens doen. Tot slot geven ze lezers waar mogelijk zeggenschap over de gegevens die ze verzamelen.
 

Slide 5 - Tekstslide

d De Correspondent doet niet aan winstmaximalisatie omdat het niet past bij hun allereerste uitgangspunt. Commerciële media maximaliseren hun winst door zo veel mogelijk aandacht te trekken van het publiek, om die aandacht vervolgens door te verkopen aan adverteerders. Dit gaat dwars in tegen de missie van De Correspondent om te schrijven over ‘niet het sensationele maar het fundamentele’. Als je zo veel mogelijk aandacht moet genereren, kun je niet anders dan je bezighouden met de waan van de dag. Door een plafond 5% winst in te stellen, is er geen financiële prikkel om voor de Correspondent om zich tóch met sensationele berichtgeving bezig te houden.

Slide 6 - Tekstslide

Welke vier elementen zijn van belang bij het kijken naar de betrouwbaarheid van een tekst?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent het belang van de auteur?
A
of de auteur een relevante opleiding, werkervaring of andere ervaring hebt
B
of de informatie achterhaald is door de tijd
C
of de auteur relatief neutraal staat ten opzichte van het onderwerp waarover hij bericht
D
of de bron of afzender betrouwbaar is

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent de deskundigheid van de auteur?
A
of de auteur een relevante opleiding, werkervaring of andere ervaring hebt
B
of de informatie achterhaald is door de tijd
C
of de auteur relatief neutraal staat ten opzichte van het onderwerp waarover hij bericht
D
of de bron of afzender betrouwbaar is

Slide 9 - Quizvraag

In sommige advertenties of reclames prijzen mannen of vrouwen in doktersjassen bepaalde medicijnen/producten aan.

Slide 10 - Tekstslide

Welke indruk moeten de doktersjassen geven aan het publiek?

Slide 11 - Woordweb

Wat wordt er bedoeld met de deskundigheid van de auteur?

Slide 12 - Open vraag

Wanneer is een tekst actueel en wanneer niet?

Slide 13 - Open vraag

Bekijk de tekst.
Is deze tekst
betrouwbaar?
Leg je
antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

Leesvaardigheid 2: oefenen
Pak je  beslisboom (zie voorbeeld hiernaast) met vragen waar je ja of nee op kunt antwoorden om te kunnen bepalen of een tekst betrouwbaar is erbij in je schrift bij opdracht 9. Jullie gaan in twee-allen de beslisboom testen aan de hand van twee teksten. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Zijn de uitspraken in de reclame betrouwbaar? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Woordweb

Naast advertenties maken bedrijven soms ook gebruik van advertorials. 

Dit zijn advertenties in de vorm van een 'informatief' artikel. 

Slide 20 - Tekstslide

Waarom zouden advertorials effectief zijn? Ga in je antwoord in op belang en deskundigheid.

Slide 21 - Woordweb

Is de schrijver van deze tekst deskundig?
A
wel deskundig
B
niet deskundig

Slide 22 - Quizvraag

Opdracht maken
  • Maak opdracht 1 op pagina 18 van je boek.
  • Je krijgt hier 20 minuten de tijd voor. 
  • Je werkt alleen én in stilte.
  • Klaar? Ga nog even in je leesboek lezen. 
timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht nakijken
a Scholen voor hoogbegaafde kinderen kosten meer geld, omdat de klassen kleiner zijn en er extra lesstof aangeboden moet worden.
b In hoogbegaafde klassen voelen hoogbegaafde leerlingen zich niet meer zo anders of raar. / Hun grapjes worden eindelijk begrepen door leeftijdsgenoten. / Met een deskundige leerkracht kan gewerkt worden aan de frustratie die ze voelen als iets niet lukt. / Er kan aan faalangst gewerkt worden. / Ze kunnen leren samenwerken, met kinderen die het misschien beter weten dan zij. / Ze kunnen zich vastbijten in complexe vraagstukken. / Ook hoogbegaafde kinderen hebben begeleiding nodig. / Ze moeten net als alle jonge mensen nog leren plannen, leren organiseren, en discipline aanleren, en dat leren ze niet op de reguliere basisschool waar ze zonder moeite de lesstof onder de knie krijgen.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht nakijken
c In het hoogbegaafdenonderwijs leert een hoogbegaafde plannen, leert hij organiseren en leert hij discipline aan. Dat leren ze niet op de reguliere basisschool waar ze zonder moeite de lesstof onder de knie krijgen.
d Het is volgens de auteur niet sociaal om een hoogbegaafde mee te laten draaien in het regulier onderwijs, omdat je een kind dan omringt met kinderen en leerkrachten die hen niet begrijpen, waardoor ze vaak buitengesloten worden.
e Het doel van de tekst is de lezer te overtuigen van de noodzaak voor speciaal onderwijs voor hoogbegaafden.
f Er moet volwaardig hoogbegaafdenonderwijs komen in haar woonplaats. 

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht nakijken
g De auteur geeft de volgende argumenten:
- Op een hoogbegaafdenschool zullen hoogbegaafden zich minder anders of raar voelen.
- Ook hoogbegaafde leerlingen hebben begeleiding nodig. Het zijn namelijk geen wonderkinderen.
- Op een hoogbegaafdenschool kunnen hoogbegaafde leerlingen vaardigheden leren die ze op een reguliere basisschool niet kunnen leren, zoals plannen, organiseren en gedisciplineerd werken.
- Er is niets sociaals aan kinderen omringen met kinderen en leerkrachten die hen niet begrijpen en daardoor buitensluiten.
h Eigen antwoord

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 12 september
  • Huiswerk: leren p. 8 en 12
  • Meenemen: laptop, boek, leesboek, schrift en pen
  • Programma: leesvaardigheid 3

Slide 27 - Tekstslide