Hst 2

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welkom!
Op tafel: 
Kern-boek
map 
pen/potlood
naamkaartje
(telefoon in zwarte zakkie op hoek tafel)

Slide 3 - Tekstslide

Agenda 
Samen lezen 
hst 2. blz. 12
+ oefening

Zelf: lezen Manifest 
Maken vraag 1/2

Slide 4 - Tekstslide

Hst 2 
Ik weet aan welke voorwaarden een tekst moet voldoen om betrouwbaar te zijn.
Ik kan het belang en de deskundigheid van een auteur en de actualiteit van informatie beoordelen.
Ik kan uitleggen waarom een tekst wel of niet betrouwbaar is. 
Ik kan zelf een betrouwbare tekst vinden over een bepaald onderwerp. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat heb je onthouden van mediawijsheid?

Slide 6 - Woordweb

Hst 2 blz. 12
Vertrouwen en betrouwbaarheid

Vindplaats

Belang van de auteur

Deskundigheid van de auteur 

Actualiteit 

Slide 7 - Tekstslide

Welke bron geeft betrouwbare info over huidkanker
A
Kruidvat.nl
B
foru.fok.nl
C
NRC
D
Gezondheidsplein.nl

Slide 8 - Quizvraag

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
2. een artikel over slaapproblemen in Quest
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 9 - Quizvraag

Betrouwbaar 
Onbetrouwbaar

Slide 10 - Tekstslide

Betrouwbaar of niet? 
Thomas Puyeo - Hammer and the Dance (artikel)
Fajah Lourens - over lifestyle
Voedingscentrum.nl
Diëtist Ahlam alias Marokkaansediëtist op insta
Tim Spector over intermittent fasting - Zoë Podcast
Erling Haaland over lifestyle en eetgewoonten


Slide 11 - Tekstslide

Wat is De Correspondent? 
De Correspondent is een online journalistiek platform gevestigd in Amsterdam.  
De Correspondent streeft naar onafhankelijke achtergrond- en onderzoeksjournalistiek en wordt daarom gefinancierd door donateurs en leden, niet door advertenties. Het wordt daardoor tot slow journalism gerekend. De lezer kan desgewenst gedurende een aantal maanden een specifieke 'correspondent' volgen in een lopend onderzoek of project, en daardoor betrokken worden in en bij de ontwikkelingen. 


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Manifest 
Lees blz. 13 
en 
maak vraag 1 en 2 

Zoek eerst op wat een manifest eigenlijk is!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Begrippen uit deze les

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Betrouwbaar?


Je leert hoe je de betrouwbaarheid van informatie kunt controleren

Slide 19 - Tekstslide

Programma
Vandaag over de betrouwbaarheid van info

Morgen: hoe kies ik een boek voor de boekopdracht
Neem een boek mee als je er al een hebt!!!!

Slide 20 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van nepnieuws of een onbetrouwbaar bericht

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

4 criteria voor de betrouwbaarheidscheck
1. Waar heb je het artikel gevonden - kwaliteitsemedium of niet?
2. Heeft de auteur een belang of is hij neutraal?
3. Is de auteur deskundig of is het een (domme?) bekende Nederlander die beter is in wat anders?
4. Is het oud nieuws dat al lang achterhaald is of is het vers van de pers?

Slide 23 - Tekstslide

Welke kwaliteitsmedia ken je?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Journalisten moeten zorgen dat hun informatie klopt. Hoe doen ze dit?
A
Ze lezen onderzoeksrapporten
B
Ze interviewen meerdere mensen
C
Ze plegen hoor en wederhoor en zijn neutraal
D
Ze vermelden hun bron of zetten erbij als ze iets niet kunnen bewijzen

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Niet alles wat online staat is prut
De Correspondent, genoemd op p. 13, is een online magazine

We lezen het manifest van de makers van De Correspondent samen

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk
Maak vraag 1, 2 en 3 van les 2 op p. 14

Slide 32 - Tekstslide

Betrouwbaar?


Je leert hoe je de betrouwbaarheid van informatie kunt controleren

---> de auteur!

Slide 33 - Tekstslide

Programma
Vandaag over de betrouwbaarheid van info

We herhalen kort de theorie
Daarna gaan jullie aan de slag met de opdrachten

Slide 34 - Tekstslide

4 criteria voor de betrouwbaarheidscheck
1. Waar heb je het gevonden - is de bron een kwaliteitsemedium of niet?
2. Heeft de auteur een belang of is hij neutraal?
3. Is de auteur deskundig of is het een (domme?) bekende Nederlander die beter is in wat anders?
4. Is het oud nieuws dat al lang achterhaald is of is het vers van de pers?

Slide 35 - Tekstslide

actualiteit/
betrouwbaarheid
deskundigheid auteur
belang auteur
vindplaats
BRONNEN

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht
Ontwerp een vragenlijst om te beoordelen of een tekst  betrouwbaar is. Let op de eisen die gesteld worden op p. 12.

De vragenlijst ontwerp je zelfstandig
Je bespreekt je checklist in duo's.
Heb je alle 4 de criteria erin opgenomen?

Slide 37 - Tekstslide

Deskundig?
Belang bij de kwestie? 

Slide 38 - Tekstslide

De auteurs zijn wel deskundig, maar hebben wel een zeer duidelijk belang bij de situatie en dat maakt ze dus minder betrouwbaar.
Wat is hun belang bij deze kwestie? 

Slide 39 - Tekstslide

Kritisch lezen, hoe dan?
  • Deskundige auteur?
  • Onpartijdigheid/ belang auteur (staat er iets over zijn opleiding/ beroep?)
  • Waar en wanneer is de tekst gepubliceerd?
  • Informatie verouderd?
  • Zijn de geïnterviewden betrouwbaar en deskundig? Komen er voor- én tegenstanders aan het woord?
  • Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij geen belangrijke dingen weg?
  • Zijn de argumenten van de auteur sterk of kun je er makkelijk iets tegen inbrengen?

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Betrouwbaarheid van de auteur (p. 18)
Deskundigheid kan voortkomen uit drie dingen. Ten eerste kan een auteur een bepaalde opleiding gedaan hebben die relevant is voor het onderwerp. Ten tweede kan een auteur deskundig zijn dankzij de werkervaring die hij heeft opgedaan. Als laatste kan een auteur een ervaringsdeskundige zijn. Dat betekent dat hij zelf heeft meegemaakt waarover hij schrijft.

Neem een onderwerp als het basisonderwijs. Een onderwijskundige heeft jarenlang geleerd over hoe je het onderwijs het beste kunt inrichten. Een docent die al twintig jaar voor de klas staat, weet dankzij zijn vele werkervaring wat in de praktijk wel of niet werkt. Ouders van schoolgaande kinderen maken het reilen en zeilen op een basisschool van dichtbij me een zijn zo ervaringsdeskundige.

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 5, 6 en 7
In duo's
Evaluatie: klassikaal 

Slide 44 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 45 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 46 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 47 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 48 - Tekstslide

advertorial

Dit is een advertorial.

De reclameboodschap wordt verpakt in een informatief verhaaltje.

Slide 49 - Tekstslide

In duo's
# Zoek samen op internet wat een "advertorial" is.
# Maak een powerpoint met de belangrijkste kenmerken.
# Zoek in krant/tijdschrift een voorbeeld van een advertorial.
# Maak een (digitale) poster van de tekst waarop je de kenmerken markeert en met tekstwolkjes uitlegt. 

Slide 50 - Tekstslide

V3 Huiswerk / opdracht
Maak vraag 1 en 2 op p. 14
Noteer alle woorden uit de tekst die je niet kent

Slide 51 - Tekstslide