Als iemand jou vraagt van wat voor soort films en series jij houdt, kun je dat waarschijnlijk in een paar woorden uitleggen. Zo is het ook met boeken. Om uit te leggen wat jouw smaak is, kun je iets zeggen over het onderwerp en het genre.
Slide 7 - Tekstslide
Onderwerp - genre fictieboek
Het onderwerp – datgene waarover het verhaal gaat, bijvoorbeeld: voetbal, pesten of vriendschap.
Het genre(spreek uit: zjan-re), het soort verhaal.
In de bibliotheek staat op de boeken een pictogram dat het genre aanduidt, bijvoorbeeld:
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Je pakt je lesboek, blz. 76.
We lezen samen tekst 1
Slide 10 - Tekstslide
Zelfstandig
Maak opdracht 1 en 2 in je schrift.
Daarna bespreken we de opdrachten
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Je werkt aan opdracht 4 en 5 (blz. 78 tm 81)= huiswerk
7 februari
(heb je grammatica pv en zinsdelen in de digitale methode ook af? = huiswerk morgen!)
timer
20:00
Slide 13 - Tekstslide
Evalueren
Welke van de twee boeken spreekt jou het meeste aan?