H7.17 Aandoeningen aan de mannelijke geslachtsorganen

Welkom in de les
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les

Slide 1 - Tekstslide

ZKH 2 - H7.17 - Aandoeningen aan de mannelijke geslachtsdelen
Aandoeningen mannelijke geslachtsorganen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les
Na het volgen van de les kan de student:
  • aandoeningen en verschijnselen van de mannelijke geslachtsorganen benoemen.
  • benoemen welke onderzoeken ingezet kunnen worden.
  • benoemen welke behandelingen er mogelijk zijn bij deze aandoeningen.
  • uitleggen welke pre- en postoperatieve zorg gegeven wordt bij chirurgische ingrepen van de mannelijke geslachtsorganen.

Slide 3 - Tekstslide

Waar ging de vorige les over?

Slide 4 - Open vraag

We doen een kleine quiz
over H7. 14: Aandoeningen aan de urinewegen.

Slide 5 - Tekstslide

De juiste volgorde van het urinewegstelsel is ...
A
Nieren - Blaas - Urineleiders
B
Nieren - Urineleiders - Blaas
C
Urineleiders - Nieren - Blaas
D
Urineleiders - Blaas - Nieren

Slide 6 - Quizvraag

Nieren, ureters (urineleiders), blaas en plasbuis (urethra)  

Slide 7 - Tekstslide

Welke aandoeningen van de urinewegen ken je?

Slide 8 - Open vraag

Wat is een urineweginfectie?
A
Een ontsteking van de plasbuis
B
Een ontsteking van de blaas
C
Een infectie aan de urinewegen
D
Een infectie van de blaas

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een urineweginfectie (UWI) en een blaasontsteking (cystitis)?
A
Het verschil is dat er bij een UWI een infectie is van de lagere urinewegen .
B
Het verschil is dat er bij een UWI een infectie is van het slijmvlies aan de binnenkant van de urinewegen.
C
Het verschil is dat er bij een cystitis een infectie is van de hogere urinewegen.
D
Het verschil is dat er bij een cystitis een infectie is van het slijmvlies aan de binnenkant van de urinewegen.

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn specifieke klachten bij een urineweginfectie?
A
Bloed in de ontlasting, incontinentie voor ontlasting en vaker naar het toilet moeten
B
Pijn bij het plassen, kleine beetjes plassen en vaker naar het toilet, koorts
C
Pijn bij het plassen, minder vaak plassen en plotselinge incontinentie
D
Moe, misselijk, weinig eetlust en vaker naar het toilet moeten voor ontlasting.

Slide 11 - Quizvraag

Uitleg
Infectie aan de urinwegen is een UWI.
Een specifieke UWI is een blaasontsteking.
Een blaasontsteking is een infectie aan de lagere urinewegen.
Een infectie aan de hogere urinewegen is bijvoorbeeld nierbekkenontsteking.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een ongecompliceerde urineweginfectie?
A
Hierbij gaat een UWI gepaard met koorts
B
Een infectie bij een gezonde, niet zwangere vrouw zonder koorts
C
Een infectie bij een man zonder koorts
D
Een UWI bij een zwangere vrouw

Slide 13 - Quizvraag

Tekenen van een urineweginfectie zijn;
A
Loze aandrang van plassen
B
Pijn bij plassen
C
Verwardheid
D
Hematurie

Slide 14 - Quizvraag

Welke dingen zou je willen weten uit een urine onderzoek?
(urine naar het lab sturen)

Slide 15 - Open vraag

Wat wil je weten uit een bloedonderzoek?
A
Afbraak van spierweefsel (creatinine)
B
eGFR en albumine (toont niveau van nier aan)
C
Afbraak van eiwitten (ureum)
D
Creatinine level vergelijken met creatinine in urine

Slide 16 - Quizvraag

Urodynamisch- & flowmetrie onderzoek is gericht op de urinestraal en de kracht waarmee de urine het lichaam verlaat.
Wat meten deze onderzoeken precies?
A
De blaasinhoud
B
De blaasdruk
C
De afsluiting van de blaas en eventueel urineverlies
D
De uitstroomsnelheid van de urine

Slide 17 - Quizvraag

Vragen bij video die we gaan kijken
  1. Hoe ontstaat schade aan de nieren door hypertensie?
  2. Hoe komt het dat er eiwitten in de urine zitten door diabetes mellitus?
  3. Hoe kenmerkt acute nierschade zich naderhand?
  4. Waardoor worden nefronen verdrukt bij cyste nieren?
  5. Wat ga je in je bloed opstapelen als de nier niet goed meer werkt? 
  6. Wanneer merk je pas klachten van een verminderde nierfunctie? (vanaf welke eGFR?)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Presenteren invasieve ingrepen
WAT?
Presenteer voor je collega’s over invasieve ingrepen:
Een blokkade (1) of SAN (2) of SCS (3) of Epiduroscopie (4) of Elektroforese (5) of Ketanest® (6)
HOE?
Maak gebruik van Canva, PPP, presi of Word.
TIJD?
In 5 minuten je onderwerp presenteren.
HULP?
Gebruik Thieme Meulenhoff H2.9: pijnbestrijding
& het internet.
OPBRENGST
Kennis over verschillende vormen van anesthesie.

Slide 20 - Tekstslide

(Mannelijke) geslachtsorganen

Slide 21 - Woordweb

ZKH 2 - H7.17 - Aandoeningen aan de mannelijke geslachtsdelen
Aandoeningen mannelijke geslachtsorganen

Slide 22 - Tekstslide

Mannelijke geslachtsorganen
De prostaat is een klier: zorgt voor productie van vloeistof dat deel uitmaakt van de zaadvloeistof.
Prostaatklachten: Moeilijk plassen, soms wat bloed bij zijn urine.
Vergrootte prostaat: Prostaatoperatie via urine buis (TURP).
Prostaat ziekte verschijnselen: 
minder krachtige straal tijdens het plassen.
 druppelsgewijs plassen.
 moeilijk op gang komen van plassen.
 de blaas loopt over en de zorgvrager
 verliest af en toe een beetje urine.
 niet meer kunnen plassen.

Slide 23 - Tekstslide

Vooraf aan de operatie
Zorg na de operatie
Medicatie geven tegen vergrootte prostaat
Urine kweken
Kruisbloed afnemen
Patiënt is nuchter
Patiënt inlichten over de operatie
Controle wond en bloedingen
Controle vitale functies en mictie
Pijn
Schoon en hygiënisch werken

Slide 24 - Sleepvraag


Waar moet je opletten voor een operatie aan de mannelijke geslachtsorganen?

 
- Medicatie geven tegen vergrootte prostaat
- Urine kweken
- Kruisbloed
- Nuchter
- Inlichten

Waar moet je opletten na een operatie aan de mannelijke geslachtsorganen?


- Mictie controle
- Schoon werken (kans op infecties is groot)
- Doorademen
- Controle functies
- Psychisch aspect
- Wond en bloedingen, zwelling (kans op nabloeding turp is groot)
- Pijn en blaaskrampen
- Oedeem




Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 1 uitleg
Wat?
Bedenk & schrijf 10 aantal vragen in Word over:
Groep 1: Chirurgische ingrepen aan de penis
Groep 2: Chirurgische ingrepen aan de testis
Groep 3: Chirurgische ingrepen aan de prostaat
Hoe?
LET OP: Er moeten minstens 5 verdiepingsvragen/doordenkvragen inzitten!

--> Stuur je Word bestand op naar je docent na 20 min.
Tijd?
20 minuten om de vragen met elkaar te maken.
Hulp?
ZKH 2 H7.17 Aandoeningen aan mannelijke geslachtsorganen
Opbrengst
Een quiz voor een andere groep om te maken &
te leren over de verschillende ingrepen voor de man.

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 2 uitleg
Wat?
Beantwoord de 10 vragen die de andere groep heeft bedacht.
Hoe?
Beantwoord de vragen voor jezelf op papier.
Tijd?
15 minuten om de vragen te maken.
Hulp?
ZKH 2 H7.17 Aandoeningen aan mannelijke geslachtsorganen
Opbrengst
Een quiz voor een andere groep om te maken &
te leren over de verschillende ingrepen voor de man.

Slide 27 - Tekstslide

Welk gedeelte van deze 2 lessen vond jij leerzaam?
De terugblik quiz
De video met vragen
De presentaties over invasieve ingrepen
De uitleg over aandoeningen aan de mannelijke geslachtsorganen
De quizvragen bedenken over ingrepen
De oefentoets en jezelf nakijken
Eventueel: de youtube filmpjes over de invasieve ingrepen

Slide 28 - Poll

Ik weet nu te benoemen welke aandoeningen en verschijnselen van de mannelijke geslachtsorganen er zijn.
0100

Slide 29 - Poll

Ik weet nu te benoemen wat er als pre- en postoperatieve zorg gegeven wordt bij chirurgische ingrepen aan de mannelijke geslachtsorganen.
0100

Slide 30 - Poll

Wat heb je geleerd?

Slide 31 - Woordweb

Geef aan wat je weet over het volgende onderwerp:
letsel en breuken.

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

VOORUITBLIK & HUISWERKOPDRACHTEN

De volgende les gaat het over H6.18: Letsel aan het bewegingsapparaat.

→ ga in Thieme naar Ziekenhuis deel 2
→ ga naar Hoofdstuk 7. 17: Aandoeningen aan de geslachtsorganen
→ ga naar Opdrachten & maak verwerkingsopdrachten 1 t/m 7.

Slide 34 - Tekstslide

Wat is kenmerkt een nierbekkenontsteking?
A
Wordt vaak veroorzaakt door bacteriën, niet virussen of schimmels/gisten.
B
Symptomen zijn koorts, troebele urine, pijn bij het plassen en bloed in de urine.
C
Onbehandelde blaasontsteking.
D
Als ontsteking van de wand van het nierbekken.

Slide 35 - Quizvraag