Biologie M1T4M - Menselijk Lichaam - Les 1 (Hormonen)

Menselijk lichaam                                                 FKD
 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Menselijk lichaam                                                 FKD
 

Slide 1 - Tekstslide

Komende weken


Hormonen, lever, nieren en DNA

Slide 2 - Tekstslide

Week
Onderwerp
1
Hormonen - Hormoonstelsel
2
Hormonen - Geslachts
3
Nieren
4
Lever
5
DNA
6
DNA + vragenuur
7
Toets (Goformative)

Slide 3 - Tekstslide

Wat weten jullie al over hormonen? Waar denk je zelf aan?

Slide 4 - Woordweb

Hormoonstelsel
Hormoonklieren (Endocriene klieren) -- > hormonen
  • Hypofyse
  • Schildklier
  • Eilandjes van Langerhans
  • Bijnieren
  • (Hormoonklieren in de geslachtsorganen)

Slide 5 - Tekstslide

Klieren
Bij veel klieren (speeksel-, zweet- en traanklieren) --> producten worden via afvoerbuizen afgevoerd


Hormoonklieren hebben geen afvoerbuizen
  • Hormonen afgegeven aan bloed dat door klier stroomt --> naar hele lichaam
  • Hormonen alleen werkzaam in de organen die hier gevoelig voor zijn --> Doelwitorganen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Waardoor is het mogelijk dat hormonen uit klieren gelijk opgenomen kunnen worden door haarvaten?

Slide 8 - Open vraag

Doelwitorgaan
Mate van reactie wordt bepaald door de concentratie van hormonen in het bloed
=
Hormoonspiegel

Slide 9 - Tekstslide

Hormoonstelsel
Hormoonklieren (Endocriene klieren) -- > hormonen
  • Hypofyse
  • Schildklier
  • Eilandjes van Langerhans
  • Bijnieren
  • (Hormoonklieren in de geslachtsorganen)

Slide 10 - Tekstslide

Hypofyse

Slide 11 - Tekstslide

Waar lag de hypofyse ookalweer?
A
Onderaan in de hersenen, boven het hersenstam
B
Onder het cerebellum, achterin de hersenen
C
Middenin de hersenen, tussen beide hersenhelften
D
Net onder de voorste kwab, voorin de hersenen

Slide 12 - Quizvraag

Hypofyse
Tussen hersenhelften in
  • Bestaat uit een voorkwab en een achterkwab
  • Produceert hormonen die werking van andere hormoonklieren beinvloeden

Slide 13 - Tekstslide

Hypofyse

Slide 14 - Tekstslide

Hypofyse - Welke hormonen produceert 'ie? 
FSH (Follikel stimulerend hormoon)
  • Groei en rijping van follikels in eierstokken + zet productie van oestrogeen aan + stimuleren vorming zaadcellen 

LH (Luteiniserend hormoon)

  • Beinvloeden ovaria en testes. Stimulatie ovulatie en hormonenaanmaak geslachtsorganen

Slide 15 - Tekstslide

Hypofyse - Welke hormonen produceert 'ie? 
TSH (Thyreotroop hormoon)
  • Beinvloedt schildklier tot productie van schildklierhormonen

Oxytocine
  • Bij geboorte --> weeen + melksecretie

Slide 16 - Tekstslide

Hypofyse - Welke hormonen produceert 'ie? 
GH (groeihormoon)
  • Groei en ontwikkeling. Reuzengroei/dwerggroei

ADH (antidiuretisch hormoon)
  • Productie van urine door de nieren

Slide 17 - Tekstslide

Welke hormoon beinvloedt de schildklier?
A
LH
B
FSH
C
TSH
D
GH

Slide 18 - Quizvraag

Welke hormoon stimuleert de rijping van follikels?
A
LH
B
FSH
C
ADH
D
GH

Slide 19 - Quizvraag

Schildklier

Slide 20 - Tekstslide

Waar ligt de schildklier volgens jullie?

Slide 21 - Open vraag

Schildklier
In de hals, voor het strottenhoofd, tegen luchtpijp aan


Slide 22 - Tekstslide

Schildklier
Thyroxine
  • Beinvloedt stofwisseling, groei en ontwikkeling
  • Teveel: intensiteit stofwisseling verhoogd. Vermagering en rusteloos
  • Weinig: Intensiteit stofwisseling verlaagd. Snel koud, snel moe.

Slide 23 - Tekstslide

Thyroxine
  1. TSH uit hypofyse stimuleert vorming van schildklierweefsel + secretie thyroxine
  2. Thyroxine remt secretie TSH
  3. Balans in concentratie Thyroxine

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Intensiteit stofwisseling verlaagd. Snel koud, snel moe.
Intensiteit stofwisseling verlaagd. Snel koud, snel moe
Teveel thyroxine
Te weinig thyroxine

Slide 26 - Sleepvraag

Eilandjes van Langerhans

Slide 27 - Tekstslide

Binnen welk orgaan liggen de eilandjes van Langerhans?
A
Galblaas
B
Alvleesklier
C
Nier
D
Twaalfvingerige darm

Slide 28 - Quizvraag

Eilandjes van Langerhans
Groepjes cellen tussen de cellen van de alvleesklier

Alvleesklier = verteringsklier

Eilandjes = produceren insuline en glucagon

Slide 29 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans
Insuline en Glucagon regelen glucosegehalte van het bloed

Koolhydraten --> verteerd tot glucose --> in wand dunne darm opgenomen in bloed
  • Glucosegehalte bloed = bloedsuikerspiegel

Slide 30 - Tekstslide

Insuline en glucagon
  1.  Bloedsuikerspiegel stijgt (bv. na maaltijd). Meer insuline, minder glucagon
  2. BSS daalt. Insulineproductie wordt geremd
  3. BSS daalt verder (na overslaan maaltijd). Meer glucagon, minder insuline
  4. BSS stijgt. Glucagonproductie wordt geremd

Slide 31 - Tekstslide

Heb je meer glucagon bij een stijgende, of een dalende bloedsuikerspiegel?
A
Stijgende
B
Dalende

Slide 32 - Quizvraag

Bijnieren

Slide 33 - Tekstslide

Bijnieren
Kapjes boven op de nieren
  • Bijniermerg --> produceert adrenaline

Woedend, angstig of schrikken
  • Bijniermerg onder invloed van autonome zenuwstelsel --> geeft adrenaline af
  • Snelle, kortdurende werking

Slide 34 - Tekstslide

Geslachtsorganen = volgende week

Slide 35 - Tekstslide

Waar denken jullie nu aan bij het woord 'hormonen'? Welke nieuwe begrippen komen in je op?

Slide 36 - Woordweb

Wat vinden jullie fijner werken (zodra je er eenmaal in komt), Powerpoints of Lessonup?

Slide 37 - Poll