In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Kenmerkende aspecten
Tijd van steden en staten 1000 - 1500
Slide 1 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
KA13: De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving
Einde aan de plunderingen (van bijv. Vikingen) & toename voedsel ( drieslagstelsel , ijzeren werktuig, gebruik van paarden) zorgde het opbloeien van steden ( Hanze ) aan rivieren met slechte wegen, kronkelige straatjes, stadsmuren en slechte hygiëne. Voedseloverschot werd verkocht op de markt , waar ook ambacht was. Handel zorgde ook voor geldeconomie.
Tijd van steden en staten 1000 - 1500
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
KA14: De opkomst van stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Iedere stad had stadsrechten (eigen bestuur, wetten en regels) en in ruil voor de privileges werd er belasting betaald. Schutterij zorgde voor veiligheid, baljuw voor rechtvaardigheid en schepenen voor wetten. Gilde = beroepsgroep. Veel boeren vertrekken naar steden vanwege geen herendiensten en werkgelegenheid. Burgerij is rijk vanwege handel en ambacht.
Tijd van steden en staten 1000 - 1500
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
KA15: Het begin van staatsvorming en centralisatie
Het ontstaan van een centraal bestuur en nationale wetgeving vanuit een hoofdstad door een vorst en alle ambtenaren = ontstaan staat. Burgers zijn hierin belangrijk. Mogelijk door geldeconomie (belasting), militaire macht en ambtenarenapparaat. Succes in Frankrijk (Staten-Generaal) en Engeland, mislukt in Duitsland en rond 1430 een deels succes in NL. Magna carta: macht koning beperkt, parlement bestaande uit 3 standen controleert
Tijd van steden en staten 1000 - 1500
Slide 6 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
KA16: Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben
In de strijd wie het primaat behoorde te hebben gaf paus Gregorius VII keizer Hendrik een ban, waarmee de keizers in 1122 afstand deden van de investituur . Paus bepaalde het geloof en stelde de inquisitie op om de ketters te vervolgen. Afspraken tussen keizer en paus: bisschop heeft wereldlijke en geestelijke taak, keizer mag bisschop wereldlijk benoemen en paus geestelijk
Tijd van steden en staten 1000 - 1500
Slide 7 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
KA17: De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe onder andere in de vorm van kruistochten
D.m.v. een kruistocht naar o.a. Jeruzalem verspreidde het christendom ( expansie ). Jeruzalem werd bloederig veroverd van de Moslims, maar later is deze weer terug veroverd. Moslims en christenen voeren overal strijd. Kruistochten kennen religieuze en sociaal-economische redenen.
Tijd van steden en staten 1000 - 1500
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Kenmerkende aspecten
Leer deze uit je hoofd en oefen daarna op de volgende slides
13 De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14 De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
16 De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.
17 Het begin van staatsvorming en centralisatie.
Tijd van steden en staten 1000 - 1500
Slide 10 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
De opkomst van.....?..... die de basis legde voor het...?.... van een agrarisch-...?... samenleving.
De opkomst van .....?.... en de toenemende ...?..... van steden.
Het begin van ...?.....
Het conflict in de ....?..... over de vraag of de ...?...... macht het....?.... behoorde te hebben.
De...?.... van de christelijke wereld naar ....?.... toe, onder andere in de vorm van...?.......
Noem ze nog eens!
Slide 11 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor he therleven van een agrarisch-urbane samenleving.
De opkomst van stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
Het begin van staatsvorming en centralisatie.
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijk macht het primaat behoorde te hebben.
De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van kruistochten.
Noem ze nog eens!
Slide 12 - Tekstslide
wiewatwanneer.wixsite.com
Slide 13 - Link
Welke kenmerkende aspecten horen bij de volgende bronnen?