In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Kangoeroe rekensommen
2024
Slide 1 - Tekstslide
We beginnen eerst met 2 opwarmertjes, daarna volgt een rekenquiz met 15 vragen.
Je mag gebruik maken van een kladblaadje.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Open vraag
Antwoord
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Open vraag
Antwoord
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Open vraag
Antwoord
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Open vraag
Antwoord
Slide 10 - Tekstslide
In een dorp zijn drie rechte en drie cirkelvormige wegen. De burgemeester wil op alle wegen een huis. Waar moet nog een huis komen?
A
Plek A
B
Plek B
C
Plek C
D
Plek D
Slide 11 - Quizvraag
Welk gele gedeelte is het grootst?
A
Figuur A
B
Figuur D
C
Figuur B
D
Figuur E
Slide 12 - Quizvraag
Tom legt negen kaarten op een rooster.
A
De drie in de driehoek
B
De twee in het vierkant
C
De een in de cirkel
D
De twee in de cirkel
Slide 13 - Quizvraag
Een bij kruipt van X naar Y. Over hoeveel witte vakjes moet ze minimaal kruipen?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 14 - Quizvraag
De som van de vijf getallen in elke ster is hetzelfde. Welk getal is er verborgen?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 15 - Quizvraag
Puck staat in het vakje met het getal 510. Zij springt elke keer naar een getal dat 30 meer is als het vorige. In welk vakje kan ze niet meer verder?
A
610
B
640
C
680
D
690
Slide 16 - Quizvraag
Welke weg van X naar Y is het kortst?
A
Figuur A
B
Figuur B
C
Figuur C
D
Figuur D
Slide 17 - Quizvraag
Wallaroe vertrekt in punt P. Wallibie vertrekt op hetzelfde moment vanaf punt Q. Wallaroe loopt drie keer zo snel als Wallibie. In welk punt ontmoeten ze elkaar?
A
Punt A
B
Punt B
C
Punt C
D
Punt D
Slide 18 - Quizvraag
Bas de hond hangt vast aan het tuinhuis. Het tuinhuis is zeven meter lang en vijf meter breed. Het touw is elf meter lang. Hoeveel botjes kan Bas maximaal opeten?
A
2 botjes
B
3 botjes
C
4 botjes
D
5 botjes
Slide 19 - Quizvraag
In een vierkant zijn drie kleinere vierkanten getekend. Welke lengte hoort er op de plek van het vraagteken te staan?
A
18 cm
B
18,5 cm
C
19 cm
D
19,5 cm
Slide 20 - Quizvraag
Welke breuk heeft de grootste waarde?
A
Breuk A
B
Breuk B
C
Breuk C
D
Breuk D
Slide 21 - Quizvraag
Iedere leerling van de klas zwemt of danst. Er zijn vijf leerlingen die zwemmen en dansen. 3/5 van de klas zwemt, 3/5 van de klas danst.
Hoeveel leerlingen zitten er in de klas?
A
15 leerlingen
B
20 leerlingen
C
25 leerlingen
D
30 leerlingen
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de omtrek van de tuin van Sascha?
A
23 meter
B
24 meter
C
25 meter
D
26 meter
Slide 23 - Quizvraag
Ingrid kleurt alle vakjes met uitkomst 20. Welk figuur krijgt ze dan?
A
Figuur A
B
Figuur B
C
Figuur C
D
Figuur D
Slide 24 - Quizvraag
De getallen 1, 2, 3, 4, 5 en 6 zijn verstopt achter een figuur. De som achter de getallen van de driehoeken is 10. De som van de getallen achter de vierkanten is ook 10.