IVIO Nederlands - NL1(54)

IVIO Nederlands 1 
NL1(54)
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

IVIO Nederlands 1 
NL1(54)

Slide 1 - Tekstslide

Prijsvergelijking
U ziet hier een overzicht uit de Consumentengids. Sommige artikelen zijn goedkoper op Schiphol. Andere artikelen zijn goedkoper in andere (web)winkels. Bekijk het overzicht
goed en maak dan de vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Welke artikelen zijn op Schiphol goedkoper dan in de (web)winkel?

Slide 3 - Open vraag

Bij welk artikel hebt u op Schiphol het grootste prijsvoordeel?

Slide 4 - Open vraag

De prijzen in de (web)winkels zijn zonder verzendkosten. Hoe weet u dat?

Slide 5 - Open vraag

Waar kunt u de Samsung het voordeligst kopen?

Slide 6 - Open vraag

Informatie zoeken
U gaat binnenkort op vakantie naar het buitenland. U hebt een nieuw paspoort of
identiteitskaart nodig. In de plaatselijke krant (Flevopost) staat een mededeling over het
aanvragen van een paspoort of identiteitskaart. Bekijk deze mededeling goed en
beantwoord daarna de vragen.

Slide 7 - Tekstslide

Naar welke afdeling moet u als u een nieuw reisdocument nodig hebt?

Slide 8 - Open vraag

U weet niet of u een paspoort of een identiteitskaart (ID-kaart) nodig hebt.
Wat moet u doen om dat te weten te komen?

Slide 9 - Open vraag

Hoe kunt u een afspraak maken om een paspoort aan te vragen?
Noem 2 mogelijkheden.

Slide 10 - Open vraag

Wat is heel belangrijk als u een paspoort of identiteitskaart wilt aanvragen?

Slide 11 - Open vraag

Informatie zoeken
U gaat binnenkort op vakantie naar het buitenland. U hebt een nieuw paspoort of
identiteitskaart nodig. In de plaatselijke krant (Flevopost) staat een mededeling over het
aanvragen van een paspoort of identiteitskaart. Bekijk deze mededeling goed en
beantwoord daarna de vragen.

Slide 12 - Tekstslide

Waarom staat er op de mededeling een ligstoel afgebeeld?

Slide 13 - Open vraag

Tekst met vragen
Lees de tekst hieronder goed en beantwoord daarna de vragen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent ‘zetten zich in’
(r. 2/3)?

Slide 15 - Open vraag

Waar slaat het woord ‘deze’ (r. 9 ) op?

Slide 16 - Open vraag

Waarom heet de site waar u de film kunt zien ‘verkleindekans.nl’ (r. 17)?

Slide 17 - Open vraag

Wat heeft de foto van het zwembad met de tekst te maken?

Slide 18 - Open vraag

Verhuisformulier invullen
U hebt jarenlang bij uw ouders gewoond en gaat nu verhuizen naar een
jongerencentrum, waar u een klein appartement kunt huren. U stuurt een
verhuisformulier naar uw bank en naar anderen die dat moeten weten.
U mag zelf een naam en geboortedatum verzinnen. Het nieuwe adres is Verdilaan 12,
3421 AD Muziekstad. Het nieuwe telefoonnummer is 06 5143 4321. Bedenk zelf een
verhuisdatum.
Opdracht: Vul het formulier in.

Slide 19 - Tekstslide

Formulier adreswijziging:

Naam:__________

Slide 20 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Voorletter(s):__________

Slide 21 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Geboortedatum:__________

Slide 22 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Verhuisdatum (dag/maand/jaar):

Slide 23 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Oud adres:
Straatnaam: ______________

Slide 24 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Oud adres
Huisnummer : ______________

Slide 25 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Oud adres
Postcode : ______________

Slide 26 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Oud adres
Plaats : ______________

Slide 27 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Oud adres
Telefoon : ______________

Slide 28 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Nieuw adres
Straatnaam : ______________

Slide 29 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Nieuw adres
Huisnummer : ______________

Slide 30 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Nieuw adres
Postcode : ______________

Slide 31 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Nieuw adres
Plaats : ______________

Slide 32 - Open vraag

Formulier adreswijziging:

Nieuw adres
Telefoon : ______________

Slide 33 - Open vraag

Briefje aan vriend of vriendin
U bent op vakantie op een leuke camping in Nederland. Tijdens de vakantie hebt u kennisgemaakt met een leuke vriend of vriendin. Door omstandigheden moet u plotseling weg. Uw vriend(in) is net een dagje weg met de familie. U kunt dus geen afscheid nemen. U laat een briefje achter bij de tent van uw vriend(in).

Opdracht:
Schrijf een briefje voor uw vriend(in). In dit briefje moeten de volgende dingen voorkomen:
• U moest plotseling weg. (U mag zelf een reden bedenken.)
• U vindt dat heel jammer.
• U vindt het ook heel jammer dat u haar/hem niet meer getroffen hebt.
• U wilt graag contact houden.
• U geeft uw adres.
• U hoopt dat hij/zij u terugschrijft.

Slide 34 - Tekstslide

Briefje aan vriend of vriendin
Denk bij het schrijven van uw briefje aan de volgende dingen:
• hoe u het briefje begint,
• een goede indeling,
• hoe u de brief netjes afsluit.
Gebruik in uw briefje minstens 7 zinnen.

Let op!
Bij deze opdracht krijgt u minder punten als u taal- of spelfouten maakt.
Ook krijgt u aftrek als u geen of verkeerde leestekens gebruikt.

Schrijf het briefje op het antwoordblad op de volgende bladzijde.

Slide 35 - Tekstslide

Schrijf een briefje met minimaal 7 regels voor uw vriend(in).
In dit briefje moeten de volgende dingen voorkomen:
• U moest plotseling weg. (U mag zelf een reden bedenken.) • U vindt dat heel jammer.
• U vindt het ook heel jammer dat u haar/hem niet meer getroffen hebt.
• U wilt graag contact houden.
• U geeft uw adres.
• U hoopt dat hij/zij u terugschrijft.

Slide 36 - Open vraag

Afsprakenlijst
U hebt de komende week veel afspraken.
Op maandag moet u om 11.00 uur bij de oogarts zijn.
Dinsdagmiddag moet u om 14.00 uur uw vriend van het treinstation
ophalen. Woensdag vanaf 10.00 uur kunt u online kaartjes bestellen
voor een popconcert. Woensdag om 15.00 uur kunt u uw nieuwe
paspoort op het gemeentehuis ophalen. Zaterdag gaat u met
vakantie. U neemt dan de trein naar Schiphol van 12.00 uur.
U hebt beloofd dat u zaterdagavond even naar uw ouders belt of
mailt, hoe de reis is verlopen. (Vul zelf een tijd in.)

Slide 37 - Tekstslide

U hebt de komende week veel afspraken. Op maandag moet u om 11.00 uur bij de oogarts zijn. Dinsdagmiddag moet u om 14.00 uur uw vriend van het treinstation ophalen. Woensdag vanaf 10.00 uur kunt u online kaartjes bestellen voor een popconcert. Woensdag om 15.00 uur kunt u uw nieuwe
paspoort op het gemeentehuis ophalen. Zaterdag gaat u met
vakantie. U neemt dan de trein naar Schiphol van 12.00 uur.U hebt beloofd dat u zaterdagavond even naar uw ouders belt of mailt, hoe de reis is verlopen. (Vul zelf een tijd in.
Oogarts
vriend 
kaartjes 
paspoort 
vakantie
bellen

Slide 38 - Sleepvraag