Onderdeel B: dementie

Onderdeel B: Dementie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Onderdeel B: Dementie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Leerling 
-kan uitleggen wat dementie is
-kan oorzaken van dementie noemen
-kan uitleggen wat de ziekte van Alzheimer is
-kan uitleggen waar je op let in de omgang met demente mensen (

Slide 2 - Tekstslide

Ken je iemand die dement is?

Slide 3 - Open vraag

Wat is volgens jou dementie?
A
Niet kunnen rekenen
B
Niet kunnen schrijven
C
Niet kunnen onthouden/herkennen
D
Niet kunnen slapen

Slide 4 - Quizvraag

Is dementie een ouderdomsziekte?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quizvraag

Als je dementie hebt dan....
A
Raak je je geheugen langzaam kwijt
B
Kun je niet meer zo goed lopen
C
Raak je je baan kwijt
D
Dan heb je vaak hoofdpijn

Slide 6 - Quizvraag

Dementie

Ongeveer 60% van de mensen die dement is, heeft de ziekte van Alzheimer.
Het kortetermijngeheugen functioneert minder goed. De ziekte van Alzheimer is een
vorm van dementie.



Oorzaken van dementie:
  • de ziekte van Alzheimer;
  • verstopte bloedvaatjes in de hersenen;
  • een vergiftiging door overmatig gebruik van alcohol ( ziekte van Korsakov)
  • stoornissen van het hart, de lever of de longen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Ziekte van Alzheimer
ziekte van de hersenen, hersencellen sterven af, waardoor bepaalde lichaamsfuncties niet
meer goed werken.
Meestal na het zeventigste levensjaar.

Gevolgen van de ziekte van Alzheimer:
  • korte termijn geheugen werkt niet of slecht
  • gevoelens minder onder controle of te verwoorden, zonder duidelijke aanleiding

    boos of verdrietig zijn.
  • Dingen uit de kindertijd blijven het langs onthouden.

  • De (fijne)motoriek gaat achteruit
  • Decorumverlies: geen gevoel meer voor wat wel en wat niet kan
  • Vooral in het begin verdrietig-zijn omdat ze
  • merken dat ze steeds minder kunnen, kan hen bang en agressief maken.
  • Voor de familieleden: ouders zie je veranderen in hulpbehoevende afhankelijke ‘kinderen’.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Omgaan met dementerende ouderen


  • Communiceren
  • Maak oogcontact
  • Praat duidelijk en rustig, gebruik korte zinnen
  • Kies passende gespreksonderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van de cliënt.
  • Voorkom ruis - Zo weinig mogelijk afleiding tijdens een gesprek. Geluiden kunnen
  • storend zijn, maar ook pratende of bewegende mensen.

Reageren op boosheid of agressie

  • Probeer zelf rustig te blijven.
  • Als de cliënt geweld gebruikt, loop je weg. Laat de cliënt vervolgens even afkoelen.
  • Kijk de cliënt aan om contact te maken en vraag op kalme toon wat er aan de hand is.
  • Neem de cliënt serieus en laat hem praten.
  • Probeer daarna, als dat mogelijk is, de cliënt af te leiden.

Slide 13 - Tekstslide

Woonvormen voor dementerende ouderen

  • dagopvang.
  • psychogeriatrische afdeling van een woonzorgcentrum
  • kleinschalig wonen in kleine zorghuizen

Slide 14 - Tekstslide

Wat is dementie?
A
verzamel naam voor ziektes waarbij het geheugen niet zo goed meer werkt
B
Je vergeet af en toe wel eens wat.
C
iemand kan juist heel veel informatie onthouden.

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn de symptomen van dementie?
A
problemem met dagelijkse handelingen
B
kwijt raken van spullen
C
taalproblemen
D
vergeetachtigheid

Slide 16 - Quizvraag

Is Alzheimer het zelfde als dementie?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Wat houdt dementie in?
Dementie is een verzamelnaam voor meer dan vijftig ziektes die.....:
A
Het spier- en zenuwstelsel beïnvloeden
B
Te maken hebben met het achteruitgaan van de zintuigen
C
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen achteruit gaat
D
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen vooruit gaat.

Slide 18 - Quizvraag

Vergeetachtigheid is hetzelfde als dementie
A
Niet waar
B
Waar

Slide 19 - Quizvraag

Alzheimer is een vorm van dementie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Kan dementie erfelijk zijn?
A
ja, maar niet altijd
B
nee, kan niet
C
ja, is meestal erfelijk

Slide 21 - Quizvraag

Is dementie te genezen ?
A
Soms
B
Ja
C
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Portfolio Controleopdracht
A.s donderdag tijdens onderdeel D:
Je kunt je misschien voorstellen dat veiligheid bij dementerende ouderen een extra aandachtspunt is. Deze mensen kunnen bijvoorbeeld vergeten het gas uit te zetten, of per ongeluk verkeerde medicijnen innemen. 
Bij het woonzorgcentrum wordt natuurlijk goed gelet op veiligheid voor de bewoners. De kamers van de patiënten hebben bijvoorbeeld allemaal een persoonlijk alarm en een brandalarm. Maar wat als de patiënt thuis woont?

Presentatie: Een veilige leefomgeving bij thuiswonende mensen met dementie.

Slide 23 - Tekstslide