Opdracht 2 Duidelijke vragen stellen
Nienke geeft jou de tip om duidelijke vragen te stellen aan de cliënt. Laat hem of haar bijvoorbeeld niet kiezen uit ingewikkelde mogelijkheden. Neem bijvoorbeeld de volgende twee vragen:
1) Mevrouw Brons, wilt u deze ochtend een eindje wandelen of liever vanmiddag, als het tenminste niet regent?’
2) Mevrouw Brons, wilt u nu een eindje wandelen?’
-Bij vraag 1 is de kans groot dat mevrouw Brons ’s middags niet meer weet dat ze zou gaan wandelen. Het is dus niet handig om een keuze te geven die verderop in de tijd ligt. Bovendien gaat het wandelen alleen door als het niet regent. Dat moet ze dus ook onthouden.
-Bij vraag 2 is de keuze eenvoudiger: nu wandelen ja of nee? Je kunt dan direct gaan wandelen met mevrouw Brons.
Bedenk zelf vier duidelijke vragen die je mevrouw Brons zou kunnen stellen.
Maak de opdracht in de methode (Opdracht 2 blok 8: Omgaan met dementerende ouderen)