les 24: Dementie/ ziekte van Alzheimer

Les 24: Dementie/ ziekte van Alzheimer
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 24: Dementie/ ziekte van Alzheimer

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Leerling 
-kan uitleggen wat dementie is
-kan oorzaken van dementie noemen
-kan uitleggen wat de ziekte van Alzheimer is
-kan uitleggen waar je op let in de omgang met mensen met dementie

Slide 2 - Tekstslide

Ken je iemand die dement is?

Slide 3 - Open vraag

Wat is volgens jou dementie?
A
Niet kunnen rekenen
B
Niet kunnen schrijven
C
Niet kunnen onthouden/herkennen
D
Niet kunnen slapen

Slide 4 - Quizvraag

Dementie

Ongeveer 60% van de mensen die dement is, heeft de ziekte van Alzheimer.
Het kortetermijngeheugen functioneert minder goed. De ziekte van Alzheimer is een
vorm van dementie.



Oorzaken van dementie:
  • de ziekte van Alzheimer;
  • verstopte bloedvaatjes in de hersenen;
  • een vergiftiging door overmatig gebruik van alcohol ( ziekte van Korsakov)
  • stoornissen van het hart, de lever of de longen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Ziekte van Alzheimer
ziekte van de hersenen, hersencellen sterven af, waardoor bepaalde lichaamsfuncties niet
meer goed werken.
Meestal na het zeventigste levensjaar.

Gevolgen van de ziekte van Alzheimer:
  • korte termijn geheugen werkt niet of slecht
  • gevoelens minder onder controle of te verwoorden, zonder duidelijke aanleiding

    boos of verdrietig zijn.
  • Dingen uit de kindertijd blijven het langs onthouden.

  • De (fijne)motoriek gaat achteruit
  • Decorumverlies: geen gevoel meer voor wat wel en wat niet kan
  • Vooral in het begin verdrietig-zijn omdat ze
  • merken dat ze steeds minder kunnen, kan hen bang en agressief maken.
  • Voor de familieleden: ouders zie je veranderen in hulpbehoevende afhankelijke ‘kinderen’.

Slide 9 - Tekstslide

Omgaan met dementerende ouderen
Woongroep De Klaproos is een psycho-geriatrische afdeling (gesloten afdeling). De ouderen hebben ernstige geheugenstoornissen en/of gedragsstoornissen. Zij hebben 24 uur per dag verzorging en begeleiding nodig. Iedere cliënt heeft een gemeubileerde eenpersoonskamer. Op de afdeling is een huiskamer waar de cliënten samen eten en er activiteiten aangeboden worden. Morgen komt er een nieuwe cliënt, mevrouw Brons.
Mevrouw Brons woonde bij haar dochter in een aanleunwoning. Ze is dementerend, hierdoor heeft zij steeds meer begeleiding nodig. Mevrouw Brons was in een week tijd drie keer van huis weggelopen. Ze was compleet in de war en wilde niet naar haar dochter luisteren. Mevrouw Brons heeft 24 uur per dag zorg nodig. En deze zorg kunnen dochter Marieke en haar gezin haar niet geven. Daarom woont mevrouw Brons sinds een week in woongroep De Klaproos.

Slide 10 - Tekstslide

 Opdracht 1
Maak opdracht 1. De ziekte van Alzheimer ( Blok 8: Omgaan met demente ouderen in de methode)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Omgaan met dementerende ouderen


  • Communiceren
  • Maak oogcontact
  • Praat duidelijk en rustig, gebruik korte zinnen
  • Kies passende gespreksonderwerpen die aansluiten bij de belevingswereld van de cliënt.
  • Voorkom ruis - Zo weinig mogelijk afleiding tijdens een gesprek. Geluiden kunnen storend zijn, maar ook pratende of bewegende mensen.

Reageren op boosheid of agressie

  • Probeer zelf rustig te blijven.
  • Als de cliënt geweld gebruikt, loop je weg. Laat de cliënt vervolgens even afkoelen.
  • Kijk de cliënt aan om contact te maken en vraag op kalme toon wat er aan de hand is.
  • Neem de cliënt serieus en laat hem praten.
  • Probeer daarna, als dat mogelijk is, de cliënt af te leiden.

Slide 13 - Tekstslide

Woonvormen voor dementerende ouderen

  • dagopvang.
  • psychogeriatrische afdeling van een woonzorgcentrum
  • kleinschalig wonen in kleine zorghuizen

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 2 Duidelijke vragen stellen
Werken op een gesloten afdeling is niet eenvoudig. Communiceren met de cliënten is moeilijk omdat hun hersenen steeds slechter functioneren. Zo’n cliënt weet niet goed meer wat er van hem of haar wordt verwacht. Voor de familie kan het ook heel emotioneel zijn om te zien hoe iemand volledig in de war is. Mevrouw Brons is nu sinds een week bij De Klaproos.

Jij loopt deze week stage bij De Klaproos en samen met je begeleidster Nienke ga je kennismaken met mevrouw Brons en haar dochter Marieke, die op bezoek is.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 2 Duidelijke vragen stellen
Nienke geeft jou de tip om duidelijke vragen te stellen aan de cliënt. Laat hem of haar bijvoorbeeld niet kiezen uit ingewikkelde mogelijkheden. Neem bijvoorbeeld de volgende twee vragen:

1) Mevrouw Brons, wilt u deze ochtend een eindje wandelen of liever vanmiddag, als het tenminste niet regent?’
2) Mevrouw Brons, wilt u nu een eindje wandelen?’

-Bij vraag 1 is de kans groot dat mevrouw Brons ’s middags niet meer weet dat ze zou gaan wandelen. Het is dus niet handig om een keuze te geven die verderop in de tijd ligt. Bovendien gaat het wandelen alleen door als het niet regent. Dat moet ze dus ook onthouden.

-Bij vraag 2 is de keuze eenvoudiger: nu wandelen ja of nee? Je kunt dan direct gaan wandelen met mevrouw Brons.

Bedenk zelf vier duidelijke vragen die je mevrouw Brons zou kunnen stellen.
Maak de opdracht in de methode (Opdracht 2 blok 8: Omgaan met dementerende ouderen)




Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 3 Rollenspel
Rollen:
1) Mw Brons: Je hebt geen idee waarom je niet weg mag van de afdeling. Je wordt boos op Marieke (dochter) omdat zij jou tegenhoudt.
2)Dochter Marieke: je moeder begrijpt niet waarom ze hier is en ze is erg onrustig. Jij probeert haar te kalmeren.
3)Nienke:  Vertel wie je bent en wat je komt doen. Jij gaat de stagiaire voorstellen aan Mw Brons en haar dochter. 
4)Stagiair(e): Jij gaat je voorstellen enegt uit dat je stagiaire bent. Je probeert Mw Brons te kalmeren.
5) Observant: Geef feedback.

Hou de tips van dia 13 erbij! (deze staan ook in de theorie (blok 8, opdracht 3 Omgaan met dementerende ouderen

Slide 17 - Tekstslide

Wat is dementie?
A
verzamel naam voor ziektes waarbij het geheugen niet zo goed meer werkt
B
Je vergeet af en toe wel eens wat.
C
iemand kan juist heel veel informatie onthouden.

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn de symptomen van dementie?
A
problemem met dagelijkse handelingen
B
kwijt raken van spullen
C
taalproblemen
D
vergeetachtigheid

Slide 19 - Quizvraag

Is Alzheimer het zelfde als dementie?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Wat houdt dementie in?
Dementie is een verzamelnaam voor meer dan vijftig ziektes die.....:
A
Het spier- en zenuwstelsel beïnvloeden
B
Te maken hebben met het achteruitgaan van de zintuigen
C
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen achteruit gaat
D
Waarbij het gedrag verandert en het denkvermogen vooruit gaat.

Slide 21 - Quizvraag

Vergeetachtigheid is hetzelfde als dementie
A
Niet waar
B
Waar

Slide 22 - Quizvraag

Alzheimer is een vorm van dementie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Kan dementie erfelijk zijn?
A
ja, maar niet altijd
B
nee, kan niet
C
ja, is meestal erfelijk

Slide 24 - Quizvraag

Is dementie te genezen ?
A
Soms
B
Ja
C
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video