Zakelijke mail schrijven

Zakelijke mail schrijven

Leg het volgende klaar:
  1. IPad ingelogd op lessonup
  2. Schrift
  3. Pen
  4. Planner
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke mail schrijven

Leg het volgende klaar:
  1. IPad ingelogd op lessonup
  2. Schrift
  3. Pen
  4. Planner

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les
  • Lesdoelen
  • Weektaak
  • Zakelijke e-mail: wat weet je al
  • Zakelijke e-mail: theorie
  • Inleiding schrijven
  • Volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan ik uitleggen aan wie en waarom ik een zakelijke e-mail schrijf.

  • Aan het einde van de les kan ik uitleggen hoe ik een zakelijke e-mail begin en afsluit en hoe ik deze opbouw.

  • Aan het einde van de les kan ik aan een medeleerling vertellen wat gepast taalgebruik is in een zakelijke e-mail.

Slide 3 - Tekstslide

Weektaak week 14
H.5 blz 122: lees de theorie over een zakelijke mail schrijven
Maak opdr. 1 en 2

De weektaak staat klaar in de online omgeving.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is belangrijk bij begrijpelijk schrijven? De tekst is of heeft:
(meerdere antwoorden zijn goed)
A
volledig en duidelijk
B
Hoofdletters en .?!
C
geen alinea's
D
Foutloos en leesbaar

Slide 5 - Quizvraag

Begrijpelijk schrijven:

Slide 6 - Tekstslide

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Maak een kladversie
Is mijn tekst volledig?
Is mijn tekst duidelijk?
Vraag feedback
Verbeter je tekst
Schrijf je tekst in het net
Begint iedere zin met een hoofdletter en eindigt deze met een .!?
Is ieder woord foutloos en goed leesbaar geschreven?

Slide 7 - Sleepvraag

Een zakelijke e-mail schrijven
Aan wie stuur je een zakelijke e-mail?
  • Bedrijven, organisaties of personen die je niet kent. 

Waarom stuur je een zakelijke e-mail?
  • Als je op zoek bent naar een stage- of werkplek.
  • Als je informatie wilt voor een project.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe schrijf je een zakelijke e-mail?
Inleiding:
  • De aanleiding voor het schrijven van de e-mail.
  • Wie ben je? en waarom schrijf je?

Middenstuk:
  • Welke informatie wil je ontvangen?
  • Ruimte om vragen te stellen.

Slot:
  • Hier spreek je een wens of verwachting uit. Bijv.: "Ik hoop snel een reactie van u te krijgen." 

Slide 9 - Tekstslide

Vorm van een zakelijke e-mail
  1. Vul altijd de onderwerpregel in. Vermeld hier kort en duidelijk waar het over gaat. Bijv.: Informatie voor project 
  2. Begin met een formele aanhef: Geachte heer/mevrouw,
  3. Spreek de ander aan met u en gebruik beleefde taal.
  4. Gebruik witregels tussen alle onderdelen van de e-mail.
  5. Rond je e-mail af met een slotzin. Bijv. Alvast hartelijk bedankt voor de informatie.
  6. Sluit af met een formele groet. Bijv. Met vriendelijke groet,
  7. Vermeld onderaan je naam en eventueel je adres en telefoonnummer. 

Slide 10 - Tekstslide

Aan wie stuur je een zakelijke e-mail en waarom?

Slide 11 - Open vraag

Inleiding
Kern
Slot
Uitspreken wens of verwachting.
Ruimte voor het stellen van vragen.
Formele groet.
Jezelf voorstellen.
Aangeven naar welke informatie je op zoek bent.
Reden waarom je de e-mail schrijft.

Slide 12 - Sleepvraag

Goed
Fout
De onderwerpregel moet altijd ingevuld worden.
Het onderwerp moet zo lang en duidelijk zijn. 
Het onderwerp moet kort en duidelijk zijn.
De onderwerpregel mag leeg blijven.
Geachte heer/mevrouw,
Yo gast,
Geachte mevrouw Janssen,
Iemand aanspreken met jij of je.
Iemand aanspreken met u.
Gebruik beleefde taal.
Gebruik witregels tussen de onderdelen van de e-mail.
Alvast hartelijk bedankt voor de informatie.
Wanneer stuur je de informatie?
Groetjes of houdoe.
Met vriendelijke groet,

Slide 13 - Sleepvraag

Samen een inleiding schrijven
  1. Onderwerp van de alinea
  2. Aanhef
  3. De aanleiding voor het schrijven van de e-mail:
  • Wie ben je en waarom schrijf je de e-mail?

Slide 14 - Tekstslide

Volgende les
Vrijdag: 
Voorbeelden zakelijke e-mails bekijken en het schrijven van het middenstuk.

Maandag:
Leesles

Slide 15 - Tekstslide