4.2 Adverts

4.2 Adverts
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.2 Adverts

Slide 1 - Tekstslide

Today
Check exercise 4.1  + Uitleg Teams opdracht
4.2 Adverts (look at and talk about adverts)
Uitleg Trap van Vergelijking
Exercise 4 + Grammar 18
Teams opdracht: Product Advertentie

Slide 2 - Tekstslide

Teams Opdracht
Wat ga je doen?
Je gaat een advertentie maken voor een product of dienst die in jouw bedrijf aanbiedt. 
1. Kies een product of dienst  (bijvoorbeeld kleding, elektronica, accessoires, dienst, open dag, uitje, activiteit etc.).
2. Schrijf een Engelse tekst van 50 woorden waarin je product/dienst beschrijft.
o Gebruik minstens vijf verschillende bijvoeglijk naamwoorden (bijv. mooi, groot, handig).
o Gebruik minstens twee keer de vergrotende trap (bijv. beter, mooier) en één keer de overtreffende trap (bijv. best, meest praktisch).
3. Voeg een foto of tekening van het product toe.



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Why?

Slide 6 - Tekstslide

Sex???

Slide 7 - Tekstslide

Meaning?
Adjectives?

Slide 8 - Tekstslide

Advertentie
Product - Product
Kenmerken - Features
Kwaliteiten - Qualities

Grammatica:
Vocabulaire product/bijvoeglijk naamwoorden
Vergrotende en Overtreffende trap 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Woorden van 2 of meer lettergrepen
krijgen GEEN -er of -est,
maar MORE of MOST ervoor!

I am smaller than Frank, but he is more intelligent than I am.

Jason is the sweetest baby I know, Jasmin is 
the most beautiful baby though.


Slide 12 - Tekstslide

Vergrotende trap:
+ER

Vaak wordt het woord gevolgd door THAN

Frank is taller than Rob.

The boys are faster than us.


Overtreffende trap:
+EST

Vaak komt er voor het woord THE te staan

Rob is the tallest boy I know.

That is the fastest car ever.

Slide 13 - Tekstslide

Let op woorden die eindigen op een Y!

(medeklinker + y dan 'i' ipv 'y'

Slide 14 - Tekstslide

Let op!
goed - beter - best
good - better - best

slecht - slechter - slechtst(e)
bad - worse - worst

ver - verder - verst(e)
far - further - furthest




Slide 15 - Tekstslide

Do Exercise 4 & Grammaer 18 
 Teams Opdracht Product Advertentie

Slide 16 - Tekstslide

Merry Christmas

Slide 17 - Tekstslide

Maak een korte advertentie voor een item dat je bij je hebt. (gebruik bijv.nw en trappen van vergelijking)

Slide 18 - Open vraag

Teams Opdracht
Wat ga je doen?
Je gaat een advertentie maken voor een product of dienst die in jouw bedrijf wordt verkocht. 
1. Kies een product uit je bedrijf (bijvoorbeeld kleding, elektronica, accessoires, dienst, open dag, uitje, activiteit etc.).
2. Schrijf een Engelse tekst van 50 woorden waarin je het product/dienst beschrijft.
o Gebruik minstens vijf verschillende bijvoeglijk naamwoorden (bijv. mooi, groot, handig).
o Gebruik minstens twee keer de vergrotende trap (bijv. beter, mooier) en één keer de overtreffende trap (bijv. best, meest praktisch).
3. Voeg een foto of tekening van het product toe.



Slide 19 - Tekstslide

What does Nike want you to do?

Slide 20 - Open vraag

Why do they use the word "SEX" ?

Slide 21 - Open vraag

What is the advert for and why is it smart?

Slide 22 - Open vraag

What is the advert for?

Slide 23 - Open vraag

His sister has a ___ room than he has.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger

Slide 24 - Quizvraag

I drive ___ than my husband.
A
safe
B
safer
C
safest
D
most safe

Slide 25 - Quizvraag

That group is _____ than the other group.
A
more serious
B
most serious
C
seriouser
D
seriousest

Slide 26 - Quizvraag

Michael Jackson was the
___ singer ever .
A
great
B
greater
C
greatest
D
most great

Slide 27 - Quizvraag

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 28 - Quizvraag

The weather today is even ___
than yesterday.
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 29 - Quizvraag