Persoonlijkheidsstoornis

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4 B's

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster A
  • Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
  • Schizotypische persoonlijkheidsstoornis


Kenmerken:
  • Weinig contact
  • Beperking sociale relaties
  • Leven geïsoleerd
  • Hulp vermijdend.
  • Wantrouwen
  • Merkwaardige gedachten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster B


  • Borderline persoonlijkheidsstoornis
  • Antisociale persoonlijkheidsstoornis
  • Narcistische persoonlijkheidsstoornis
  • histrionische persoonlijkheidsstoornis
Kenmerken
  • Dramatisch en onvoorspelbaar gedrag
  • Weinig beheersing impulsen en emoties.
  • Snelle behoeftebevrediging
  • Slecht in het onderhouden van (stabiele) relaties.
  • Verstorend effect op omgeving
  • Weinig zelfinzicht / verwijtend naar anderen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster C


  • Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
  • Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
  • Dwangmatige (obsessief-compulsieve) persoonlijkheidsst.


Kenmerken
  • Sociale vermijding
  • Dwangmatig handelen
  • Onzelfstandigheid.
  • Beter aanpassen maatschappij dan cluster A en B

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaak
Deels aangeboren deels ontwikkeling 
Nature - Nurture 
Belang van kinderjaren 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling 
- Is er motivatie voor therapie?
- Leren leven met de stoornis
- Medicatie kan ondersteunen (beinvloeden van symptomen)
- Cognitieve gedragstherapie/ schematherapie
- psychodynamische therapie (combinatie)
- mentalisation-based treatment (MBT).

Slide 35 - Tekstslide

Deze therapie richt zich op het onvermogen om te reflecteren op de eigen en andermans situatie. Het doel van deze therapie is het tot ontwikkeling brengen of verder ontwikkelen van het vermogen te mentaliseren. Mentaliseren is een belangrijke vaardigheid bij sociale en emotionele intelligentie. Het aanleren van deze vaardigheid begint al in de eerste levensjaren van het kind. Bij mentaliseren gaat het erom dat de zorgvrager zich een beeld kan vormen van de eigen gedachten. Vervolgens leert de zorgvrager zich een beeld te vormen van de gedachten van anderen. De bedoeling is dat hij begrijpt dat:
anderen andere gedachten kunnen hebben dan hij;
mensen geheimen kunnen hebben;
er een besef kan zijn van (niet) de waarheid spreken;
je je kunt inleven in anderen, wat het beleven van intimiteit en nabijheid mogelijk maakt.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies