1. Genotype en Fenotype

Genotype en fenotype
 en geslachtschromosomen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Genotype en fenotype
 en geslachtschromosomen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Celkern
  • In de celkern ligt de informatie voor erfelijke eigenschappen.
  • Die informatie ligt in de chromosomen (genotype)
  • chromosomen bestaat uit DNA
  • lichaamscel heeft 23 paar chromosomen

Slide 3 - Tekstslide

genen
gedeelte van het chromosoom dat staat voor een erfelijke eigenschap.

Je hebt altijd 2 genen van een eigenschap, 1 van je vader en 1 van je moeder.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ontstaat nou het genotype?

  • zaadcel met 23 chromosomen van vader + met eicel met 23 chromosomen = bevruchte eicel. genotype staat vast
  • gewone celdeling dus...... elke cel zelfde genotype

Slide 5 - Tekstslide

Hoe ontstaat nou het fenotype?
  • Alle informatie uit het genotype+ invloeden uit het milieu
  • Je kan je fenotype veranderen, je genotype niet

Slide 6 - Tekstslide

BS2: Geslachtschromosomen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

geslachtschromosomen

Het 23ste paar noem je het geslachtschromosomenpaar

Dit is bij en meisje XX

Dit is bij een jongen XY (2 verschillende chromosomen)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht / huiswerk

-  3.2 opdracht: 

Slide 13 - Tekstslide

Alle uiterlijk waarneembare kenmerken van een individu noemen we
A
de erffactor
B
het genotype
C
het fenotype
D
epigenetica

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een fenotype
A
Het uiterlijk van een organisme
B
Informatie voor alle erfelijke eigenschappen

Slide 15 - Quizvraag

gen is een gedeelte van het DNA dat staat voor 1 erfelijke eigenschap
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag