Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3 - 20/11/2018
Tuesday 20 November
- Read
- Grammar: betrekkelijke voornaamwoorden
- Let's practise
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
18 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Tuesday 20 November
- Read
- Grammar: betrekkelijke voornaamwoorden
- Let's practise
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Betrekkelijke voornaamwoorden (p. 35-36 TB)
Slide 4 - Tekstslide
WHO
Gebruik je bij personen:
Aren't you the girl
who
sits next to Suzy?
Slide 5 - Tekstslide
WHICH
Gebruik je bij dieren, dingen of plaatsen:
I live in Canterbury,
which
is in south of London.
Slide 6 - Tekstslide
THAT
That kun je gebruiken i.p.v. who/which, maar alleen als de informatie na het betrekkelijk voornaamwoord essentieel is.
The man
who
visited my birthday is my father. (defining clause)
The man
that
visited my birthday is my father.
These boys,
who
are learning about maths, are students. (non-defining clause)
Slide 7 - Tekstslide
WHOM/WHICH
Na een voorzetsel:
Find someone
with
whom
you feel comfortable.
Is this the key
with
which
he opened the door?
Slide 8 - Tekstslide
WHOSE
Bij betekenis 'van wie', 'waarvan' of 'wiens/wier':
Jane,
whose
mother is Irish, has red hair.
Slide 9 - Tekstslide
who/which/that/whom/whose
The musician _____ wrote this song is Canadian.
Slide 10 - Tekstslide
who/which/that/whom/whose
The musician
who/that
wrote this song is Canadian.
Slide 11 - Tekstslide
who/which/that/whom/whose
Bridget visited the park with her dog, ________ likes to chase squirrels.
Slide 12 - Tekstslide
who/which/that/whom/whose
Bridget visited the park with her dog,
which
likes to chase squirrels.
Slide 13 - Tekstslide
who/which/that/whom/whose
Bridget visited the park with her dog,
which
likes to chase squirrels.
Slide 14 - Tekstslide
who/which/that/whom/whose
The man ________ daughter won the tournament is a tennis coach.
Slide 15 - Tekstslide
who/which/that/whom/whose
The man
whose
daughter won the tournament is a tennis coach.
Slide 16 - Tekstslide
Let's practise
Do exercises 1-6.
Are you done?
Grammar trainer unit 2 - lesson 2 (AllRight - Online)
Slide 17 - Tekstslide
Tomorrow
Study the grammar about the relative pronouns (p. 35-36 TB)
Finish exercises 1-6.
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
27juni23
Juni 2023
- Les met
46 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
M3 - 16032021
Maart 2021
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
V3 - 16/11/2018
November 2023
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
17/01/2020
Januari 2020
- Les met
11 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
unit 1 lesson 3 interogative pronoun
September 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
unit 1 lesson 3 interogative pronoun
November 2022
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
unit 1 lesson 3 interogative pronoun
September 2024
- Les met
13 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Comparisons and who, whose etc.
Oktober 2024
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3