H3 arm en rijk

3.2 Welvaart en welzijn 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.2 Welvaart en welzijn 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • Ken je het verschil tussen welvaart en welzijn
  • Kun je uitleggen waarom het lastig is om te bepalen wat arme en rijke landen zijn
  • Kun je beschrijven uit welke indicatoren de Human Development Index (HDI) is opgebouwd

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je rijkdom en armoede in een land herkennen?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Kaart

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Kaart

Deze slide heeft geen instructies

Meten van welvaart
Ontwikkeling kun je op twee manieren herkennen:
  1. Door het te zien (op tv, in kranten, via internet, op vakantie).
  2. Door het te meten.

Aantekening

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart kun je weten door te kijken
(subjectief, eigen mening)
Welvaart kun je weten door te meten
(objectief, bewijs)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe meet je rijkdom?
Welvaart: Hoeveel geld er wordt verdiend in een land per jaar.

Bruto binnenlands product per hoofd
BBP/hoofd


Alles wat in één jaar wordt verdiend in een land, gedeeld door het aantal inwoners.
Aantekening

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling van het BBP (havo)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdieping in het BBP (vwo)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijk of arm? Onthoud: het bbp per hoofd is een gemiddelde! 
Niet iedereen in het land is even rijk of arm.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe meet je rijkdom?
Welzijn: de levensomstandigheden van de mensen

1. Levensverwachting
Hoe oud worden mensen gemiddeld als ze worden geboren
2. Koopkracht
Hoeveel je kan kopen
3. Alfabetiseringsgraad
Hoeveel % mensen kunnen lezen en schrijven
Aantekening

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je welzijn weten?
De levensomstandigheden kun je weten door te meten:
  1. De levensverwachting  = hoe oud mensen die nu geboren worden gemiddeld zullen worden. Deze hangt sterk af van de gezondheidszorg, de hygiëne en de voedselsituatie in een land.
  2. De koopkracht = hoeveel je in elk land voor één euro of dollar kunt kopen. 
  3. De alfabetiseringsgraad = hoeveel mensen boven de 15 jaar kunnen lezen en schrijven. In arme landen zijn veel mensen analfabeet.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart en welzijn zegt dus iets over hoe ontwikkeld een land is.
Vaak hebben rijke landen ook een hoog welzijn.
Welvaart en welzijn zegt dus iets over hoe ontwikkeld een land is.
Vaak hebben rijke landen ook een hoog welzijn.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisbehoeften
Wat hebben mensen nodig om te kunnen leven?
Aantekening

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basisbehoeften
Basisbehoeften: De middelen die je
nodig hebt om goed te leven
1.  Voedsel
2. Onderdak
3. Gezondheidszorg
4. Onderwijs
Aantekening

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Armoede
Absolute armoede: onder de armoedegrens, dus als mensen niet kunnen voorzien in basisbehoeften.
Relatieve armoede: genoeg geld voor basisbehoeften, maar toch veel minder geld dan mensen om hen heen.



Aantekening

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duitsland (€ 235,- per week)
Tsjaad (€ 0,90 per week)
0,4% van het inkomen in Duitsland

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HDI: Human Development Index

Verenigde naties
Cijfer tussen 0 en 1
Gebaseerd op indicatoren
Aantekening

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Lessonup
Pak je chromebook
Ga naar lessonup en log in met de code
Gebruik alleen je eigen naam

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het bbp/hoofd:
Inwoners: 250.000
Inkomens: 300.000.000

Slide 23 - Open vraag

300.000.000 / 250.000 = 1200
De levensomstandigheden van de mensen
A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als weinig mensen kunnen lezen en schrijven is de alfabetiseringsgraad....
A
Hoog
B
Laag

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

BBP staat voor?
A
Buitenlandse beroepsbevolking per persoon
B
Binnenlandse beroepsbevolking
C
Bruto binnenlands product
D
Bruto buitenlands product

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. BBP/ hoofd
Welvaart meten

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de levensverwachting het hoogst?
A
Qatar
B
Luxemburg
C
Singapore
D
Noorwegen

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het bbp per hoofd is hoger in landen met veel inwoners.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De HDI bestaat uit inkomen en levensverwachting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland bestaat zowel absolute als relatieve armoede.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Absolute armoede komt meer voor in landen met een laag bbp per hoofd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de alfabetiseringsgraad van Nederland?
A
99%
B
90%
C
65%
D
100%

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • Ken je het verschil tussen welvaart en welzijn
  • Kun je uitleggen waarom het lastig is om te bepalen wat arme en rijke landen zijn
  • Kun je beschrijven uit welke indicatoren de Human Development Index (HDI) is opgebouwd

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies