Interview poser des questions

poser des questions

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

poser des questions

Slide 1 - Tekstslide

les objectifs (leerdoelen)


* parler français sans crainte

 *poser des questions

Slide 2 - Tekstslide

Comment poser une question ?

Slide 3 - Open vraag

Objectifs

Ik kan de toekomende tijd gebruiken in het Frans.

Ik kan de conditionnel (zouden)gebruiken in het Frans.

Ik kan vragen stellen in het Frans.

Slide 4 - Tekstslide

Futur

toekomende tijd

2 vormen: futur proche  /  futur simple

Slide 5 - Tekstslide

Futur proche

vorm van aller + heel werkwoord

je                vais        manger 

tu                vas         nager

il / elle / on va        faire du shopping

nous        allons     faire du tennis

vous         allez       vendre la maison

ils / elles vont       finir leurs devoirs

Slide 6 - Tekstslide

Futur simple

heel werkwoord + uitgang

je                            travailler ai

tu                           parler as

il / elle / on        donner a

nous                    nager ons

vous                    écouter ez

ils / elles            regarder ont 

Slide 7 - Tekstslide

Futur simple - uitzonderingen

être         -  ser         ->  je serai

avoir        -  aur       -> tu auras 

faire        -   fer        ->  il fera

aller        -    ir          -> nous irons

pouvoir -  pourr   -> vous pourrez

vouloir  -   voudr   ->  ils voudront

venir      -   viendr  ->  je viendrai

devoir   -   devr     ->   tu devras

Slide 8 - Tekstslide

Regel
Als je een vraag wilt formuleren:
  1.  Mag je van de    .    een    ?    maken.
  2.  Kun je de zin met est-ce que beginnen.   
  3. Mag je onderwerp en persoonsvorm omkeren                   (alleen bij je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles)           

Slide 9 - Tekstslide

Let op
Est-ce que tu as un frère? 
Est-ce qu'il a un frère?    

As-tu un frère?   
A-t-il un frère?       

Slide 10 - Tekstslide

Vraagwoorden
quand       combien
où   pourquoi
qui    que
comment
quel
    

Slide 11 - Tekstslide

Vraagzin met vraagwoord

  1.     Tu vas en Italie quand?
  2.     Quand est-ce que tu vas en Italie?
  3.     Quand vas-tu en Italie?

Slide 12 - Tekstslide

Regel
  1.     Vraagwoord achteraan.
  2.     Vraagwoord vooraan gevolgd door est-ce       que.
  3.     Vraagwoord vooraan gevolgd door                       inversie.

Slide 13 - Tekstslide

Het vraagwoord quel
 quel        ->  verandert mee met het znw waar het bij hoort

mnl ev    ->    quel
vrl    ev    ->     quelle
mnl mv  ->     quels
vrl    mv  ->     quelles  

Slide 14 - Tekstslide

Het vraagwoord quel
        quel / quelle / quels / quelles   +   vorm van être  =  wat

Quelle est ta matière préférée?  =  Wat is je lievelingsvak?
Quel est ton plat préféré?              =  Wat is je lievelingsgerecht?
Quels sont vos hobbys?                =  Wat zijn uw hobbys?

                  In alle andere gevallen betekent het welke.

Slide 15 - Tekstslide

Objectifs
Spreekvaardigheid:
Ik kan vragen stellen en antwoord geven op vragen rondom het thema "studie, toekomstplannen, een baantje, zelfstandig wonen, de ideale school"
Ik ben me (weer) bewust van de uitspraakregels.

Ondersteunende vaardigheden:
Ik begrijp hoe je de toekomende tijd gebruikt en hoe je de conditionnel gebruikt
Ik begrijp hoe je vragen stelt in het Frans.
Ik begrijp hoe je het werkwoord moet vervoegen in een bepaalde context.

.


Slide 16 - Tekstslide

Conférence de presse

Quel groupe pose le plus de questions ?

3 groupes de 4 personnes

3 élèves répondent


Chaque question = 1 point

1 point de moins : si vous répétez la même question



Slide 17 - Tekstslide

Réflexion

Que dois-je améliorer ?

Comment vais-je améliorer cela ?

Slide 18 - Tekstslide

Aujourd'hui
  • le jeu avec les expressions pour débattre
  • Louvain-la-Neuve: les groupes 1 de 4 et 4 de 3
  • poser des questions
  • Conférence de presse

Slide 19 - Tekstslide

Les devoirs

Slide 20 - Tekstslide