vendredi, le premier mars

Bonjour H3a
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour H3a

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Futur proche

vorm van aller + heel werkwoord

je                vais        manger 

tu                vas         nager

il / elle / on va        faire du shopping

nous        allons     faire du tennis

vous         allez       vendre la maison

ils / elles vont       finir leurs devoirs

Slide 3 - Tekstslide

Futur simple

heel werkwoord + uitgang

je                            travailer ai

tu                           parler as

il / elle / on        donner a

nous                    nager ons

vous                    écouter ez

ils / elles            regarder ont 

Slide 4 - Tekstslide

Futur simple - uitzonderingen

être         -  ser         ->  je serai

avoir        -  aur       -> tu auras 

faire        -   fer        ->  il fera

aller        -    ir          -> nous irons

pouvoir -  pourr   -> vous pourrez

vouloir  -   voudr   ->  ils voudront

venir      -   viendr  ->  je viendrai

devoir   -   devr     ->   tu devras

Slide 5 - Tekstslide

poser des questions

Slide 6 - Tekstslide

Regel
Als je een vraag wilt formuleren:
  1.  Mag je van de    .    een    ?    maken.
  2.  Kun je de zin met est-ce que beginnen.   
  3. Mag je onderwerp en persoonsvorm omkeren                   (alleen bij je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles)           

Slide 7 - Tekstslide

Vraagwoorden
quand
qui
comment
que
    

Slide 8 - Tekstslide

Vraagzin met vraagwoord

  1.     Tu vas en Italie quand?
  2.     Quand est-ce que tu vas en Italie?
  3.     Quand vas-tu en Italie?

Slide 9 - Tekstslide

Het vraagwoord quel
        quel / quelle / quels / quelles   +   vorm van être  =  wat

Quelle est ta matière préférée?  =  Wat is je lievelingsvak?
Quel est ton plat préféré?              =  Wat is je lievelingsgerecht?
Quels sont vos hobbys?                =  Wat zijn uw hobbys?

                  In alle andere gevallen betekent het welke.

Slide 10 - Tekstslide

Vertaal:
Wat is jouw naam?

Slide 11 - Open vraag

Zet in de futur:
Mon frère a une grande maison.

Slide 12 - Open vraag

Zet in de futur:
J’organise une grande fête.

Slide 13 - Open vraag

Maak op twee manieren vragend:
Vous allez en vacances.

Slide 14 - Open vraag

Qu'est-ce qu'on va faire?
Choisir:
  • Socrative
  • Slim Stampen
  • Oefentoets
  • Verbuga.eu
  • Extra uitleg
  • Verder met filmpje (vertel wat je gaat doen en laat zien wat hebt gedaan)
  • Examentekst
  • Oefenen met basisstof

Slide 15 - Tekstslide

Objectifs
Spreekvaardigheid A1:
Ik kan vragen stellen en antwoord geven op vragen rondom het thema 'ma vie scolaire' 
Ondersteunende vaardigheden:
Ik begrijp hoe je de toekomende tijd gebruikt in het Frans.
Ik begrijp hoe je vragen formuleert in het Frans.
Ik kan het werkwoord connaître gebruiken.
Aan het eind van deze les weet ik wat ik nog moet doen om de toets van H3 te kunnen maken.



Slide 16 - Tekstslide

socrative.com
student login
room number: A9AF05F4

Slide 17 - Tekstslide

Slim Stampen (10 min.)
Oefen verder met de twee onderdelen waar je de meeste fouten in hebt gemaakt (meer onderdelen mag):
woorden
zinnen                                                
grammatica C                                 
grammatica H                                
werkwoord

Slide 18 - Tekstslide

Oefentoets
  • Maak één van de twee oefentoetsen van H3. 
  • Ben je klaar? -> ga verder met je weektaak                                                                          (toets voorbereiden of filmpje)

Slide 19 - Tekstslide

Objectifs
Spreekvaardigheid A1:
Ik kan vragen stellen en antwoord geven op vragen rondom het thema 'ma vie scolaire' 
Ondersteunende vaardigheden:
Ik begrijp hoe je de toekomende tijd gebruikt in het Frans.
Ik begrijp hoe je vragen formuleert in het Frans.
Ik kan het werkwoord connaître gebruiken.
Aan het eind van deze les weet ik wat ik nog moet doen om de toets van H3 te kunnen maken.



Slide 20 - Tekstslide

Toets
Wat moet jij nog doen om de toets van H3 te kunnen maken?

Slide 21 - Tekstslide