Module_6_Humane_Eindpunten_Euthanasie

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiotechniekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Hoe gaat het vandaag met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide


Een onderzoeker stelt als humaan eindpunt op: 'het vertonen van algehele malaise.' Is dit een goed humaan eindpunt?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Welke beweringen zijn waar?
1. Humane eindpunten zijn in alle experimenten hetzelfde.
2. Een humaan eindpunt wordt opgesteld door de onderzoeker.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 12 - Quizvraag


Welke beweringen zijn waar?
1. Als een humaan eindpunt wordt bereikt, moet het hele experiment worden beëindigd.
2. Na het bereiken van een humaan eindpunt wordt een dier altijd geëuthanaseerd.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 13 - Quizvraag


Vragen?
Wat vind je moeilijk of onduidelijk? Waar heb je nog vragen over? Heb je nog opmerkingen?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide


Hoe gaat het vandaag met je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll


Welke beweringen zijn waar?
1. Humane eindpunten zijn in alle experimenten hetzelfde.
2. Een humaan eindpunt wordt opgesteld door de onderzoeker.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 17 - Quizvraag


Welke beweringen zijn waar?
1. Als een humaan eindpunt wordt bereikt, moet het hele experiment worden beëindigd.
2. Na het bereiken van een humaan eindpunt wordt een dier altijd geëuthanaseerd.
A
Alleen bewering 1
B
Alleen bewering 2
C
Beide beweringen zijn waar
D
Beide beweringen zijn niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide


Welke diersoort mag NIET geüthanaseerd worden door middel van zuurstoftekort?
A
Konijnen
B
Knaagdieren
C
Reptielen
D
Honden

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide


Met welk preparaat kunnen vissen geëuthanaseerd worden?
A
T61
B
MS-222
C
Pentobarbital
D
Ketamine

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide


Tot aan welk gewicht mag op knaagdieren zonder verdoving cervicale dislocatie worden uitgevoerd?
A
50 gram
B
100 gram
C
150 gram
D
250 gram

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide


Welke dieren mogen NIET geüthanaseerd worden door middel van verbloeden?
A
Jonge dieren
B
Konijnen
C
Honden
D
Varkens

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide


Vragen?
Wat vind je moeilijk of onduidelijk? Waar heb je nog vragen over? Heb je nog opmerkingen?

Slide 36 - Open vraag

Slide 37 - Tekstslide