In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Module reflectie
Module 4 - Les 3
Slide 1 - Tekstslide
Module 4
Komende lesweken staan in het teken van Vitaal Burgerschap.
Onderwerpen die aan bod komen:
Les 1/2: Drugs en roken
Les 3/4: Alcohol en sporten
Les 5/6: Mentale gezondheid en liefde/seks/LHBTQIA+
Les 7/8: Beroepsdilemma's en uitwerken eindopdracht
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van een Downer?
A
Nicotine
B
Wiet
C
Cocaïne
D
Paddo's
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een Upper?
A
Alcohol
B
Truffels
C
Cafeïne
D
LSD
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een Tripper?
A
Paddo's
B
Opium
C
XTC
D
Slaapmiddelen
Slide 5 - Quizvraag
Risico's alcohol
Alcohol ontremt > kan leiden tot agressief gedrag
Alcohol vertraagt de reactiesnelheid
Alcohol is slecht voor je lever
Alcohol is slecht voor je hersenen > 18- sneller schade
Overmatig alcoholgebruik beschadigt slijmvlies van je maag
Overmatig alcoholgebruik kan hart- en vaatziekten tot gevolg hebben
Overmatig alcoholgebruik kan leiden tot lichamelijke- en geestelijke afhankelijkheid > verslaving
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Wat is dan teveel?
Meisjes meer dan 2 glazen alcohol in 2 uur
Jongens 5 glazen alcohol in 2 uur
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Alcohol; soft- of harddrug?
Wat vind jij? Beargumenteer je antwoord
timer
1:00
Slide 11 - Open vraag
Gevolgen overmatig alcoholgebruik en werk
Problematisch of riskant alcoholgebruik heeft gevolgen voor de werkgever: onveilige situaties, reputatieschade, en extra kosten.
Alcoholproblematiek is een belangrijke oorzaak van productiviteitsverlies: mensen die riskant drinken verzuimen vaker en doen hun werk minder snel of minder goed.
Slide 12 - Tekstslide
Combinatiegebruik
Het combineren van alcohol met andere drugs kan tot onvoorspelbare effecten leiden. Soms zal het de effecten van drugs versterken, soms zal het de effecten juist afvlakken, waardoor de gebruiker misschien nog meer drugs neemt.
Sommige drugs versterken de versuffende werking van alcohol. Dan word je dus nog suffer en dat kan gevaarlijk zijn. De combinatie GHB met alcohol is hier een voorbeeld van. De kans om bewusteloos te raken neemt sterk toe en de kans op overdosis vergroot.
Stimulerende drugs, zoals cocaïne en speed, verhogen juist het alcoholgebruik omdat men zich niet dronken voelt door de combinatie.
Verhoogde kans op psychosen, angst en agressie
De kans op uitdroging of een overdosis drugs of alcohol neemt toe.
De kater is vaak heftiger na combinatiegebruik.
Slide 13 - Tekstslide
Drugs, roken en alcohol
De afgelopen lessen hebben we het over deze onderwerpen gehad. Drugs, roken en/of alcohol kunnen allen leiden tot een verslaving.
Slide 14 - Tekstslide
Wanneer ben je verslaafd?
Bij een verslaving heb je geen controle meer over je gebruik. Er is sprake van een (beginnende) verslaving als je:
vaak meer gebruikt dan je van plan was;
niet kunt stoppen;
een groot deel van de dag bezig bent met gebruik of er heel veel aan denkt.
Als je al heel lang ernstig verslaafd bent, heb je vaak problemen op veel gebieden: schulden, geen werk, geen vrienden, geen contact meer met familie, slechte gezondheid, eenzaamheid, verwaarlozing, (dreigende) dakloosheid, enzovoorts. Het heeft dan weinig zin om alleen de verslaving zelf te behandelen.
Slide 15 - Tekstslide
Welke andere verslavingen zijn er nog meer naast drugs, roken en alcohol?
Slide 16 - Woordweb
Meest voorkomende verslavingen
Alcoholverslaving
Cocaïneverslaving
Drugsverslaving
Gameverslaving
GHB-verslaving
Gokverslaving
Internetverslaving of computerverslaving
Medicijnverslaving
Waterpijp roken
Wietverslaving
Slide 17 - Tekstslide
Hoe raak je verslaafd?
Mensen raken niet zomaar verslaafd. Of je verslaafd raakt, hangt af van:
jouw eigenschappen: wie je bent en wat je hebt meegemaakt;
jouw omgeving;
de eigenschappen van het middel en de manier hoe je het middel gebruikt.
Bijvoorbeeld: als jij heel veel problemen hebt in je leven en je daar moeilijk mee om kunt gaan, én jouw omgeving helpt jou niet maar gebruikt zelf ook drugs, én het middel dat jij gaat gebruiken is heel verslavend, dan is de kans groter dat je verslaafd raakt.
Slide 18 - Tekstslide
Module reflectie
Module 4 - Les 4
Sport en bewegen
Slide 19 - Tekstslide
Vitaal burgerschap
"De bereidheid en het vermogen om te reflecteren op de eigen leefstijl en zorg te dragen voor de eigen vitaliteit."
Vitaal burgerschap gaat dus ook over voeding, sport en bewegen!
Slide 20 - Tekstslide
Hoe gezond leef jij op een vijfpunt schaal?
1 Zeer ongezond
2 Ongezond
3 Mwah, weet niet echt goed
4 Best wel gezond
5 Heel gezond
Slide 21 - Poll
Wat is volgens jou het grootste gezondheidsprobleem bij jongeren van jouw leeftijd?
A
Ze bewegen te weinig
B
Ze eten niet gezond genoeg
C
Ze hebben teveel stress door school en werk
D
Ze gebruiken steeds meer drugs
Slide 22 - Quizvraag
Wat zegt kCal op een etiket of op een verpakking?
Slide 23 - Open vraag
Gezonde voeding
Eet gevarieerd
Eet pure producten
Eet volgens de schijf van 5
Eet voldoende voedingsstoffen
Eet voldoende vezels
Drink voldoende vocht, 1,5 - 2 ltr. per dag
Slide 24 - Tekstslide
Vind jij jezelf fit én gezond? (wel/beetje/niet want...)
Slide 25 - Open vraag
www.nti.nl
Slide 26 - Link
Wat is de uitslag van jouw gezondheidstest?
Slide 27 - Open vraag
Voeding voor je brein
Onze hersenen snakken naar voldoende vitamines, mineralen en omega-3-vetzuren. Deze zorgen namelijk voor goede en snelle communicatie tussen zenuwcellen in je hersenen.
Eet je te weinig van deze stoffen? Dan merk je dat aan geheugenverlies en een slechte concentratie.
Slide 28 - Tekstslide
In welke voedingsmiddelen zitten vitamines, mineralen en/of omega-3-vetzuren?
Slide 29 - Woordweb
Voeding voor je brein
Groente en fruit > vitamines en mineralen;
Vette vis > omega-3-vetzuren;
Yoghurt en zuurkool > darmflora;
Groene thee > antioxidanten;
Ei > vitamine A, D, E, B6 en B12;
Noten > vezels en vetten.
Slide 30 - Tekstslide
Welke risico's zitten er, volgens jou, verbonden aan het feit dat er veel wordt gesproken over gezond zijn/gezonde voeding?
Slide 31 - Open vraag
Minimale beweging voor een jongere (12 t/m 17 jaar)
A
1 uur per dag matig intensief en 3 keer per week intensief
B
half uur per dag matig intensief en 2 keer per week intensief
C
5 keer per week intensief
D
elke dag 2 uur matig intensief
Slide 32 - Quizvraag
Minimale beweging voor een volwassene
A
Elke dag een uur
matig intensief
B
4 keer per week intensief
Elke dag 30 min matig intensief
C
Elke dag 30 min matig intensief
2 keer per week intensief
D
3 keer per week intensief
Slide 33 - Quizvraag
Ik voldoe aan de minimum eis van bewegen
ja
nee
Slide 34 - Poll
Ik doe aan sport/intensief bewegen
ja
nee
Slide 35 - Poll
Op welke manier sport/beweeg je?
Slide 36 - Woordweb
Ik sport/beweeg omdat...
Slide 37 - Woordweb
Heb jij een goede conditie?
Slide 38 - Poll
Slide 39 - Tekstslide
Kun je ook te veel bewegen?
Wat zijn de negatieve effecten van sport en bewegen?
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Video
Hoeveel uur per nacht slaap je gemiddeld?
6 uur of minder
6-8 uur
8 uur of meer
Slide 42 - Poll
Slaap
Voldoende slaap is belangrijk om je fit te voelen en te weinig slaap kan nadelige effecten hebben op de gezondheid.
Slide 43 - Tekstslide
Nadelige effecten te weinig slaap
Na een nacht met weinig slaap is het lastiger om je goed te concentreren, maak je meer fouten op het werk en ben je wat labieler dan normaal.
Langdurig slaaptekort geeft ook meer kans op obesitas, de ziekte van Alzheimer, hart- en vaatziekten, depressiviteit, concentratieproblemen en meer.